De Utrechtse universiteit begint volgend schooljaar met het zogenoemde Junior Science College, zo meldt het U-blad. Talentvolle vwo-leerlingen van scholen uit het Utrechtse scholennetwerk, doorlopen er naast hun eigen vakken een aanvullend programma. Het college richt zich in eerste instantie op bèta-leeringen. Ook in Leiden hebben zestien scholen voor voortgezet onderwijs samen met de Leidse universiteit het Pre-University College opgezet. Ambitieuze vwo'ers, niet alleen bèta's, kunnen hier een dag(deel) per week les volgen.
Hoe het technasium er precies uit zal zien is nog onbekend. Vijf middelbare scholen uit de provincie Groningen werken momenteel samen met provincie en Groningse hoger onderwijsinstellingen aan een nieuwe richting voor leerlingen met interesse in wis-, schei- en natuurkunde. Op het technasium, een nieuwe stroom in havo en vwo, krijgen leerlingen twee nieuwe examenvakken: onderzoek en ontwerpen. Op die manier moet de interesse voor techniek worden aangewakkerd.
Netwerk
Voor Pollus Fornerod van het UT-Bureau Communicatie zijn de initiatieven nieuw. Maar de achterliggende gedachte, bèta-scholieren naar je universiteit halen, geldt ook voor de UT. Fornerod: 'Centraal hebben we tal van wervingsactiviteiten die scholieren kennis laten maken met onze opleidingen en de campus. En ook onze faculteiten onderhouden veel contacten met het voortgezet onderwijs. De opleiding Chemische Technologie bijvoorbeeld heeft een groot netwerk van middelbare scholen.'
Fer Coenders, vakdidacticus scheikunde bij de opleiding CT kan dat beamen. Al jaren biedt hij ondersteuning aan middelbare scholieren en aan hun docenten. 'Ons doel is om scholieren te interesseren voor de chemie. De natuurwetenschappelijke vakken moeten onder hun aandacht komen. Die vakken zijn namelijk veel minder moeilijk en eng dan scholieren denken. Ik heb het idee dat dat lukt. De instroom heeft een steeds lager nerd-gehalte. Leerlingen moeten echter uit steeds meer richtingen een keuze maken, denk aan BMT en technische geneeskunde. Dat heeft helaas een nadelig effect op de instroom van CT.'
Coenders ziet zijn contacten met de middelbare scholen niet in de eerste plaats als werving. 'Wij ondersteunen. We bieden hulp bij profielwerkstukken, leerlingen kunnen hier met apparatuur werken die op de middelbare school ontbreekt. We brengen ze in contact met hedendaagse chemie. Als ze hier dan ook komen studeren, is dat mooi meegenomen.'
Ook op de UT moet het in de toekomst voor begaafde leerlingen mogelijk worden om alvast vakken te volgen. Coenders: 'Nu al kunnen scholieren die wegens omstandigheden net gezakt zijn voor hun eindexamen, hier toch al met hun vervolgopleiding beginnen. Straks moet dat ook gelden voor uitblinkers die niet genoeg hebben aan hun eigen vwo-programma. Daar zitten alleen wel wat praktische haken en ogen aan. We zullen dat goed in de universiteit moeten inbedden.'
Het zijn meestal leerlingen uit de regio die naar de UT komen, vertelt Coenders. Dat is ook waarom hij het niet noodzakelijk vindt dat de UT zich afficheert met iets als een Junior College. 'Het is niet zo dat dan ineens leerlingen uit de Randstad naar deze regio afreizen om vakken te gaan volgen. Dat kost veel te veel tijd en geld. Elke universiteit bedient haar eigen regio.'
Volgens Coenders lijdt CT niet onder het feit dat de UT zich niet langer als puur technische universiteit profileert. 'We hebben daar eerder profijt van, denk ik. Scholieren stellen het op prijs dat ze naast technische vakken zich ook kunnen scholen in bijvoorbeeld communicatie.'
Gelukkig maar, want Fornerod vertelt dat de UT-voorlichting op dit moment geen specifieke plannen heeft om aan techniekpromotie te doen om de strijd om de bèta te winnen. 'Er is geen beleid om de UT weer puur als technische universiteit te profileren.' Wel brengt hij nog even in herinnering dat rector Frans van Vught in het Innovatieplatform zetelt dat als doel heeft de kenniseconomie aan te slingeren ondermeer door de instroom van bèta's te verhogen.
Wie weet, dus.