Sinds zeven jaar herbergt de Pakkerij in Enschede vier studentenverenigingen: Audentis, Alpha, Taste en Aegee delen er de voordeur. Maar wat gebeurt erachter? Deze week als eerste in een vierluik, Audentis et Virtutis.
De Pakkerij (1)
De senaat van Audentis is bezorgd. Indianenverhalen beschadigen het imago van de traditionele club, zo vrezen de senatoren. 'We willen niet dat eerstejaars een verkeerd beeld van ons krijgen', aldus praeses Stijn Klaassen.
'De wildgroei aan geruchten heeft nu een hoogtepunt bereikt', zegt Klaassen, terwijl hij comfortabel achteroverleunt in een van de lederen banken in de senaatskamer van Audentis. Gertjan Dieleman, ab Actis I (secretaris), knikt instemmend. 'We krijgen de raarste vragen. Vooral over de kennismakingstijd.' Klaassen: 'Ze denken dat ze verplicht liters alcohol moeten drinken tijdens onze introductie. Dat is dus absoluut niet zo. Het is zelfs verboden! En laatst kwam er iemand naar me toe die dacht dat wij eerstejaars door de vide in het plafond naar beneden gooien. Absurd natuurlijk.'
Hoe die geruchten de wereld in komen, weten de heren niet precies. Of andere verenigingen hun naam misschien door het slijk halen, durven ze niet te zeggen. 'Wij, als senaat, praten niet over de andere verenigingen. Maar wat afzonderlijke leden, in hun verenigingstrots, over anderen zeggen, weten we niet. En dat geldt andersom natuurlijk ook.' Volgens het tweetal heeft elkaar beconcurreren weinig zin. 'Wij willen dat de eerstejaars bij die vereniging terechtkomen waar ze een toffe tijd hebben. Studenten mogen ons best niet leuk vinden. Maar het is natuurlijk zonde dat een verkeerd beeld van ons hun keuze beïnvloedt.'
Maar waar kiezen die leden dan voor? 'Voor diversiteit', zegt Dieleman meteen. 'Wij zijn geen club met enkel en alleen brallende ballen.' Divers dus. Toch schijnt het aandeel TBK'ers aanzienlijk te zijn. 'Klopt', zegt Klaassen. 'Maar de diversiteit onder de leden kan daarom nog wel groot zijn. Dat zit 'em vooral in de hobbies. Zo hebben we hier een eigen voetbalclub, een zeilteam, een schietvereniging, een DJ-team en een eigen band.' Dieleman: 'Dat kan allemaal hier. En dat hebben de andere verenigingen niet.'
Dat is dus wat Audentis onderscheidt van anderen, die clubjes? 'Nee', zegt Dieleman. 'Het gaat om de gedachte er achter. Audentis is een vereniging met ballen!' Hij wijst naar de weckfles in de boekenkast waarin twee stierenballen op sterk water drijven. 'Zie je? Dat bedoelen we!' Klaassen: 'Als een lid hier iets wil, dan verzamelt hij een groep mensen, kijkt in het statuut of hetmogelijk is en gaat het dan waarmaken. Durf te dromen!' Dieleman: 'Als een commissie eens wat minder geld heeft gaan de leden niet bij de pakken neerzitten. Ze bedenken een plan en lossen het op.'
Audentis onderscheidt zich ook als de enige vereniging met traditionele gebruiken. Waar zit 'em dat in? Dieleman: 'Je kunt dan denken aan de mores, de ongeschreven regels die het kroegleven zo bruisend maken. Het is leuk om een spelelement in de sociëteit te brengen.' Klaassen: 'Voorbeeldje. Bier drink je niet alleen.' Dieleman: 'Dus als je één biertje bestelt, dan krijg je dat wel te horen! Maar het is altijd grappig bedoeld.'
Maar zijn het niet juist die tradities die Audentis een verkeerd imago bezorgen? In steden als Leiden is het immers nog altijd regel dat een eerstejaars niet in dezelfde ruimte als een ouderejaars mag vertoeven. Klaassen: 'Euh, wij hebben hier ook een afgebakend vak op de vloer gemaakt waar alleen derdejaars en ouder in mogen staan.' Dieleman: 'Maar dat zorgt juist voor interactie. Soms gooit een groep eerstejaars die ouderen er uit! Zo leren ze elkaar kennen. Snap je? Het leuke van onze vereniging is dat we erg jong zijn en dus nog kunnen uitleggen waarom we dingen doen. In Leiden zeggen ze: dat doen we omdat we dat al honderd jaar zo doen. Wij zijn ons juist steeds bewust van het waarom.'
De heren benadrukken dat zaken als mores allemaal niet zo serieus moeten worden genomen. De tradities zorgen juist voor een spelelement en interactie, vinden ze.
Hoe zit het dan met die indianenverhalen over de kennismakingstijd? 'Er is in die 23 jaar nog nooit iets vervelends gebeurd', zegt Dieleman. Einde onderwerp. Maar wat gebeurt er dan precies? 'Dat kunnen we niet zeggen', aldus Klaassen. 'Dat verpest het voor de nieuwe lichting. Het is als een film die je niet wil verklappen.' Dieleman: 'Maar er komen een dokter, een psycholoog en een hoogleraar aan te pas om het draaiboek te controleren. Geen drank. Geen fysiek contact. Zoveel uren slaap per nacht. Het is uitstekend geregeld.' Blijft mysterieus.
Met de buurtjes in de Pakkerij hebben de Audentianen naar eigen zeggen niet zoveel te maken. 'De besturen onderling kunnen wel met elkaar overweg hoor.' Dat blijkt. Wanneer het toiletpapier in de Audentis-wc op is, leent Dieleman bij Taste een rolletje. Moet kunnen.
Intussen is het lunchtijd. De leden van de senaat lunchen vaak met elkaar, zo blijkt. Dieleman haalt een stel schone borden uit de vaatwasser, terwijl de praeses brood en beleg op tafel zet. Onder het genot van een glaasje vruchtensap en een rijkelijk met paté besmeerde boterham is er tijd voor een blik in de senaatskamer. Aan de wand allerlei ingelijste foto's met daarop alle senatoren die de vereniging ooit bestuurden. De historie gaat terug naar 1981, toen Giuseppe van der Helm Cheiron oprichtte, het Drienerloos Studentencorps. In 1995 fuseerde het elitaire en corporale Cheiron met het algemenere en opener DJC Rossinant. Audentis et Virtutis was geboren, een naam die iets van doen heeft met stoutmoedigheid en deugd. Kloppend Latijn is het in elk geval niet. Hoe dan ook, in hetzelfde jaar kocht de UT de Pakkerij. De eerste senaat van Audentis nam er, helemaal bovenin, zijn intrek.
Een fusie dus, als ontstaansgeschiedenis. Waarom zou dat niet opnieuw kunnen? Bijvoorbeeld met het algemenere Taste. 'Geen commentaar', zegt Klaassen. Dieleman: 'De fusie tussen Cheiron en Rossinant had als doel het vormen van een grote vereniging. Op dit moment zijn we groot genoeg. In totaal zijn er nu 400 Audentianen, waarvan dertig procent vrouw. Maar je moet samenwerking nooit uitsluiten.'
Beide heren zijn inmiddels vijfdejaars. Klaassen studeert Technische Natuurkunde, Dieleman doet Toegepaste Communicatiewetenschappen. Ze zitten beiden vanaf het begin van hun studie bij Audentis, wat ook de regel is (tussentijds instappen is niet toegestaan). Dieleman: 'Ik kom uit Zeeland en hoorde van vrienden allemaal mooie verhalen over hun vereniging. Vooral omdat ik niet vaak naar huis zou kunnen, wilde ik dat ook. Ik heb puur gevoelsmatig voor Audentis gekozen.' Klaassen: 'Ik hoorde voordat ik ging studeren verhalen over jaarclubs die na tientallen jaren nog steeds leuke dingen met elkaar ondernemen. Dan moet er dus een echte vriendschap gegroeid zijn tussen die mensen, dacht ik. Want op ballerigheid teer je niet zo lang.'
Het gesprek loopt op zijn eind, maar de concurrentie met Taste blijft wat hangen. Hoe zit dat nou? Dieleman: 'Onze policy is dat we achter ónze club staan. We gaan niet anderen afzeiken.' Maar ja, ook Audentis probeert aan het begin van het academisch jaar zoveel mogelijk zieltjes te winnen. En de grootste concurrent is nu eenmaal Taste. Precieze cijfers over de nieuwe lichting geven ze maar moeilijk prijs. 'Dit jaar deden er veertig eerstejaars mee aan de kennismakingstijd', onthult Klaassen. In 2000 waren dat er nog honderd. 'Kijk, natuurlijk voeren we een strijd om de eerstejaars, maar uiteindelijk gaat het erom zoveel mogelijk mensen naar de Pakkerij te krijgen', zegt de praeses loyaal.
Tot slot, belet de concurrentie ook liefdesperikelen tussen een Audentis-jongen en een Taste-meisje? 'Nee hoor', zegt Dieleman. 'Gemengde relaties komen voor.' Voor welke soos zou zo'n 'gemengd' paartje kiezen?
'De wildgroei aan geruchten heeft nu een hoogtepunt bereikt, stelt het bestuur.' Op de foto de wat mistroostige Audentisbestuurder Kees Stapel.
Maaike Platvoet & Jannie Benedictus
Het bestuur van Audentis, van links af: Stijn Klaassen, Annalies Burm, Gertjan Dieleman en Kees Stapel.
![]()
![]()
![]()
![]()