Innovatieplatform: een 'ijsbreker'

| Redactie

Een bètabrugjaar voor studenten zonder exact profiel. Prestatiebeloning voor onderzoek. Meer samenwerking en differentiatie tussen universiteiten. De opening van het academisch jaar leverde een grabbelton aan ideeën op. Toch viel er in de toespraken van universiteitsbestuurders en politici een vrij grote eensgezindheid te beluisteren. Bijna iedereen stelde de noodzaak van innovatie centraal. Het t

Een bètabrugjaar voor studenten zonder exact profiel. Prestatiebeloning voor onderzoek. Meer samenwerking en differentiatie tussen universiteiten. De opening van het academisch jaar leverde een grabbelton aan ideeën op.

Toch viel er in de toespraken van universiteitsbestuurders en politici een

vrij grote eensgezindheid te beluisteren. Bijna iedereen stelde de noodzaak van innovatie centraal. Het toeval wil dat vrijdag het Innovatieplatform van start gaat. Premier Balkenende gaat die kar trekken. In zijn rede op de universiteit van Leiden gaf hij wat voorzetten.

'Het Innovatieplatform wordt geen poldermolen, maar een ijsbreker', stelde Balkenende. 'Een middel om doorbraken tot stand te brengen in het pakijs van de Nederlandse kenniseconomie.' Om het tekort aan bèta's en technici te lijf te gaan, zei de premier te denken aan een bètabrugjaar, waarin studenten zonder exact profiel hun kennis kunnen bijspijkeren.

Als het aan Balkenende ligt gaat zijn ijsbreker ook de 'gelijkheidsdeken' flink opschudden. Evenals de Leidse collegevoorzitter Kist wil hij 'sterren laten schitteren', ofwel goede onderzoekers beter belonen. Onderwijsminister Maria van der Hoeven sloot zich daarbij aan in haar rede voor de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij wil de instellingen die de hoogste onderzoeksprestaties leveren een groter aandeel geven van de totale bekostiging (rijksbijdrage) van de universiteiten. Die prestatiebekostiging moet plaatsvinden onder regie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

De minister wil af van 'het ouderwetse formatiebeginsel waarin de toevallige beschikbaarheid bepaalt of een talentvolle onderzoeker behouden blijft voor het publieke onderzoek'. In plaats daarvan wil ze naar een loopbaanstelsel toe, waar de relatie tussen goede onderzoeksprestaties en de carriÞre veel directer is.

Van verschillende kanten is ook gehamerd op de noodzaak van een betere samenwerking tussen universiteiten en bedrijven. Van der Hoeven wil NWO ook een soort pilot laten ontwikkelen, die antwoord moet geven op de vraag hoe vanuit de wetenschap de ontwikkelingen binnen bepaalde dienstensectoren het beste kunnen worden ondersteund.

Balkenende pleitte voor bevordering van het 'technopreneurschap' (innovatief ondernemerschap). Daartoe citeerde hij de Griekse tragedieschrijver Sophocles: 'Hoe treurig is het kennis te hebben als die tot niets leidt.' Dat vond ook minister Brinkhorst van Economische Zaken, evenals Van der Hoeven en Brinkhorst lid van het Innovatieplatform. In zijn rede in Maastricht riep hij op studenten niet alleen op te leiden tot werknemers, maar ook tot ondernemers. Cursussen ondernemerschap zouden een vast onderdeel van de opleiding moeten zijn, zei hij.

Ook de onderzoeksbehoeften vanuit de samenleving moeten beter in kaart gebracht worden, zei minister Van der Hoeven. Ze zal de Adviesraad voor Wetenschap en Technologie (AWT) vragen een strategische onderzoeksagenda te maken 'die de onderzoeksvragen van de samenleving als vertrekpunt neemt'.

Een ander belangrijk thema van de openingsredes was profilering en samenwerking tussen universiteiten. Volgens Balkenende moeten die de moed hebben om faculteiten te laten fuseren met die van andere universiteiten. Maar of er altijd sprake zal zijn van harmonieuze samenwerking isde vraag. De Groningse rector magnificus Frans Zwarts waarschuwde dat de concurrentie tussen universiteiten veel harder zal worden.

De Maastrichtse hoogleraar wijsbegeerte Rein de Wilde stelde maandag in de Volkskrant echter dat het 'kartel' van de 'verenigde' Nederlandse universiteiten geen concurrentie duldt: 'Door al het aanbod te reguleren en elk nieuw initiatief in te kapselen in de bestaande overlegstructuur, smoort men juist werkelijke innovatie.'

HOP, Onno van Buuren


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.