Ton de Jong vloog de afgelopen maanden herhaaldelijk naar Luxemburg om de aanvraag toe te lichten. De hoogleraar zit in het Management Team van een Network of Excellence genaamd Kaleidoscope; een netwerk van onderwijsinstellingen en bedrijven binnen de EU die de onderlinge samenwerking tussen onderzoekers van allerlei nationaliteiten moet vergroten. De EU heeft door middel van zogenoemde calls instellingen opgeroepen om gezamenlijk een voorstel in te dienen.
Een van de eerste calls lag op het gebied van ICT en Onderwijs. Vijftien voorstellen kwamen bij de commissie binnen, het voorstel waaraan de UT meeschreef, eindigde in de evaluatie als eerste. 'Naar verwachting wordt ons voorstel dus gehonoreerd, maar het is nog niet zeker', zegt De Jong voorzichtig. 'De onderhandelingen gaan nog steeds voort.'
Aan het voorstel hangen maar liefst 714 onderzoekers van 65 Europese instellingen. Het Network of Excellence wil zich, zo staat in de aanvraag, richten op het creëren van een shared virtual lab, een virtual doctoral school en advanced training activities. Daarnaast is er een groot aantal kleinere samenwerkingsverbanden waarin onderzoekers zich rond een specifiek thema hebben gevonden.
'De bedoeling is dat onderzoekers van elkaars expertise gebruik gaan maken', zegt De Jong. 'Dat is ook wat het programma beoogt: interactie. Mocht ons voorstel gehonoreerd worden dan krijgen we negen miljoen euro over vier jaar. Maar dat geld is dus bedoeld om de samenwerking te financieren, qua directe onderzoeksfinanciering hebben we er weinig aan.' Een potje dus voor vliegtickets en hotelovernachtingen? 'Grotendeels', beaamt De Jong. 'De luchtvaartmaatschappijen zullen er zeker blij mee zijn.'
Uiteindelijk moet het programma leiden tot sterke Europese researchteams. De Jong is wat sceptisch. 'Ik heb er een dubbel gevoel bij. We moeten wel meedoen omdat deze netwerken de onderzoeksagenda van de toekomst gaan bepalen. Maar de praktische uitwerking is nog erg vaag. Ik moet nog zien hoe het allemaal uitpakt.'
Was De Jong de afgelopen maanden vaak in Luxemburg, hij bracht in de zomer ook een bezoekje aan New York. Het ZAP-project (zeer actieve psychologie) maakt namelijk furore. TO ontwikkelde in samenwerking met de Erasmus Universiteit korte interactieve computerprogramma's op allerlei terreinen van de psychologie, van waarnemen en geheugen tot probleemoplossen en persoonlijkheid. De Jong: 'De universiteiten van Amsterdam (VU en UvA) en Utrecht vragen ons of ze het programma mogen gebruiken. Het loopt echt als een trein.'
Probleem is dat de Stichting SURF eind dit jaar de financiering stopt, het project is dan voorbij. En dus bedacht De Jong een andere manier om geld te genereren. 'Ik dacht, ik bel Norton.' Norton is de uitgever van twee van de meest gebruikte boeken in de psychologie. 'Norton had interesse en ze willen de ZAPs gaan uitgeven. De onderhandelingen zijn vergevorderd. Deze week komen ze met een voorstel.' Mocht het voorstel bij TO in goede aarde vallen dan kunnen van het geld en de royalties weer veel nieuwe ZAPs ontwikkeld worden. Die dan weer gebruikt kunnen worden door Twentse, Amsterdamse en misschien wel Australische studenten.
Jannie Benedictus
Onderwijskundehoogleraar Ton de Jong (links), hier met zijn groep aan het gebak vanwege het bekroonde door TO ontwikkelde computer-auteurssysteem SimQuest (UT-nieuws van 30 november 2000).
![]()