Vijfentwintig belangenorganisaties van multicultureel Nederland hebben een bodemprocedure aangespannen tegen de Nederlandse staat. Ze willen dat de 'exorbitante' kostenverhoging voor verblijfsvergunningen wordt teruggedraaid.
De prijs voor tijdelijke vergunningen steeg in één jaar tijds van 56 euro naar 430 euro. Voor een permanent verblijf moet nu zelfs 890 euro worden neergeteld. Die tarieven zijn volgens Justitie kostendekkend, maar zijn veel hoger dan elders in de EU.
Volgens het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie maakt Nederland zich schuldig aan discriminatie. Woordvoerder Dirk Houtzager: 'De Nederlander die een paspoort aanvraagt betaalt daarvoor
minder dan de feitelijke kosten.'
Nederland handelt volgens de organisaties in strijd met de Grondwet, de Vreemdelingenwet en internationale verdragen. Overigens rekent Nederland lagere leges voor mensen uit EU-landen, Canada, de Verenigde Staten en Australië.
Met de bodemprocedure gaat de kwestie van de dure verblijfsvergunningen een nieuwe fase in. Eerder sprak de kennislobby schande van de prijsverhoging, die studenten en werknemers van buiten de Europese Unie zou afschrikken.
Hoger-onderwijsinstellingen zijn daar niet blij mee, omdat ze de afgelopen jaren zwaar hebben ingezet op internationalisering. Sommige universiteiten speuren al naar ruimte op de begroting om de kosten dan maar zelf te dekken. Onderwijl probeert minister Van der Hoeven (Onderwijs) haar collega Verdonk (Justitie) op andere gedachten te brengen.
Dat overleg is nog altijd gaande, maar een woordvoerder van Onderwijs acht de kans 'klein' dat de verhoging door het ministerie van Justitie wordt teruggedraaid. In mei becijferde dat departement dat het er dan 1,2 miljoen euro per jaar bij in zou schieten. Sindsdien hebben de financiële tegenvallers op de rijksbegroting zich opgestapeld.