Hij noemt het grappig om af en toe een docent uit zijn studententijd tegen het lijf te lopen. `Al zullen de meesten mij niet meer kennen.' Het is dan ook al een tijd geleden dat Bart Verkerke (47) in de collegebanken zat. Van 1975 tot 1981 om precies te zijn. De uit Amsterdam afkomstige student woonde toen aan de Witbreuksweg en was voorzitter van het biomedisch dispuut Medimeca. Met zijn oude flatgenoten houdt hij nog jaarlijks een reünie. `Als je daar niet actief mee bezig bent, verwateren de contacten snel. Ik vind het interessant om te horen hoe het mensen vergaat.' In 1981 studeerde hij af bij werktuigbouwkunde, afstudeerrichting biomedische techniek. Daarna volgde de dienstplicht. `Die heb ik uitgezeten met onderzoek naar verbetering van de militaire gevechtslaars, onder leiding van professor Snijders. Dat was mooie werkervaring.'
Verkerke ging aan de slag bij het Revalidatie Instituut Muiderpoort in Amsterdam, waar hij vier jaar werkte aan het ontwikkelen van revalidatieapparatuur. `Het ging om heel consumentgericht onderzoek. Zo testte ik allerlei mixers op gebruiksvriendelijkheid voor gehandicapten. Eén zo'n onderzoek is leuk, daarna wordt het eentonig. Ik miste de techniek.'
De vacature voor een promovendus op de UT, om onderzoek te doen naar verlengbare protheses, kwam voor hem als geroepen. In 1987 keerde de alumnus terug naar Twente. `Mijn promotieonderzoek ging over een verlengbare endoprothese, die bij kinderen het aangetaste bot in de knie moet vervangen. Dat onderzoek was in opdracht van de medische faculteit in Groningen, maar voerde ik uit op de UT. Twente had de technische knowhow, Groningen de medische. Daarnaast beschikte Groningen over een proefdierenlab waar de prothese getest werd', vertelt Verkerke. `In de prothese bouwden we een magneetje in. Een elektromagneet buiten het been liet het magneetje draaien en via een schroefoverbrenging kon de prothese meegroeien met het gezonde been. Op deze manier kon het been van een kind verlengd worden, zonder operatie.'
De verlengbare endoprothese werd uiteindelijk drie keer bij een patiëntje toegepast. Bij één van die operaties was hij aanwezig. Een prachtig moment in zijn carrière. `Een kind dat weer kan lopen, daar doe je het dus voor.'
Al snel bleek dat verbetering van de prothese noodzakelijk was. `En die ideeën zijn er wel, maar realisatie lukt niet omdat het voor de industrie commercieel niet interessant is. Het is een dure prothese, die weinig wordt toegepast.'
In 1990 verhuisde Verkerke naar Groningen. Daar werkt hij sindsdien bij de afdeling Biomedical Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen en verricht onderzoek aan de wervelkolom, naar de vervanging van de larynx, het strottenhoofd, en circulatieondersteunende systemen.
Voor de vacature van deeltijdhoogleraar bij de vakgroep biomedische werktuigbouwkunde van de faculteit CTW bleek hij dé perfecte kandidaat. Decaan Henk Grootenboer, zelf hoogleraar biomechanica, omarmde de nieuwe aanwinst. Verkerke: `Dit vakgebied past precies bij me. Nadeel van Groningen is dat daar weinig engineer-opleidingen zijn. Het contact met de UT heb ik daarom altijd onderhouden, omdat ik graag op de hoogte blijf van technische vorderingen.'
Als nieuwe prof gaat Verkerke in februari het vak `ontwerpen van biomedische producten' verzorgen voor studenten in de masterfase. Samen met collega Edsko Hekman. Verkerke: `Interessant aan dit vak is dat het bedoeld is voor studenten met verschillende studieachtergronden. BMT'ers, IO'ers, WB'ers en straks ook TG'ers gaan leren samenwerken aan de toepassing van een biomedisch product. Door de verschillende achtergronden kijken ze op een andere manier naar het project, maar moeten ze wel gezamenlijk tot een oplossing komen.' Daarnaast wil Verkerke de masterstudenten begeleiden bij uitstapjes naar het proefdierenlab in Groningen en naar een operatiekamer. `Dan weten ze alvast wat hun in de praktijk te wachten staat.'
Het onderzoek waar Verkerke zich mee bezig gaat houden is ook gericht op de wervelkolom, in eerste instantie op verbetering van de scoliose correctiestaaf. Deze wordt gebruikt als behandeling van een zijdelingse verkromming van de wervelkolom. Op het memobord in zijn werkkamer tekent hij hoe zoiets eruit ziet: een s-vormige wervelkolom of een wervelkolom waarin een bocht zit. `Met als gevolg dat organen in verdrukking komen en rugklachten ontstaan. Als je er niets aan doet, kan het de dood tot gevolg hebben', vertelt de hoogleraar. Op de UT, door de vakgroep biomedische werktuigbouwkunde, werd al een uitwendig corset ontwikkeld om dergelijke verkrommingen van de wervelkolom tegen te gaan. `De ernstige gevallen zijn meer gebaat bij een geheugen-metalen staaf. Deze wordt operatief vastgezet aan de wervelkolom. Na verwarming `herinnert' de staaf zich de oorspronkelijke rechte stand en buigt langzaam terug, zodat de wervelkolom in de juiste positie wordt gebracht.'
Er valt nog zoveel te doen op zijn vakgebied, vindt hij. De ruggenwervels vormen een kwetsbaar deel van het menselijk lichaam. Hoeveel mensen hoor je niet klagen over rugpijn? `De samenleving vergrijst, klachten door botontkalking en wervels die inzakken gaan daar mee samen. Die wervels weer omhoog krikken, ook daar ligt interessant onderzoek te wachten.'
Verkerke lacht om de vraag of hij aan één dag per week wel genoeg heeft op de UT. `Die twee uur heen en terug naar Groningen kan ik heerlijk ongestoord werken in de trein. Dat scheelt', is het nuchtere antwoord. `En als deeltijdhoogleraar kan ik me volledig op onderzoek en onderwijs richten. Van managementtaken word ik ontzien. Maar bovenal werkt het stimulerend om op twee verschillende plekken te werken. Nieuwe mensen, een nieuwe omgeving, het geeft mij juist bergen energie.'
Maaike Platvoet
Deeltijdhoogleraar Bart Verkerke gaat zich bezighouden met verbetering van de scoliose correctiestaaf. (Foto Arjan Reef)