De fusie was een logische stap. `We hadden hetzelfde publiek en leidden allemaal een noodlijdend bestaan', vertelt Jannie Bijlefelt, destijds bestuurslid van de Cineclub. In de beginjaren was er nog een strikte scheiding tussen de commerciële film en het alternatieve circuit. `We hadden toen ook moeite om een jaarprogramma te vullen', aldus Bijlefelt. Sinds 1977 draait de filmclub eenmaal per week een film in de Vrijhof.
In het afgelopen decennium is de scheiding tussen de verschillende genres steeds verder vervaagd. `Tegenwoordig zie je ook arthouse-films in de bioscoop. Die zijn zowel artistiek als commercieel interessant', aldus de huidige CCFK-voorzitter Erik Eshuis. Hij signaleert nog een ander verschijnsel. `De grote filmhuizen hebben toenadering tot elkaar gezocht en de Associatie voor Nederlandse Filmtheaters opgericht. Dat was het begin van de professionalisering van de niet-commerciële filmvertoning. De grote filmhuizen zijn zich toen ook filmtheater gaan noemen.
Als relatief kleine club kan de CCFK pas films claimen als bijna alle andere afnemers aan de beurt zijn geweest. `Soms hebben we een incidenteel succesje', vertelt Eshuis, zoals Blue Velvet, die erg snel na de première in de Vrijhof draaide en waar 260 mensen op afkwamen.
In het bestuur leeft als toekomstideaal de opricchting van een groot, goed geoutilleerd filmtheater in Enschede, het liefst met twee zalen. Volgens de CCFK woont nog maar 12,5 procent van de leden op de campus en moetten steeds meer mensen speciaal voor een film uit de stad komen. Het bezoekersaantal van de Cineclub Filmkring is de afgelopen jaren gedaald van gemiddeld honderd naar zestig toeschouwers. (…)