Amper twee jaar geleden werd de stichting Studenten Steunpunt in het leven geroepen, omdat de Studenten Raad Drienerlo, de Twentse studentenvakbond, ter ziele was gegaan. Het Steunpunt zorgde er voor dat enkele belangrijke taken van de vakbond gehandhaafd bleven. Studenten konden een beroep doen op het Steunpunt voor individuele dienstverlening op het gebied van studiefinanciering, onderwijs, afstudeersteun, huurrecht en arbeidsrecht.
Ten Brinke: `En heel wat studenten hebben we de twee jaar, vooral via de mail, kunnen helpen. Met vooral vragen over bijbaantjes en huurbazen die zich niet aan afspraken hielden. Of over ouders die gescheiden zijn en waarvan de één weigerde om bij te dragen in de kosten. Hoe los je zoiets nou op? Het afgelopen jaar hebben we samen met onze advocaat zelfs nog twee studentenhuizen kunnen helpen met een rechtszaak tegen hun huisbaas.' De voormalig secretaris zucht eens diep: `Het is echt heel jammer dat studenten niet meer bij ons kunnen aankloppen.'
Redenen weet Ten Brinke wel te geven voor de teloorgang van het Studenten Steunpunt. `Er werd amper nog beroep op ons gedaan. Studenten weten tegenwoordig hun eigen boontjes te doppen en vinden veel informatie via het internet. Maar ook is de student minder kritisch, vind ik. Kritisch zijn past niet meer bij deze tijd. Het klimaat in Enschede is daarvoor te mild.' Andere oorzaak is het gebrek aan opvolging voor het bestuur van het Steunpunt. Het afgelopen jaar werd er flink gelobbyd en geflyerd om nieuwe mensen aan te trekken. Maar zonder resultaat. `Er is zelfs nog een noodbrief de deur uit gegaan naar een groot aantal studie- en sportverenigingen. Dit alles leverde welgeteld één reactie op van iemand die er later toch weer van afzag.'Aan het einde van afgelopen collegejaar trokken voorzitter Maarten Schopman, penningmeester Niek Hassink en secretaris Bart ten Brinke daarom hun conclusies. `We zetten er een punt.'
Marlous Reijs, bestuurslid van de Student Union, laat nog wel weten het `erg jammer te vinden' dat het Steunpunt ermee stopt. `Maar ik denk dat het niet zoveel zin meer had. Studenten gebruiken het internet om informatie op te zoeken. We hebben wel gekeken of we misschien bepaalde taken konden overnemen. Als we een hulpvraag krijgen van een student, dan proberen we hem of haar ook zo goed mogelijk bij te staan.'
Jan Melief, directeur van de dienst studentenvoorzieningen en campus, is ook van mening dat de UT-student het zó goed voor elkaar heeft, dat er daardoor ook geen belangstelling meer is voor een Studenten Steunpunt. `Wij hebben hier de meest tevreden studenten van Nederland, onze voorzieningen zijn uitstekend. Maar natuurlijk speelt ook mee dat jongeren tegenwoordig meer gezagsgetrouw zijn en dus minder actiebereid.' En bijna met weemoed in zijn stem: `Dat was in de jaren zestig wel anders.' Melief wijst er op dat de studentendecanen er ook zijn voor het bespreken van allerlei problemen. `Ze hebben zelfs een inloopspreekuur. En bij een decaan kun je ook terecht over een ruzie met je huisbaas.'