Vanwaar die getallen: vijfhonderd nieuwe arbeidsplaatsen en dertig nieuwe kennisintensieve bedrijven in 2008 en maar liefst tienduizend arbeidsplaatsen in 2020?
`De afgelopen vijftien jaar zijn er door nieuwe bedrijvigheid vanuit de UT in totaal vijfduizend nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan. We hebben dit vooral bereikt met onze TOP-regeling, maar ook niet veel meer dan dat. Vergeleken met de andere universiteiten staan we wat dat betreft op de eerste plaats, op afstand gevolgd door Eindhoven, maar in het land der blinden is éénoog koning. Het kan veel professioneler en daar zijn we nu mee bezig. Door de handen in één te slaan en met de inzet van professionals denken we het volume van die nieuwe bedrijvigheid te kunnen verdubbelen.'
Sinds de aanstelling in het voorjaar van een accelerator, zeg maar een procesversneller op het gebied van tissue-engineering, zijn er, zo blijkt, al vier nieuwe bedrijven ontstaan. Maar de tijd is kort: over ruim drie jaar moeten dat er dertig zijn. Zijn de plannen niet wat al te ambitieus?
`Ambitieus? Nogal ja. Maar niet té. Laten we de balans tegen die tijd opmaken. Dan kunnen we vaststellen of de miljoenen die we er met z'n allen insteken goed besteed zijn. We hebben als universiteit natuurlijk veel ervaring opgebouwd met het genereren van kennisintensieve en innovatieve bedrijvigheid. Dat begon al in het midden van de jaren tachtig met Harry van den Kroonenberg (de fameuze rector magnificus, red.) als inspirator. We liggen als universiteit voor op de rest van het veld, we weten waar we het over hebben. De TU Eindhoven (de vorige werkgever van Te Beest, red.) doet het ook goed. Ze weet zich omringd door grote bedrijven als Philips, ASML en Océ, maar dat maakt haar ook kwetsbaar. Kijk maar naar wat er gebeurt als er een grote speler verdwijnt. Zoals Ericsson een paar jaar geleden, hier in Twente. Wat de UT daarnaast vóór heeft is de aanwezigheid van Mesa+, waar veel jonge ondernemers op af komen. Dáár gebeurt het. Het is voor mij het voorbeeld van bedrijvigheid rond een topinstituut. Dat mag van mij wel UT-breed.'
Ieder speerpuntinstituut zijn eigen cluster van bedrijven? Inclusief dus dat ene niet-technische instituut van de faculteit BBT.
`Ja, dat zou voor mij de ideale situatie zijn. Ik kan me voorstellen dat alle instituten accelerators gaan aanstellen om de wetenschap en het bedrijfsleven bij elkaar te brengen. De club van Feijen en Van Blitterswijk (het BMTI, red.) is hier mee begonnen. Het hele proces is een kwestie van lange adem, er gaan jaren overheen. En wat het niet-technische instituut betreft: dat is nog nieuw, maar zodra de gang er goed in zit is een soortgelijke situatie denkbaar, uiteraard. Voor innovatie is meer nodig dan technologie.'
Professioneler.....
`In alle facetten. Onze voornemens passen volledig in de drie TU-afspraken waarin de UT het voortouw heeft op het gebied van kennisvalorisatie. De voortgang ervan stemmen we uiteraard af met Delft en Eindhoven, die ook de TOP-regeling en het vervolg erop (de TOP+, red.) gaan invoeren. Met hen zullen we de afzonderlijke plannen en regelingen van de TU's harmoniseren en naar het gezamenlijke niveau tillen. We leren van elkaar. Thales heeft in de persoon van Dick Arnold een vooruitgeschoven post op de UT. Die kent de specifieke markt en matcht vanuit de faculteit CTW wetenschappelijke kennis en commercie. De UT heeft ruimte voor meer van dit soort functionarissen. Mesa+ wil een technology accelerator en de vestiging van een technologisch topinstituut nanotechnologie op de campus, ter versterking van haar positie. Ik zie dat soort ontwikkelingen graag.'
Hoe ziet de campus er over pakweg tien, vijftien jaar uit?
`Een optimaal verdicht hart voor onderwijs en onderzoek (het O&O-gebied zoals dat is verwoord in de vastgoedplannen van de UT, red.), met een rand van gebouwen die, zeg maar, zijn vrijgespeeld. Dat worden kernen van bedrijvigheid met ondernemingen die passen in de filosofie van Kennispark Twente. We hebben geen behoefte aan bedrijven waar we niks mee hebben. Het gaat om de meerwaarde voor ons onderzoek. Ik voorzie dat op termijn zich ook buitenlandse bedrijven op de campus gaan vestigen. We groeien toe naar een kenniscampus.'
Daarin zou de komst van een TNO-instituut niet misstaan. De TU/e heeft TNO-Industrie binnen haar poorten.
`Ik sluit dat zeker niet uit. Eindhoven is een goed voorbeeld. Laat ik het zo zeggen: we gaan gesprekken daarover niet uit de weg.'
Maar wat blijft er dan nog van de groene campus over?
`Zo'n vaart loopt het niet, er is nog voldoende plek op het B&S-park aan de overkant van de UT. Op termijn, na 2008 komen gebouwen als de Langezijds en Hogekamp vrij. Die kunnen we afbreken of opnieuw inrichten, dat is nu nog niet aan de orde. Voor het CvB staat wel vast dat als er gebouwd gaat worden we daar als UT geen financiële risico's bij willen lopen. We zullen daar projectontwikkelaars voor aan het werk zetten. We maken al wel samen met de gemeente, die de fysieke kant van de zaak behartigt, allerlei structuurschetsen. Want meer bedrijvigheid op de campus heeft ook z'n impact op de infrastructuur en ontsluiting van het terrein.'
Hoeveel geld steekt de UT in Kennispark Twente?
`Los van de aanstelling van accelerators en een directeur van de Holding Technopolis (Eric Jan de Wit, red.) die we sowieso zouden hebben aangesteld, zal dat de komende jaren neerkomen op tenminste een half miljoen euro per jaar. Ik teken er wel bij aan dat die accelarators zich na een jaar of drie, vier zelf moeten terugbetalen. In die zin dat ze worden betaald uit de dividenden van de bedrijven die ze hebben opgericht. Wij zien er als UT op toe dat dit proces goed verloopt. En verder bieden wij bedrijven onze laboratorium- en andere onderzoeksfacilteiten aan. Die facilitysharing levert ook geld op,evenals de bijdrage aan de kosten van het parkmanagement.'
Bert Groenman
Langezijds, het voormalig CT-gebouw, komt op termijn leeg. Herinrichting of nieuwbouw, dat is dan de vraag. De UT zal daar projectontwikkelaars bij inschakelen.
