De cijfers van de IB-Groep geven een indicatie van de uiteindelijke verdeling over de verschillende opleidingen, maar de instroom ligt nog niet vast. De studentenaantallen kunnen nog schuiven (zie ook de peiling van vorige week in deze krant, pagina 3). Het kan snel gaan. In de vorige peiling was Leiden de hekkensluiter, maar afgelopen vrijdag stond de VU onderaan.
De nieuwe studenten kiezen vaker voor traditionele studies als Frans (bijna een kwart meer eerstejaars) en Duits (zestig procent meer). Ook exacte vakken als natuurkunde en biologie doen het goed. Scheikunde stijgt zelfs met meer dan dertig procent.
Het gaat bij talen en exacte vakken om enkele tientallen studenten. Maar ook grote stabiele studies als rechten en geneeskunde krijgen meer aanmeldingen. Die trend werd al in de loop van het vorige studiejaar gesignaleerd. De tien procent extra inschrijvingen voor geneeskunde zullen natuurlijk dankzij de loting weer verdwijnen, maar ze zeggen iets over de voorkeur van de aankomende eerstejaars. Die willen geen modestudies meer.
Communicatie- en informatiewetenschappen leveren bijvoorbeeld aandeel in. Ook de economische studies, die jarenlang groeiden als kool, doen het slechter dan voorheen. Biologie en gezondheidswetenschappen stijgen flink. Die studies krijgen bovendien op het laatste moment nog de pechvogels binnen die voor geneeskunde worden uitgeloot.
Maar de grote studies stijgen niet bij iedere universiteit. Sommige instellingen lijken uit de gratie. Terwijl de UvA en Utrecht op dit moment allebei met ongeveer vijftien procent lijken te stijgen, daalt Leiden met meer dan vijf procent. De VU staat zelfs bijna zes procent in de min ten opzichte van de inschrijvingen vorig jaar. De gehele studenteninstroom stijgt met enkele procenten, wat de dalingen nog extremer maakt.
De verschuivingen zouden te maken kunnen hebben met de slechte beoordelingen in bijvoorbeeld de Keuzegids Hoger Onderwijs. Terwijl de UvA zich weer een beetje omhoog heeft gewerkt, eindigt de VU bijna onderaan. Leiden trok afgelopen jaar de aandacht met het voornemen om `selectie aan de poort' te onderzoeken en misschien heeft dat een negatief effect gehad.
Als we de totale stijging van ongeveer 4,8 procent meer studenten in het oog houden, dan lijken behalve de UvA en Utrecht alleen de Katholieke Universiteit Nijmegen, de TU Eindhoven en de TU Delft marktaandeel te winnen. De rest staat vooralsnog in de min.
Eerder dit jaar was de stijging in vooraanmeldingen nog meer dan zeven procent. Nu is dat al afgenomen tot 4,8 procent. Het zou niet verbazingwekkend zijn als de uiteindelijke stijging van het aantal eerstejaars onder de vier procent blijkt te liggen. Het aantal achttienjarigen is maar anderhalf procent hoger dan vorig jaar.
HOP, Bas Belleman
====
De stand per vrijdag 20 augustus 2004. Totaal van 36465 naar 38233 = + 4,8.
UvA van 4024 naar 4634 = + 15,2; UU van 5814 naar 6677 = + 14,8; TU Delft van 1734 naar 1890 = + 9; TU Eindhoven van 1122 naar 1219 = + 8,6; KUN van 3355 naar 2629 = + 8,2
Wageningen van 443 naar 463 = + 4,5; UM van 2529 naar 2610 = + 3,2; RUG van 4210 naar 4263 = + 1,3; EUR van 3804 naar 3828 = + 0,6; Uv Tilburg van 1901 naar 1891 = - 0,5
Twente van 1138 naar 1096 = - 3,7; UL van 3425 naar 3241 = -5,4 en VU van 2966 naar 2792 = -5,9.
Zie ook de stand van vorige week, gepubliceerd in UT-nieuws editie van 19 augustus.