Tokio, 5 april 2004
Om 10 uur `s ochtends kom ik vandaag, gelukkig op de minuut nauwkeurig, aan op metrostation Waseda waar een professor mij zal komen ophalen. Ik sta buiten en de prof weet mij snel te vinden. `Kenji', roept hij uit. Dat is zijn voornaam, weet ik. Maar of ik hem nu ook bij de voornaam mag noemen, dat betwijfel ik sterk. Japanse professoren staan hoog op de maatschappelijke ladder en daar zal ik mij uiteraard aan conformeren. Hoewel `Kenji' net zo aardig tegen mij doet als een gemiddelde Twentse hoogleraar, is onze verhouding toch wezenlijk anders. Dus mijn vraag is altijd oprecht, mijn verzoek nederig en mijn waardering altijd zeer groot. Verder merk ik dit keer weinig van het standsverschil.
We lopen naar het kantoortje waar een paar studenten kromgebogen over hun werkstuk zitten. Het vertrek oogt rommelig en er staan zelfs een paar ligbanken waarop overnacht kan worden. Dit gebeurt in Japan geregeld.
We praten over mijn stage-onderwerp: drug delivery systems. De professor is bezig met een vijfjarig onderzoek naar de toepassing van halfgeleider nanoparticles als dragers van medicijnen. In de twee uur dat japans-engels en nederlands-engels elkaar afwisselen, doe ik veel nieuwe inzichten op.
Dan nodigt de professor mij opeens uit voor een lunch. Natuurlijk ga ik daar op in en even later zit ik in een Japanse noodletent gebogen over mijn Kamo Seiro: soba noedels met eend. Naast mij wordt er behoorlijk op losgeslurpt en ik moet onwillekeurig glimlachen om deze geweldige culturele uitspatting. Kenji legt uit wat de bedoeling is: de koude noodles in de hete eendensoep dopen en dan naar binnen slurpen. `That's polite'. Ik buig diep over mijn kommetje en slurp.
Het culturele uitje doet mij denken aan een ander fenomeen dat vorige week centraal stond in Tokio: sakura, kersenbloesem. De witte bomen in de Shinjuku-gyoen moest je hebben gezien. Dus om iets meer van dit Japanse hoogtepunt te begrijpen toog ik afgelopen week in mijn lunchpauze naar de gyoen (park), te Shinjuku. Sakura is het nationale symbool van Japan. In Tokio staan een paar grote parken, waar je nog enigszins van deze rozewitte bloemetjes kunt genieten, als je je tenminste niet stoort aan de tienduizend Japanners die zich samen met jou in het park verdringen rondom de bloeiende bomen. Wie in een openbaar park rondloopt moet trouwens ook tegen de zwervers kunnen: de slachtoffers van het bubble-tijdperk hebben hier hun woning opgetrokken van plastic zeilen. Kraaien (een plaag in Tokio) fladderen in groten getale rondom deze levende hoopjes ellende en krijsen onophoudelijk moord en brand. Wel indrukwekkend, maar niet mooi om te zien.
Shinjuku-gyoen is een goed onderhouden park van 50 hectare waar je deze voorstelling moet missen, in ruil voor 200 yen (1,8 euro). Je krijgt wel een ander schouwspel voorgeschoteld: duizenden Japanners die onder een sakura-boom hun kleedje uitspreiden en daar de hele dag zitten te genieten. Uiteraard wordt het fototoestel - kleine mobieltjes, indrukwekkende telelenzen, alles loopt hier rond - niet vergeten. En dus gaat al gauw de hele familie op de foto. Want de sakura bloeit.
Bram Borkent
Voorjaar in Japan
![]()
![]()