`Wat staat de radio hard', zegt Mieke Boon. Het is dinsdagochtend negen uur en door de luidsprekers in het Theatercafé buldert de stem van een nieuwslezer. Boon sluit het lawaai buiten door op te schuiven naar de serre. De filosoof wil rustig na kunnen denken.
Boon, sinds 2001 universitair docent bij de afdeling wijsbegeerte van de faculteit Gedragswetenschappen, heeft alleen `s ochtends vroeg een gaatje in haar agenda. Om half elf pakt ze de trein naar de VU in Amsterdam, waar ze een lezing geeft voor een gezelschap wetenschapsfilosofen. `Een kritisch publiek. Maar dat vind ik juist leuk', zegt Boon die eigenlijk afgestudeerd en gepromoveerd is in de chemische technologie. Studeren deed ze in Twente, promoveren in Delft. Tegelijkertijd met haar promotie begon ze aan een opleiding filosofie in Leiden. `Die wisselwerking was heel leerzaam', vertelt ze. `Het werkte erg inspirerend omdat het nieuwe gezichtspunten opleverde om naar mijn onderzoek te kijken. Het versterkte de creativiteit en ik ging op een andere manier naar mijn methodiek kijken, waar anderen gebaande paden volgden. Zo ben ik de Popperiaanse weg ingeslagen, naar de filosoof Popper. Dat betekent dat ik niet zozeer toets of iets waar is, maar dat ik nadenk over een proef die kan aantonen dat wat ik heb bedacht níet waar is. Je daagt jezelf als het ware uit. Wat je beweert wordt op die manier steeds zekerder.'
Boon werd gegrepen door de filosofie en besloot er in verder te gaan. Wáárin wist ze ook. Ze had tijdens haar studie ontdekt dat er in de wetenschapsfilosofie heel weinig aandacht bestaat voor de technische wetenschappen. `Van oudsher doet men dat af als toegepaste wetenschap. Er bestaat een traditioneel idee dat bijvoorbeeld de fundamentele natuurkunde de échte wetenschap is, en dat de ingenieur de natuurkunde alleen maar toepast. Ingenieurs hebben daardoor een minderwaardigheidscomplex over de eigen status.' Zelf heeft Boon, als scheikundig technoloog, ook last gehad van dat beeld. `Het is nog niet over. Maar inmiddels kijk ik er wel genuanceerder tegenaan, hoor. Door de filosofie ben ik constant mijn eigen beelden aan het onderzoeken. Je ontdekt dat er beelden bestaan en dat je daar hele andere ideeën over kunt hebben. Het beeld over de ingenieurswetenschappen is ook wel wat geëmancipeerd, inmiddels.'
Toch, een adequaat beeld bestaat nog niet, vond Boon. Ze besloot er een onderzoek aan te wijden. Ze kreeg er eind 2002 een VIDI-beurs voor, een NWO-subsidie waar ze vijf jaar mee vooruit kan. `Ik probeer de ingenieurswetenschap te karakteriseren en te onderzoeken wat het betekent om kennis te ontwikkelen die het midden houdt tussen fundamenteel en instrumenteel. Aan het onderzoek werken drie technische aio's mee die reflecteren op hun eigen onderzoekstraject. Uiteindelijk wil ik toe naar een filosofie van technische wetenschappen.'
Bespeurt ze ook op de UT een zekere hiërarchie tussen onderzoekers van de `gewone' en `technische' natuurwetenschap? Diplomatiek: `Dat zou kunnen.' Dan: `Laat me een concreet voorbeeld geven. De hoogleraar filosofie die ook in de lezingenreeks spreekt, professor Doorman, is van huis uit natuurkundige. Toen hij nog als theoretisch natuurkundige werkte zat hij met zijn collega's in Amsterdam op de universiteit helemaal bovenin het gebouw. Onderin waren de experimentele wetenschappers aan het prutsen, in hun ogen dan. Ze voelden zich daar letterlijk en figuurlijk boven staan.'
Het lijkt Mieke Boon nuttig en leuk om ook met wetenschappers op de UT van gedachten te wisselen over filosofie. Vandaar haar idee om in de Faculty Club een discussiegroep te starten. `Ik hoop dat we daar eind april mee kunnen beginnen.'
Volgende week al vertelt ze over haar onderzoek in de lezingenreeks van Studium Generale. Daarin gaat het over natuurwetten. Boon zal ingaan op de rol van fundamentele natuurwetten in de ingenieurspraktijk. Daarbij komt uiteraard ook het onderscheid tussen de fundamentele wetenschap en de technische wetenschappen aan de orde. `Het traditionele beeld dat de ingenieur alleen maar toepast klopt niet! Waarom niet, dat zal ik in de lezing uitleggen.'
Ondanks de filosofische weg die ze is ingeslagen vindt Boon zichzelf nog steeds een echte ingenieur. `Mijn man is van huis uit scheikundige, ik ben scheikundig technoloog. Hij vindt het prima als hij iets weet. Ik denk dan: wat gaan we met die kennis doen?'
Lezing: dinsdag 30 maart Studium Generale, Vrijhof/Amphitheater. Aanvang 19.30 uur.
Jannie Benedictus
Mieke Boon
![]()