Uit het lood

| Redactie

Hij heet Harpalus luteicornis. Een loopkevertje, amper 7 millimeter groot. Op de Rode Lijst met bedreigde soorten staat hij al niet eens meer vermeld, zo zeldzaam is hij. En nu is hij dan plots in groten getale aangetrof­fen op De Esch. Een stuk onland net buiten Rotterdam. Door jarenlange storting van vervuild havenslib is dit gebied zo smerig geworden dat de Nieuwe Maas er in een wijde boog omheen gaat. Maar de luteicornis heeft blijkbaar geen last van zware metalen. Wellicht houdt hij er juist van. Het enige andere land waar hij nog voorkomt is Zwitserland. Daar hebben ze veel chemische industrie. Dat kan geen toeval zijn. Ik denk dat we na de mestkever nu ook de gifkever hebben ontdekt.


Loopkever

Het bewijst maar dat schoon geen universeel begrip is. Wat voor de één een bende is, is voor de ander een paradijs. Studenten herkennen dat meteen. Die passen niet in een opgeruimd huis. Ze moeten ruiken waar de pot is, anders zijn ze niet op hun gemak. Hun zielsverwanten, de vliegen, de pissebedden en de ratten, denken er netzo over. Ze voelen zich pas welkom wanneer het een puinhoop is. Aan een schoon milieu hebben ze een broertje dood.

Biodiversiteit en rotzooi horen bij elkaar. Of sterker, ze zijn synoniem. Ons hele ecosysteem is opgebouwd uit organismen die van elkanders resten leven. Het blad dat van de boom valt, is voor het leven op de bosbo­dem het manna uit de hemel. Wijzelf kleden ons in de haaruitval van het schaap, wij ademen de uitlaatgassen van de plant, en wij drinken de bedor­ven vrucht van de wijnstok. De één z'n stront vult de ander z'n mond. Of zoals de junk in mijn portiek altijd zegt: de één z'n shit is de ander z'n shit.

Biodiversiteit en rotzooi horen bij elkaar. En toch wordt het milieude­bat gedicteerd door opruimfetisjisten. Die doen het goed bij de burgerlijke medemens. De Brent Spar mocht niet worden afgezonken, want dat gaf vervuiling van de zeebodem. Discovery toont echter regelmatig hoeveel leven zich ophoudt in en rond gezonken schepen. Op de Nederlandse weiden holt de vogelstand achteruit sinds onze boeren verplicht zijn de mest in de grond te injecteren. Dat geeft inderdaad minder luchtvervuiling. Maar voor de vogels die gewend waren in de mest aan het oppervlak naar worm­pjes te zoeken, is het sedertdien hongerlijden. Zo wordt onze stralende blauwe lucht dus ook geschoond van gefladder.

Een schoon milieu begint bij jezelf, zo luidt het decreet. En dat geeft precies aan hoe egocentrisch dit steriele schoonheidsdenken is. Het begint bij jezelf en laat geen ruimte voor wat anders. Het omarmt idealen als "van vreemde smetten vrij" en moet daarom uiterst rechts in ons politieke spec­trum geplaatst worden. Desinfecteren is een mooi woord voor uitroeiing. En schoonmaak is algemeen beschaafd Nederlands voor Endlösung.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.