Voorafgaand aan de daadwerkelijke oprichtingshandeling keken de twee oud-hoogleraren, die beide aan de wieg stonden van de faculteit TN, terug op de ontwikkelingen die de technische natuurkunde deze eeuw in Nederland en met name de laatste vijfentwintig jaar aan de UT doormaakte. De Winter gaf een korte schets van de historische ontwikkeling van de studierichting Technische Natuurkunde. Na zijn aanstelling in 1966 bij de faculteit Elektrotechniek raakte hij al snel betrokken bij de oprichting van de faculteit TN. Een van zijn taken hierin was de invulling van het curriculum. De Winter herinnerde zich nog het commentaar van de adviseur van de TU Delft, nadat deze hem had gelukgewenst met het voorgenomen curriculum : 'Einstein had hier niet kunnen studeren', waarmee hij doelde op de sterk praktische invulling ervan.
Ludiek
In zijn ludieke, maar soms ook scherpe speech, plaatste Van der Marel, oud-hoogleraar bij de vakgroep Lage Temperaturen, zijn herinneringen aan de faculteit TN naast die van de natuurkundefaculteit in Leiden. Laatstgenoemde faculteit kenmerkte zich door een gemoedelijke sfeer. Zo hing bij de deur van een hoogleraar een bord met de tekst 'Hier woont hoogleraar Kluyver, mensdom huiver'. Van der Marel zei dat te hebben gemist in Twente. Ook plaatste hij vraagtekens bij het nut van de W&M-vakken aan de UT. Volgens hem leidt dit niet tot een verbetering van de maatschappelijke betrokkenheid van studenten. In Leiden gooide ooit een communistische collega het gebak dat was aangerukt ter gelegenheid van de verkiezingsoverwinning van een PSP-collega, met gebakschaal en al door het trapgat naar beneden. 'Dát was nog eens maatschappelijke betrokkenheid', aldus Van der Marel. Van der Marel gaf toe in het verleden nogal eens dwars te hebben gelegen als het ging om onderwijskundige maatregelen. Zo herinnerde hij zich nog de bezetting van het BB-gebouw als protest tegen de uitsluitingsprocedures voor studenten die niet hun propedeuse binnen de gestelde tijd haalden. Hij werd 'vereerd' met het bezoek van de demonstranten in zijn college, omdat hij ook tegenstander was van dit voorstel. 'Is er iemand in de zaal die toen bij mij college liep ?', vroeg Van der Marel. De zaal zwijgt.
In een korte presentatie praatte Arago de alumni bij over de laatste ontwikkelingen binnen de vereniging. In een presentatieover de organisatie van de studiereis Cosmos naar Tsjechië, Hongarije en Oostenrijk, gaf Matthieu Bijnagte een blik achter de schermen. Ook gaf hij een overzicht van alle studiereizen van Arago tot nu toe. In 1986 ging de vereniging voor het eerst naar de VS. De trip was zo'n succes dat de checklist hiervan nog steeds wordt gebruikt. Het zojuist verschenen lustrumboek is gefinancierd uit het bedrag dat van deze studiereis overbleef.
De huidige decaan van de faculteit TN, prof. dr. J. Greve, presenteerde zich als de 'ghost of christmas yet to come' uit 'A christmas carol' van Dickens. Na de voorgaande terugblikken in het verleden, ging hij in op de toekomst van de faculteit. Hij wees op de ontwikkeling van het nieuwe vijfjarige curriculum. Het is het de bedoeling dat studie nog meer een ingenieursopleiding wordt. Hierbij onderstreepte hij het belang van een alumnivereniging : 'U moet waar maken waar wij u voor opgeleid hebben. U heeft veel know-how als het gaat om de vraag: hoe maak je een ingenieur ?'
Erwin Witbreuk, zelf pas afgestudeerd en kersverse voorzitter van de alumnivereniging, joeg in een krap kwartier de eerste ledenvergadering er doorheen. Met een bescheiden klap met een geleende voorzittershamer van Arago verrichtte hij de oprichtingshandeling van Impuls. Witbreuk noemde als doelstelling van Impuls het onderhouden en verbeteren van de onderlinge contacten tussen de leden. Aangezien de vereniging bij oprichting slechts drie leden telde, veroorloofde hij zich een flirt richting Arago 'waar onze toekomstige leden zitten'. De faculteit TN is voorlopig de laatste faculteit die haar eigen alumnivereniging kreeg. Alleen CT&M en BIT hebben er nog niet een, omdat deze faculteiten nog geen afgestudeerden hebben.
