Techniek-studies

| Redactie

Het Nederlandse technologiebeleid staat te ver af van het midden- en kleinbedrijf (mkb). Om dat te veranderen, moet het rijk een deel van zijn innovatiegeld overhevelen naar de provincies. Bovendien heeft het Noorden van het land een sterkere innovatiebasis nodig. Voor dat doel moet de Groningse universiteit uitgebreid worden met `harde' techniekstudies. Dat zegt de Adviesraad voor Wetenschaps- en

Het Nederlandse technologiebeleid staat te ver af van het midden- en kleinbedrijf (mkb). Om dat te veranderen, moet het rijk een deel van zijn innovatiegeld overhevelen naar de provincies. Bovendien heeft het Noorden van het land een sterkere innovatiebasis nodig. Voor dat doel moet de Groningse universiteit uitgebreid worden met `harde' techniekstudies.

Dat zegt de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) in een vorige week verschenen advies aan de overheid. De raad vindt dat het Nederlandse technologiebeleid zowel in zijn subsidievoorwaarden als qua beschikbare voorzieningen nog teveel gericht is op grote bedrijven. Om ook het mkb tot innovatie te stimuleren, is regionalisering nodig. Zo moet een deel van het innovatiebudget opschuiven naar de provincies, omdat zij dichter bij het regionale bedrijfsleven staan.

De raad constateert constateert overigens dat Nederlandse bedrijven steeds meer aan innovatie doen, en dat de verschillen tussen de regio's wat dat betreft steeds kleiner worden. Om die reden ziet ze in het algemeen geen reden om bepaalde `zwakke' regio's extra steun te bieden.

Een uitzondering is het noorden van het land. Dat is volgens het AWT-advies de enige regio waar de uitstraling van een technologisch-wetenschappelijk instituut ontbreekt. Elders is er altijd een TU, of een overheidsinstituut in de buurt. De drie noordelijke provincies missen echter deze "trek in de schoorsteen", zoals de raad het noemt. De Groningse universiteit moet dit hiaat gaan opvullen, vindt de raad. Deze instelling levert nu al wel 60 afgestudeerden in een aantal technische richtingen af. Maar de AWT vindt dit nog veel te beperkt, omdat `harde' richtingen zoals werktuigbouwkunde ontbreken. En die zijn juist cruciaal voor zaken als het ontwerpen, installeren en `runnen' van technische installaties. Iets dergelijks zegt de raad over vakken als voedingstechnologie en scheepsbouw: er is in het Noorden veel behoefte aan, en Groningen biedt ze niet. Dus luidt het advies aan minister Ritzen: ga met de Groningse universiteit praten over de uitbouw van het techniek-avontuur met een aantal `harde' richtingen.

Over de rol van de drie technische universiteiten is de AWT in het algemeen lovend. De TU's hebben wel internationale allure, maar dat verhindert niet dat ze tegelijk steeds meer regionale banden aangaan.

Daarnaast wijst de raad op de belangrijke rol van technische hbo-faculteiten voor de regionale economie. Zo biedt het technologiecentrum van de hogeschool Heerlen dat bedrijven cursussen biedt in een door DSM gebouwde chemische proeffabriek. Andere voorbeelden zijn de `innovatiewerkplaats' van de hogeschool Eindhoven en de Utrechtse samenwerking van de hogeschool, bedrijven en een adviesbureau volgens de `triangelformule'.

Zeker voor de hogescholen is regionale samenwerking met het mkb volgens de raad het gepaste recept. Om die reden zou ook een groot deel van de 70 miljoen gulden vernieuwingsgeld voor het hbo door de provincies verdeeld moeten worden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.