Een internationale commissie heeft het onderzoek in de studierichtingen pedagogiek en onderwijskunde in Nederland beoordeeld, over de periode 1990 tot en met 1994. De beoordeling was gericht op wetenschappelijke kwaliteit, productiviteit, relevantie en de langetermijn-haalbaarheid van de onderzoeksprogramma's. De UT-faculteit Toegepaste Onderwijskunde scoorde op al deze criteria het hoogste van alle onderzochte faculteiten in Nederland.
In een reactie zegt TO 'verheugd' te zijn met de uitslag, maar tekent er wel bij aan dat de faculteit zich in een relatief voordelige positie bevindt. 'Het grote voordeel is dat het onderzoek kan worden verricht binnen de eigen faculteit. In deze setting hoeven stafleden binnen de universiteit niet te concurreren met niet-onderwijskundigen. Dat is wel het geval bij de andere programma's, waar men om de schaarse onderzoeksmiddelen moet concurreren met filosofen, pedagogen, psychologen en sociologen.'
De faculteiten die, behalve TO, zijn beoordeeld, zijn Sociale en Gedragswetenschappen, Leiden; Gedrags- en Sociale Wetenschappen, Groningen; Sociale Wetenschappen, Utrecht; Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Amsterdam; Psychologische en Pedagogische Wetenschappen, VU Amsterdam en Sociale Wetenschappen, Nijmegen.