Tweede rapport studentenwelzijn

| Redactie

Het blijft tobben met het instellen van een 'Dienst Studentenwelzijn'. Als het aan de commissie Horsch had gelegen was op poten zetten ervan al een fors eind op weg geweest. Maar de discussie rond een al dan niet te vormen aparte dienst is voorlopig nog niet ten einde. Deze week wordt de laatste hand gelegd aan een tweede rapport van de commissie Horsch.

Het is een aangepaste versie van het eerste rapport, waarin commentaren van faculteiten en diensten zijn verwerkt. Ook zou het advies inhoudelijk enigszins zijn gewijzigd. Het College van Bestuur heeft gevraagd om deze tweede ronde om het draagvlak voor het voorstel van Horsch c.s. te peilen.

De discussie over het al of niet formeren van een Dienst Studentenwelzijn en zo ja in welke opzet, is al sinds 1993 gaande. Toen werd door het organisatieadviesbureau KPMG aanbevolen de Medische Dienst en de Tandheelkundige Dienst ofwel te privatiseren ofwel onder te brengen in een dienst studentenwelzijn. Die zou ook andere studentgerichte voorzieningen kunnen omvatten. Het CvB voelde wel voor die laatste optie, maar de universiteitsraad ging hiermee niet akkoord. Vervolgens werd de commissie Horsch ingesteld.

Deze schrijft 'geen argumenten' te hebben de campusarts en -tandarts op te nemen in een dienst studentenwelzijn. Wel wordt geadviseerd het Bureau Studentenpsycholoog, het Bureau Studentendecanen en de Centrale Studentenadministratie op te heffen onder gelijktijdige vorming van een nieuwe centrale dienst.

Tannie Veenema van het Bureau Studentenpsycholoog: 'Als ze dat zo graag willen samenvoegen, ik vind het best. Het gaat ons om de functionaliteit. Als ze maar niet van buiten gaan opleggen hoe en wat wij moeten doen. Ze denken te weten wat wij doen, maar dat is niet zo.' Overigens verloopt de samenwerking met mentoren en studentendecanen al prima, vinden Veenema en collega Hans van Gelder. 'Ons interim-hoofd is een studentendecaan, ze zitten hier aan de overkant. Wij lopen zo bij elkaar binnen. Het blijkt ook dat de mentoren en decanen heel goed weten wie ze moeten doorverwijzen.'

De toekomst van de campusarts en -tandarts was onderwerp van een begin oktober verschenen informatieve discussienota van het Campuscollege. Daarin wordt de aanwezigheid van de beide diensten gewenst geacht, omdat zij een wervende werking voor de universiteit zouden hebben. Bovendien wordt geconcludeerd dat opheffing financieel bijzonder onaantrekkelijk is.

De fractie van CaBaal in de Raad voor de Campusvoorzieningen kon zich hierin vinden. Maar de Alliantie sluit opheffing of privatisering van de Tandheelkundige Dienst op langere termijn niet uit. Volgens fractievoorzitster Nicolette du Rieu is niet duidelijk wat de meerwaarde van de campustandarts is ten opzichte van een gewone tandarts. De Medische Dienst heeft zich wel een pré verworven boven algemene huisartsen. 'Die is heel goed op jongeren gericht. Bovendien is er een uitstekend overleg en verwijzingssysteem n aar het Bureau Studentenpsycholoog.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.