Op de heenweg, twee weken geleden, bemoeide iedereen zich met de route. Zodat ze op een gegeven moment niet in de Ardennen maar in Düsseldorf stonden. Amper drie dagen 'survivelen' later vertrouwde iedereen op die ene kaartlezer. De terugreis van La Roche, hartje Ardennen, naar Enschede duurde dan ook een uur korter. Dat was een van de effecten van de 'therapeutische groepssurvival'.
Johan Simonetti, huismeester van het TW/RC-gebouw en hoofd van de receptie en interne dienst, had een probleem. Zijn 'klanten', drie faculteiten en een dienst, waren een tikje ontevreden. 'Zo nu en dan hebben wij het gevoel dat het niet echt een eenheid is. Dat mensen langs elkaar heenwerken, niet weten wat de ander doet', kreeg hij te horen. Niet, haast hij te verzekeren, dat zijn medewerkers er met de pet naar gooiden, maar ze vormden geen team, het ontbrak aan samenwerking.
Chaos
De eerste opdracht die zij twee weken geleden van hun twee begeleiders in de Ardennen kregen illustreerde dat treffend. Bedoeling was binnen drie kwartier van boomstammen een stellage te bouwen waar ze alle zeven op konden zitten. 'Het was een chaos. Iedereen liep heen en weer te rennen en met palen te sjouwen. Na afloop werd dat vertaald naar de werksituatie. Dat leverde veel herkenning op.'
De survival was uitdrukkelijk een training. Een van de twee begeleiders was een psycholoog, die al vantevoren met de werksituatie en de medewerkers had kennisgemaakt. Bij de opdrachten werd vaak gewerkt met 'coaches' die de instructies kregen. Informatie-overdracht was belangrijk, luisteren naar elkaar en vertrouwen op elkaar. Zaken die ook doordeweeks van belang zijn, want bij de receptie wisselen de vier medewerkers elkaar af. 'Dan moet je dus wel van elkaar weten waar je mee bezig bent.'
Borreltje
Na die eerste 'sessie' verheugde iedereen zich al op een borreltje, toen twee medewerkers opnieuw met de instructeurs achter gesloten deuren verdwenen. Het onderhoud duurde lang en de spanning steeg. Ook Simonetti had geen idee van wat er op het programma stond. Rugzakken pakken, zo bleek, en met een busje de pikdonkere, regenachtige nacht in om gedropt te worden met slechts enkele summiere instructies: 'Daar sta je dan met je kompasje. Loop 142 graden in die richting hadden ze gezegd. Dan zie je daar een heel groot donker bos, dat kan toch helemaal niet, denk je dan?!'
'Je weet niet hoe ver je moet lopen, hoe lang het duurt. Alleen dat je tot een beekje moet, dan stroomafwaarts tot de rivier en die stroomopwaarts volgen. Dat ging dus prompt mis. Wij kwamen niet bij het beekje, maar bij de rivier uit. Krijg je midden in de nacht een discussie: is dit een beekje of is dit een rivier?'
Barre tocht
Daarna volgde een barre tocht over een soms nauwelijks meer als zodanig te herkennen pad. 'Iedereen heeft wel een moment gehad van nou, dit kunnen ze nooit hebben bedoeld. Dan zei dus iemand: 'Ik zet geen stap meer verder, ik ga hier zitten, haal mij morgenochtend maar op.' Een ander wilde juist weer vooruit gaan, kijken hoever we nog moesten. Maar we hebben steeds gezegd: 'Nee, we blijven bij elkaar. We willen als groep het eindpunt halen.' Het pad werd ook alleen maar slechter dus ja, je kunt ook eigenlijk niet meer terug. Maar er is geen onvertogen woord gevallen. Iedereen had begrip voor de situatie van de ander. We sleepten elkaar er doorheen.'
Lekker
De instructeurs hadden hen beloofd dat ze aan het einde van de tocht lekker zouden kunnen dineren met een wijntje. En inderdaad, om drie uur 's nachts, arriveerden ze bij een kistje hout en een witte ton gevuld met rauwe aardappels, uien en wortelen, zeven schoongemaakte forellen én een paar flesjes wijn. Voor vier medewerkers mocht het wat, zij wilden maar een ding: slapen. Het liefst hadden ze zich stante pede in hun slaapzak geritst. Dankzij de drie anderen werd er eerst nog een 'tent' geïmproviseerd want het regende nog steeds.
Simonetti en twee collega's hadden nog de puf een vuurtje te stoken en een hapje te eten, vertelt hij zichtbaar nagenietend. Toen zij twee uur later naar bed wilden, bleek er geen plaats meer in de tent. De rugzakken waren op de eerste de beste plek neergesmeten, de slaapzakken weinig efficiënt uitgerold. Dus moesten ze om vijf uur nog even een tweede tentje fabriceren. Drie uur later was het alweer opstaan geblazen. Terug op de basis kregen ze een stevig ontbijt en een compliment. Er waren groepen in minder barre omstandigheden afgehaakt.
Mol
Sommige medewerkers hadden toen het idee dat het zo wel mooi was geweest. Mooi niet. De volgende bestemming was een berg aan de Maas waar ze drie uur lang door grotten kropen, daarbij ieder tijdsbesef en oriëntatievermogen verliezend. Hoe het er daar onderaards uitzag, Simonetti weet het niet. 'Je voelt je net een mol.' Eén medewerker zei al na twintig meter: 'Ik ga niet verder' en wachtte de doorzetters op met bloemen. 'Dat vond ik heel ontroerend.'
Daarna moest ook Simonetti met de billen bloot. Zijn zwakke punt, volgens de psycholoog: 'Ik kan soms moeilijk delegeren. Ik zeg snel: dat doe ik wel.' Nu moest hij het zesgangendiner aan zijn medewerkers overlaten. 'Tijdens het uur dat ze met de bereiding van het diner bezig waren mocht ik niet in de keuken komen. Als er wat was, moesten ze maar naar mij toekomen. Zij doen het, daarop moest ik vertrouwen.' Simonetti en stilzitten, zelfs een buitenstaander kan zien dat dat een zware opgave is. 'Het was ook moeilijk, maar het verliep allemaal perfect!', zegt-ie trots.
Hoogtevrees
De laatste dag was vooral een dag van zelfoverwinning op de hoogtevrees. 'Ik ga die toren echt niet op en zeker niet van die kabel af', reageerden sommigen bij de aanblik van de 25 meter, hoge vervaarlijk uitziende, uitkijktoren. Uiteindelijk dus wel. En Simonetti? Die had wel zes keer naar beneden willen zwieren. Als je de glimmende ogen ziet verdenk je hem er even van het hele gebeuren puur voor zijn eigen lol op touw te hebben gezet.
Maar het waren de gebruikers, de eenheden dus binnen het TW-RC-pand, die voorstelden de medewerkers een training te geven en ook geld, de helft, in de f 13 000 kostende operatie wilden steken. Het survival-plan heeft Simonetti vervolgens opgezet met Ed Asselbergs van Personeel & Organisatie, die de andere helft van de kosten voor zijn rekening nam. Ook andere diensten mogen bij hem aankloppen, verzekert Asselbergs. Want het blijkt te werken.
Simonetti: 'Een hele gesloten persoon heeft tijdens de training zichzelf ontdekt en gedacht: 'Waarom vertel ik zo weinig?' Hij komt nu gewoon voor mening uit. Iemand anders had de neiging soms ergens emotioneel op te reageren. Die denkt nu eerst na voordat hij wat zegt. Het elkaar informeren gaat ook veel beter. We willen nu consequent werkbesprekingen houden; dat kwam er vroeger te weinig van.'
'Tijdens het evaluatiegesprek hebben we dingen van en over elkaar gezegd die voorheen nooit gezegd zouden zijn. Mensen hebben elkaar beter leren kennen. Als je ongeveer tegen je grens aanzit van wat je leuk en niet meer leuk vindt, van wat je kan en niet meer kan, en je collega's helpen je daar doorheen, dan krijg je daar waardering voor.'