De lol van een post tussen wal en schip

| Redactie

Goed bezien is het een wat merkwaardige organisatie. Ingeklemd tussen de Dienst Campusvoorzieningen (DCV) en de Raad voor de Campusvoorzieningen (RCV) opereert sinds een jaar het Campuscollege (CC), dat het bestuur vormt van de campus. Twee studenten en een voorzitter die beheerder zijn noch afgevaardigde. Of juist allebei? Ze verkeren in een benarde, maar goed betaalde positie. De relatie tussen raad en dienst is het afgelopen jaar niet over rozen gegaan. De een beschuldigt de ander van onderonsjespolitiek, de ander vindt de een bemoeizuchtig. En wie tussen twee worstelaars gaat staan, krijgt zelf de meeste klappen. Of niet? Wat is de lol van het werken tussen wal en schip? 'Het is een uitdaging', vindt vertrekkend collegelid en WB-student Alfred Griffioen. 'De spanning interesseert me', zegt coming man Johan Tigchelaar.

Alfred Griffioen

Stuk opgeschoven naar het beheer

Een opgeruimd kantoor, gladgestreken overhemd en bandplooibroek. Vakkundig geformuleerde zinnen die een door de wol geverfd politicus niet zouden misstaan. Alfred Griffioen, vijfdejaars student Werktuigbouwkunde, is vooral in beleid geïnteresseerd. Of beter: in 'stukjes beleid'. Want daar heeft hij zich het afgelopen jaar als lid van het campuscollege voornamelijk mee bezig gehouden, de portefeuillehouder financiën en accommodatie. 'Je ontwikkelt ideeën en probeert vervolgens te bereiken dat de organisatie die overneemt. Daar gaat het mij om, dat er ook iets mee gebeurt.'

En is dat een beetje gelukt?

'Je hoeft niet te denken dat je echt veel bereikt als student-collegelid. Daarvoor is een jaar te kort. Ik heb vooral gewerkt aan het lange-termijn beleid voor de campus. Daarin zeggen we: de campus moet de faciliteiten houden die ze heeft, en daar moeten we de exploitatie op aanpassen. En niet omgekeerd. Binnenkort verschijnt een nota over de verbouwing van de Bastille, daar heb ik ook hard aan gewerkt.'

Krijg je daarvoor als student wel de ruimte van de beroepskrachten?

'Ik word als student best gewaardeerd. Ik ben niet zomaar iemand die een jaartje mag komen kijken. Directeur Walter Bout is al jaren ingesteld op studenten die meebesturen op de campus. De meeste sectorhoofden (elk belast met een specifiek onderdeel van de campus, red.) zijn dat ook wel. Het is de manier waarop je het doet. En ja, je moet enigszins je plaats kennen. Sommige dingen worden langs je heen geregeld. Je wordt toch een beetje gezien als vertegenwoordiger van de raad binnen het bestuur.'

Als collegelid manoevreer je tussen beheer en raad in. Dat is geen fortuinlijke positie.

'Dat was zoeken in het begin. We zijn heel dicht bij de raad begonnen, in september. Later zijn we een stuk opgeschoven naar het beheer.'

Waarom? Omdat het gemakkelijker werkt?

'De raad probeert zich met bepaalde dingen te bemoeien, maar dat is niet het punt. We hebben gewoon in de directeur een goede gesprekspartner gevonden, daar zitten we mee op één lijn. Naar de relatie met de raad hebben we eerst in mindere mate gekeken. Dat hebben we later gecorrigeerd. De raad is de raad, punt. Wij pakken de hoofdlijnen en proberen die uit te voeren. De RCV zegt of ze het er mee eens zijn of niet. We zitten er tussenin.'

Het campuscollege wordt gemangeld tussen de beheerder, de DCV, en de raad.

'Het gaat allemaal niet vanzelf, dat is waar. Maar voor mij is het een uitdaging om op die manier te werken.'

Dat is een diplomatieke uitspraak.

'Nee, echt. Dat schipperen is leuk. Het campuscollege is een algemeen pispaaltje van zowel de raad als de dienst, maar zo werkt dat nu eenmaal. Het zal altijd wat conflictueus zijn in een organisatie als deze. Wij hebben daar een matigende invloed op.

'Hoe? Wij zorgen ervoor dat de raad goed is geïnformeerd. De financiën bijvoorbeeld, daar hebben de leden weinig grip op. Dan sturen we zo'n stuk van Financieel Economische Zaken (FEZ, red.) door met een toelichting, we maken het begrijpelijk. Omgekeerd werkt het ook. De raad neemt een besluit over het verdelen van subsidies, en wij kijken dan na een tijdje of dat ook door de dienst wordt uitgevoerd. Als dat niet zo blijkt te zijn, dan kaarten we dat aan.'

Desondanks voelt de raad zich miskend. De leden vinden dat er buiten hen om bestuurd wordt. Ze krijgen te weinig informatie. Om die reden heeft de Centurion-fractie zichzelf opgeheven.

'Bij de raad leeft een soort dadendrang, die willen alle beleidsstukken lezen en daar over meepraten. Dat komt ook omdat de leden er maar een jaar in zitten; ze willen resultaat zien. Maar soms kan dat niet. Beleid komt vaak stapje voor stapje tot stand, daar kun je moeilijk het hele traject bij zijn.'

Na de zomer hou je ermee op. Wat beveel je je opvolger aan?

'Nuchter blijven schipperen tussen raad en organisatie. Hoe? Dat moet-ie zelf uitzoeken. Goed luisteren en weinig praten, denk ik.'

Johan Tigchelaar

'Raad voor mij niet uitdagend'

Hij leerde de campus kennen als voorzitter van de sportraad en vindt het 'een gaaf concept'. Johan Tigchelaar, vijfdejaars TBK, zet zijn studie stop om een jaar door te brengen op de burelen van het campuscollege. Hij gaat zich bewegen op het 'beleidsterrein activiteiten en verenigingen', maar geeft zijn agenda nog niet prijs. 'Ik stel mijn doelen niet te hoog omdat ik teleurstellingen wil voorkomen. Wat ik graag wil is de campus meer voor het HBO openstellen, en dat ze daarvoor betalen. Maar zo'n beslissing is niet alleen aan mij. Ook de HBO-instellingen en het College van Bestuur drukken er hun stempel op. Je kunt als campuscollege beleid voorbereiden, maar of het ook echt vastgesteld wordt in de raad blijft de vraag.'

Waarom ben je niet gewoon raadslid geworden?

'Niet uitdagend genoeg. Ik wil mezelf ontplooien en denk niet dat ik bij de raad veel zal leren. Maar ga nu niet opschrijven dat ik de raad geen belangrijke instantie vind. Ik vind het goed dat studenten op dit moment het beslissingsrecht hebben. Anders ben je als professionele organisatie snel geneigd te verstarren. Okee, veel studenten weten niet eens hoe het systeem in elkaar zit en het is ook ingewikkeld om de dienst, de raad en het college als buitenstaander uit elkaar te houden. Aan de andere kant: zolang het goed gaat met de campus is er weinig interesse voor de politiek. Pas wanneer de studenten het niet naar hun zin hebben zullen ze zich ervoor gaan interesseren.

'Waar het om gaat is dat ik als lid van het campuscollege denk meer te bereiken dan als raadslid. We zitten tussen raad en beheerder in. We zijn delink tussen die twee, en dat is leuk.'

Wat is daar prettig aan?

'Het is de spanning tussen de verschillende instanties die me interesseert. Je hebt niet alleen te maken met de dienst en de raad, maar ook met organisaties als de sportraad en Apollo (de overkoepeling van alle culturele verenigingen, red.). Het is een uitdaging om beleid voor te bereiden dat door een groot aantal partijen wordt gesteund.'

Je voelt je meer bestuurder dan afgevaardigde.

Hij knikt glimlachend. 'Ja. Maar aan de andere kant: de raad kan mij ook de opdracht geven me ergens mee bezig te houden. De raad beslist, dus wat dat betreft, zoveel bestuurder ben ik nu ook weer niet.'

Je voorganger zegt dichter bij de DCV te staan dan bij de raad. Wat wordt jouw positie?

'Dat hangt af van de argumenten. Ik kies binnen het campuscollege de kant van degene die er de beste redenering op na houdt. Als de raad het ergens niet mee eens is maar de dienst komt met goede argumenten, dan is de keuze logisch. Maar dan krijgt het college wel meteen het stempel opgedrukt dat het aan de kant van de DCV staat. Omgekeerd, als de DCV met een slechte redenering komt, kies ik de kant van de raad. En dan zijn we voor de buitenstaander weer de verdediger van de RCV.'

Dat is lastig.

'Dat is het zeker.'

Als student word je door de raad toch als een vooruitgeschoven post gezien.

'Dat zou kunnen. Ik kan me ook voorstellen dat men bij de DCV zegt: 'dat is een van de hunnen'. Je komt er toch tussen vaste krachten te zitten, als nieuw collegelid dat maar een jaar blijft. Ik hoop dat ze me als student-lid serieus genoeg nemen, anders heeft het weinig zin.'

De raad klaagt over een gebrek aan communicatie. De leden worden naar hun zeggen niet genoeg geïnformeerd door de dienst. Kun je daar wat aan doen, als collegelid?

'Dat is niet alleen mijn taak. De voorzitter van de RCV moet aangeven welke informatie de raad nodig heeft. Binnen het campuscollege wordt dan besloten of die informatie naar de raad gaat of niet.

'Ik kan niet zeggen of ik het eens ben met de kritiek van de raad. Ik wil eerst met verschillende mensen spreken over wat er het afgelopen jaar goed en minder goed is gegaan. Daar kan ik me nu niet over uitlaten. Maar ik zal het niet zomaar naast me neerleggen.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.