Tonnie Buitink, campusregelaar:
'Ik heb ik een heel groot huis gehuurd, in een heel klein plaatsje in het noorden van Bretagne. Met alles erop en eraan: van afwasmachine tot wasmachine, noem maar op. Een huis voor acht personen. Genoeg dus voor mezelf, mijn vriend en de hond. Ga ik gewoon niks doen. Lezen, wandelen, omgeving bekijken, maar vooral niks. Ik zoek altijd plekken op waar het rustig is. Ik ben wel eens in Griekenland geweest op een eilandje, Telendos, waar zestig mensen woonden, allemaal schrijvers. Rust. Ik zit het hele jaar tussen mensen, ben altijd middelpunt, altijd aanspreekbaar, en daar word je wel eens zat van. Zo vlak voor de introductie kan ik dan even afkoelen, kom ik helemaal bij. Mijn hobby is koken, dan kun je je lol wel op in Frankrijk. Ik zoek de echte marktjes op, waar het plattelandsvolk komt. Ik spreek geen woord Frans maar krijg altijd wat ik hebben wil.'
Alie Gerritsen, secretaresse van de dienst Personeel & Organisatie:
'Ik ga zes weken naar onze caravan in Buurse. Dat doen we al acht jaar. 't Is net een dorp. Rutbeek is vlakbij. Daar zijn de kinderen binnen tien minuten. Zelf hou ik daar niet zo van. Ik ben de hele dag in beweging. Er worden allerlei dingen georganiseerd en ik zit zelf ook in de activiteitencommissie. Eigenlijk is het vier weken vakantie en een week uitrusten.'
Peter Horsch, hoofd dienst Personeel & Organisatie:
'Ik ga twee maanden met educatief verlof naar een vergelijkbare dienst bij de universiteit in Pretoria en daarna een maand op vakantie in Zuid-Afrika. Een collega van daar is eerder in Enschede geweest, zij zijn met dezelfde dingen bezig: positieve actie - dat noemen ze in Zuid-Afrika regstellende aksie - en de mogelijkheden van het uitwisselen van wetenschappelijk personeel. Van 't voorjaar vroeg hij of ik nog 'begeerte' had om te komen. De vakantie hebben wij nog niet gepland. Ik had nog nooit zo goed naar die kaart gekeken, maar het is een verschrikkelijk groot land. Er schijnt een mogelijkheid te zijn vrij goedkoop binnenlandse vluchten te maken. Die wildparken trekken mij helemaal niet. Dat heb ik al teveel op televisie gezien. Van die mensen die in een auto naar zo'n leeuw zitten te kijken.'
Nico van Eck, voorzitter u-raad:
'Als het goed weer is blijf ik thuis, dat vind mijn vrouw ook prima. Alles bij de hand, lekker in de achtertuin. Een week of twee, drie. En als het slecht weer is nemen we een last-minute. waarheen? Ach, dat zien we wel. Een weekje Malta of zo, als de zon er maar schijnt. Ik heb niet zo'n behoefte om elk jaar ver weg te gaan, dat levert alleen maar stress op. Eens in de tien jaar doe ik dat, dan ga ik naar Zuid-Afrika of Canada. Maar dat is dan wel weer genoeg.'
Andries Hamster, student EL en u-raadslid:
'Met vijf vrienden in een oud Volkswagenbusje naar Zuid-Frankrijk. Op het aanhangwagentje vier surfplanken. We gaan gewoon op zondag rijden en zien wel waar we uitkomen. Tien dagen, inclusief heen- en terugreis, dat is wat kortja. Maar goed, de een gaat stage lopen, ik moet afstuderen, de ander heeft een bijbaantje en altijd is er die hoge financiële nood. Dat is nu eenmaal zo bij studenten.'
Frits Schutte, CvB-lid:
'Ik ga naar Frankrijk, ons meest geliefde vakantieland want je hebt er werkelijk alles wat je in een vakantie zou willen. Ditmaal niet kamperen maar bij de Fransen thuis (chambre d'hôte) om het Frans weer een beetje op te halen. Verder hoop ik ook nog even in Spanje te zijn, om dezelfde reden.'
Dennis Dierikx, bestuurslid studentenvakbond SRD:
'Drie weken Pyreneëen. Ik moet er uit. Ik vervul twee bestuursfuncties (bij de SRD en bij studievereniging ConCept) en heb het veel te zwaar. Daarom heb ik die drie weken vakantie destijds ook bedongen.
We gaan eerst naar Perpignan. Twee dagen aan het strand, en dan met een treintje van Oost naar West. Met de rugzak. Uiteindelijk komen we in de streek net onder Lourdes uit. daar blijven we dan nog een dag. Met wie ik ga? Met Karin (Jakschtow, SRD-voorzitter, red.). Ze is ook flatgenote, hoor!'
Mary Franken, UT-secretaris:
'Sinds mijn keuze - in 1990 - voor een topfunktie in het HBO en later in het WO is het mijn grootste wens om in de zomervakantie af te reizen naar een piepklein gehucht in het zuiden van de franse Auvergne. Een plek, die alleen nog op een stafkaart voorkomt en die alleen door uilen, koekoeken, padden en adders te vinden is. Op die stille en verlaten plek biedt 'La Grange' mij een onderkomen voor een week of twee, drie, zonder e-mail, telefoon, fax en TV. Het gehucht met 6 stokoude Fransen en 2 jongere echtparen zijn het nieuws van de dag. Ik leef daar in hun ritme: tussen de koeiebellen van 6 uur 's morgens tot zonsondergang om half tien 's avonds. Terwijl zij in die tijd werken, zitten en kijken lees ik het ene boek na het andere of klim ik op mijn fiets om voor een paar uur de bergen in te trekken.
Waarom en waartoe verheug ik mij op die schone eenzaamheid?
Een vraag die mij vaker wordt gesteld en waarop ieder antwoord beleefd zal worden als een halve waarheid.
Vandaar geef ik in dezen het liefst de verklaringen van mijn vrienden en vriendinnen. De een ziet het als 'protest', de ander bekijkt het als 'vlucht'; weer anderen beleven het als 'prestatie-zoekerij' en vervolgens zijn er die menen dat het om 'compensatie van het vrouwelijke' gaat.
Alles aan hun redeneringen vind ik goed. Ik vind het zelfs wel leuk om mijn diepere gevoelens - wat het vakantievieren betreft - via derden te vernemen. Zo lijk ik een goede reden te hebben om de stilte te verkiezen, terwijl ik in feite kies voor luiheid, gemak en zwijgzaamheid. Heerlijk vind ik het om een beetje opgesloten te zijn in mijzelf en de wereld om mij heen te laten bestaan uit de melodieën van het water, het veld en het loslopende vee. Zó heerlijk vind ik dat, dat het mij laatst overkwam dat ik op de top van een beklommen berg stilstond en tegen mijn partner zei: 'Hé, wat doe jij hier?''
Peter Goud, CIV:
'Ik ben net naar Rusland geweest. Een goede vriend volgt al enige tijd een boeiende cursus Russisch en vroeg mij in maart om mee te gaan. Het is een land waar niet zoveel Hollanders naar toe gaan, met een fascinerende en moeilijke taal (Cyrillische tekens!). Ik ken iemand in Mozambique, en was eerst van plan daarheen te gaan, maar kreeg een negatief advies van de ambassade om het land als toerist te bezoeken.'
Joke Heisterkamp, office manager TRD:
'In de zomer ga ik meestal niet lang. Afgelopen winter ben ik naar de Antillen geweest, in de winter wil ik altijd naar de zon. In het voor- of najaar ga ik meestal naar Zuid-Europa (voorkeur Italië). Waarom? Omdat ik het heerlijk vind met andere mensen en culturen kennis te maken.'
Toine Heijmans, redacteur UT-Nieuws:
'Zwitserland, Wallis om precies te zijn. Met een auto vol pickels, gordels, HMS-carabiners, stijgijzers, gamaschen, helmen, petzl-lampjes, hardkecks, bivakzakken, tochtenvoer, prusikjes, abseilachten, schlinges, een lang touw, een hoogtemeter, een ademende jas en een goede vriend. En dat moet dan allemaal naar boven, naar de top van de Matterhorn en de Monte Rosa. Het staat al weken te wachten, gegroepeerd rond mijn trouwe Bergans-rugzak. De schoenen staren mij aan, op hun gekke stalen punten, de gordel hangt onrustig heen en weer te zwiepen voor mijn raam. Soms wordt ik 's nachts wakker met de onbedwingbare neiging een kop thee te zetten met de spiritusbrander.
Deze psychische afwijking, deze niet aflatende zoektocht naar alpien materiaal is overigens niet ongewoon in bergsportkringen. Met de vakantie in zicht gaat het eigenlijk nergens anders meer over, tot grote onvrede van de niet-begrijpende sociale omgeving. Het is een sport op zich geworden. De kunst is goede spullen te vinden voor een vriendelijke prijs. Veel van wat de Grote Merken aanbieden wordt gekloond door Slimme Zakenlieden. Probleem is dat ze het spul aanbieden op Plaatsen Waar Je Het Niet Verwacht, dus dat betekent alert zijn, dag en nacht.'
Hanke Lotterman, secretaresse UT-Nieuws:
'Kamperen aan de Franse westkust in Saint-Palais bij Royan, aan de warme golfstroom. Voor het eerst met het zoontje van twee. Dus ik ben benieuwd hoe dat gaat.'
Bert Groenman, hoofdredacteur UT-Nieuws:
'Twaalf dagen Gardameer, Peschiera en vervolgens zeven dagen Franse Rivièra. Saint Raphaël. Racefiets mee, ja.'
Pui Yee Chan, medewerker TBK en CT&M
'Dit jaar zijn we in februari begonnen met vakantievieren: winstersport in Frankrijk. Lachen als je bij de après-ski het bekende deuntje en de stem van André Hazes hoort. In de paasvakantie zijn we naar Venetië geweest. Dat was voor mij een verrassing. Ik wist niet waarom we er heen gingen, het was een idee van mijn vriend. Daar kreeg ik het huwelijksverzoek dat weer zal leiden tot mijn volgende reis. Die gaat waarschijnlijk naar de Dominicaanse Republiek, Jamaica of zoiets. Dat is voor november gepland. Rare tijd? Nee hoor, het is daar zo'n 25 tot 30 graden. Dus wat gaan we doen? Zonnen, snorkelen, tennissen, lekker eten, zwemmen, misschien ook duiken.'
Freek Lassche, directeur van het Facilitair Bedrijf:
'Van de vijf artikelen die ik naar de Kampeerkampioen stuurde zijn er drie geplaatst. Vooral zaken die fout gaan scoren goed in zo'n verhaal. Vastzitten op een gletsjer, autopech in Italië; dat maakt het leuk voor zo'n blad, daar kun je over schrijven. Al hoop ik ook op een leuke vakantie.
We gaan naar Frankrijk. Om te beginnen het gebied rond de Mont-Blanc waar we samen met een bevriend echtpaar wandelingen gaan maken. Daarna verhuizen we naar een camping langs de Tarn, waar de kinderen en aanhang ons op komen zoeken. Al met al een vakantie met redelijk wat activiteit, maar niet teveel. Dat is het voordeel van vakantie: niets moet.'
Helma Vlas, emancipatiemedewerker
'Ik ga naar een zeer uniek vakantie-adres: thuis! Waarom? Ik ben net verhuisd, geld op, ik moet mijn balkon op orde brengen. Alle rotzooi uitzoeken die ik in de loop der jaren heb verzameld. Voor de meeste mensen geldt die enorme drang om (ver) weg te gaan met de vakantie. Het verblijf in het buitenland is een must. Ik ben die 'drang' in de loop der jaren kwijtgeraakt. Misschien omdat ik al op redelijk wat plaatsen ben geweest. Waarschijnlijk ook omdat ik het het hele jaar door druk heb en blij ben om even rustig de tijd te hebben om wel thuis te zijn, maar niet te hoeven werken. Het feit datik een paard heb (en een hond) en daar in de vakantie veel tijd aan kan besteden scheelt ook.'
Frans van Vught, hoogleraar
'Wij gaan dit jaar naar het eiland waarvan Napoleon tijdens zijn ballingschap op St. Helena zei dat hij het met zijn ogen dicht zou herkennen: Corsica. Voor Napoleon was het die unieke en weelderige geur van de maquis die hem deed terugverlangen naar zijn geboortegrond. Voor ons is het de combinatie van kleine, vaak moeilijk bereikbare strandjes en een indrukwekkend bergmassief in het binnenland. De Napoleon-cultus nemen we op de koop te. Een kist boeken, de snorkels en twee kleine tentjes mee. De hond, de poes, de geiten en de vorige week geboren kuikentjes moeten we helaas thuis laten, zeer tot het verdriet van Lonneke en Jasper. Maar daar staat het snorkelen tegenover. Dat wandelen door de bergen doen zij eigenlijk liever niet.
Waarom wil papa dat toch altijd?'