De uit Veldhoven afkomstige Merx is de hele dag aan het werk aan de muur van de kantine in het nieuwe collegezalencomplex. Van acht uur 's morgens tot 's avonds een uur of elf kleurt hij zeventig vierkante meter tekst met grijs potlood in. Hij denkt er in totaal tweehonderd nodig te hebben. In kleine letters worden de woorden 'C'est moi' constant herhaald. In grote letters valt er het woord 'Waar' te lezen. 'Spiegel Spiegel' heet het en Merx vindt dat daarmee veel van de achtergrond van het werk te verklaren is.
'C'est moi' is het halve citaat 'L'etat c'est moi' (de staat, dat ben ik) dat toegeschreven wordt aan Lodewijk de Veertiende. De W van 'Waar' is de letter M op z'n kop. De bezoekers kunnen dat woord waar als plaatsbepaling lezen, maar Merx heeft het vooral bedoeld in de zin van waarheid. Door de speciale W te gebruiken is de connectie met de twijfel (Maar) gelegd. 'Het gaat over de confrontatie tussen het individuele en het collectieve. De wetenschap, de grote collectieve waarheid, bestaat bij de gratie van het individu, moi. Ik spiegel hiermee in de richting van de kantine de verwachtingen die in de kern, de collegezalen, bestaan naar buiten toe'.
Behalve de tegenstelling tussen het individu en het collectieve is het werk dominant aanwezig, maar door het grijze potlood toch neutraal, vindt Merx. 'Het is ingetogen, terwijl het tegelijkertijd schreeuwt uit alle macht'. Hij is benieuwd wat het effect zal zijn als het klaar is. Zeventig vierkante meter beschreven met steeds dezelfde tekst. Onlangs heeft hij 's avonds enkele schermen verwijderd en is buiten gaan staan. 'Ik denk dat het vooral 's avonds sterk de gevel zal bepalen. Door het vele glas is er van buiten goed zicht op. Ik denk dat het een mooi effect zal geven'.
De link met architectuur is in zijn werk meestal wel te vinden. De opleiding Bouwkunde in Eindhoven verraadt al iets van zijn belangstelling. Na die studie kon hij terecht bij een werkplaats voor beeldende kunst. Sinds die tijd is hij als kunstenaar actief. In Vlissingen ligt een door hem ontworpen bestrating, in het ziekenhuis van Roermond is een groot project van hem te zien. Meestal zijn z'n kunstwerken echter tijdelijk van aard. Hij ruimt ze na enige tijd op.
Merx is ondertussen niet erg enthousiast over het werken binnen de universiteit. De ruimte waar 'Spiegel Spiegel' nu ontstaat was naar zijn mening eigenlijk al af. 'En niet op de goede manier. Het is duidelijk een restruimte, iets wat overbleef nadat de collegezalen ingetekend waren'. Ook in heel praktische zaken is hij niet erg tevreden. 'In de gedachten van mensen besta ik niet. Zelfs de meest primaire arbeidsomstandigheden heb ik moeten bevechten. Ruimte om te werken, mogelijkheden om mijn werk te beschermen; daar heb ik steeds voor moeten strijden'. Nu schermen rood-witte linten zijn werk af, terwijl het opgebrachte potlood door schermen is afgedekt. Een beschadiging is niet te herstellen, meldt Merx. Als alle wanden eenmaal klaar zijn zal er een beschermlaag aangebracht worden.
Zelf weet hij ook wel dat met wat sjablonen het werk binnen een week klaar zou kunnen zijn. Steeds weer moet hij een ieder vertellen waarom hij het op deze tijdrovende wijze doet. 'Als ik met sjablonen zou werken heeft het niet de kwaliteit die ik bereiken wil. Met het potlood vul ik poriën met poeder. De ondergrond blijft zichtbaar. Door deze werkwijze blijft het er als steenuitzien'.
Na de korte pauze voor het gesprek vat hij zijn werk weer op. 'Monnikenwerk is het niet. Daarvoor zijn hier teveel mensen. Engelengeduld moet je er wel voor hebben', zegt hij, terwijl hij aan z'n zoveelste letter begint.