Het ministerie van onderwijs en de vereniging van universiteiten (VSNU) hebben nog geen overeenstemming bereikt over de toekomstige uitgaven aan wachtgelden. De VSNU erkent dat zij voorbarig heeft gemeld dat minister Ritzen een ambtelijke analyse had 'geaccepteerd'.
De universiteiten willen dat minister Ritzen meer geld geeft voor de uitkeringen aan ontslagen personeel, de wachtgelden. De minister bestrijdt echter hun claims. In april werd daarom besloten dat ambtenaren van de VSNU en het ministerie een schatting van de uitgaven zouden opstellen. Opgeteld tot 2008 kwamen zij uit op een totaaltekort van 800 miljoen gulden. Ritzen nam deze analyse onlangs in ontvangst. Verheugd meldde de VSNU in haar (elektronische) Nieuwsflits: 'De minister accepteerde deze gegevens en toonde zich verrast over de omvang van de problematiek.' Het gevolg: verwarring in hogeronderwijsland.
De waarheid is anders. Zowel minister Ritzen als VSNU- voorzitter ir. W. van Lieshout hebben afstand genomen van de analyse. Volgens een woordvoerder van de minister is het stuk onder grote druk geschreven en bovendien 'een extrapolatie van 1994, een ongunstig jaar.' Volgens de analyse komen de universiteiten vanaf 2010 geen geld meer tekort. In werkelijkheid kan dat heel goed eerder gebeuren, aldus de woordvoerder. De ambtenaren gaan de komende tijd nog een aantal keren bij elkaar zitten. Voor de zomer willen Ritzen en de VSNU definitief duidelijkheid hebben over de wachtgelden. 'Er moet nog druk worden overlegd', aldus een woordvoerder van de VSNU.