Jaar Javaans op kosten van de zaak

| Redactie

Pieter Zylstra mag een jaar naar Java. De student Bestuurskunde krijgt de UT-prijs, een beurs van 20.000 gulden van het Universiteitsfonds Twente, en vertrekt in september naar Yokyakarta om Javaans te studeren aan de Gadjah Mada Universiteit. Dat moet hem, is het plan, meer inzicht geven in de bedrijfscultuur van Indonesië.

Twintig mille voor een student die Javaans wil studeren in Indonesië, dat is, vindt zelfs de voorzitter van het Universiteitsfonds Twente, opmerkelijk. 'Ik weet wel dat we een tweepolige universiteit zijn, maar dit is wel even heel iets anders', merkte dr. J. Wolhoff bij de uitreiking op. Toch overhandigde hij vorige week zonder aarzeling de studiebeurs aan Pieter Zylstra, bijna afgestudeerd bestuurskundige en Indonesië-fanaat. Zylstra is door het College van Decanen geselecteerd uit een groep van zeven 'zeer goede' studenten die kans maakten op de beurs.

Complimenten

De complimenten vlogen bij de uitreiking dan ook over tafel. 'Ambitieus', noemde Wolhoff de plannen van Zylstra, die door de Javaanse taal te leren meer inzicht wil krijgen in de managementcultuur van Indonesië. 'Je cijfers zijn niet eens zo geweldig, maar als ik al die andere dingen hoor dan is dat ook niet zo belangrijk. Je drive, je nieuwsgierigheid, je organisatievermogen, de grondigheid waarmee je het allemaal hebt uitgezocht. En daar is die prijs ook voor bedoeld: voor studenten die boven het maaiveld uitsteken.'

Pieter Zylstra (26) moest ervan blozen en legde Wolhoff en de directeur van het fonds, mevrouw Trijntje Kamst, nog maar eens uit hoe hij bij zijn opmerkelijke plan was gekomen. Twee jaar terug liep zijn studie spaak en zwierf Zylstra een half jaar door Azië. Hij raakte verknocht aan de Indonesische cultuur, pakte na veel vijven en zessen zijn studie weer op en besloot die af te ronden met een scriptie over interculturele problemen rond de bedrijfsvoering in Indonesië. Dat deed hij in Jakarta, bij de Nederlands-Indonesische Kamer van Koophandel. De studie Javaans is een opmaat voor zijn promotie-onderzoek, dat eveneens over interculturele bedrijfsvoering zal gaan. Want wie de taal machtig is, vindt de student Bestuurskunde, leert ook de gewoonten van het land kennen.

Hiërarchisch

Zylstra: 'Ik heb het gevoel dat wij een heel eind afzitten van de manier waarop men in Indonesië denkt over management. Ik wil iets dichter bij die manier van denken komen. Dat kan door de taal te leren. Het Javaans is hiërarchisch geordend, als ik die lijnen kan volgen verwerf ik vanzelf een dieper inzicht in de maatschappij.' Veel begrip over de bedrijfscultuur in voormalig Nederlands-Indië is er, in Nederland, volgens Zylstra niet. 'Veel Nederlanders denken wel dat ze weten hoe het zit, maar dat is niet meer dan een verbeelde werkelijkheid. We leggen vooraf bepaalde criteria op aan die cultuur. Dat maakt het moeilijk om het echte Indonesië te zien.'

Als voorbeeld noemt hij de hypocrisie die vaak door Westerse managers aan hun Aziatische collega's wordt toegeschreven. De ene keer zeggen ze dit, de andere keer dat, afhankelijk van de omstandigheden. Hypocriet is dat allerminst, vindt Zylstra. Het is een cultureel bepaalde houding die terug te voeren is op het in Indonesië sterk ontwikkelde groepsgevoel. Javaanse managers redeneren nu eenmaal meer dan hun Nederlandse collega's vanuit een bepaalde situatie. 'Dat zie je ook in de taal: het woord 'waarheid' bestaater niet. Men gebruikt 'juistheid', dat geeft aan dat men dingen veel meer in een bepaalde context ziet.'

Zeventien

De beurs van 20.000 gulden die Zylstra ten deel valt wordt jaarlijks door het universiteitsfonds beschikbaar gesteld aan de student met het beste studieplan. Zeventien prijswinnaars gingen Zylstra voor. Afgelopen jaar bijvoorbeeld vertrok CT-student Rutger Wever naar Engeland voor een postgraduate opleiding aan het Imperial College van de universiteit van Londen. Daarnaast subsidieert het Universiteitsfonds ook kleinere projecten, zoals een doctoraalstage in het buitenland of een summercourse.

Vreemd

Vreemd genoeg is de belangstelling van individuele studenten voor het fonds gering. Het wordt voornamelijk gezien als een suikeroom voor sport- en studieverenigingen. Een glimmende brochure over de mogelijkheden van het fonds moet dat beeld veranderen. 'We willen meer specifiek van de universiteit zijn', zegt voorzitter Wolhoff. 'Laten zien dat studenten direct belang bij het fonds hebben.'

Ook Zylstra denkt dat maar weinig studenten op de hoogte zijn van de mogelijkheden. Voor hem is het de derde keer dat hij met een beurs naar Indonesië vertrekt. 'Mensen die geïnteresseerd zijn in het buitenland of bestuurslid zijn geweest van een vereniging, zoals ik, weten de weg wel te vinden. Maar bij andere studenten is het niet zo bekend.

Blijft de vraag of het fonds door de publiciteit te zoeken straks niet overspoeld wordt door studenten. Nu krijgt het universiteitsfonds per jaar 150 aanvragen voor een bijdrage. Meer dan de helft daarvan wordt gehonoreerd; alles bij elkaar goed voor zo'n 350.000 gulden. Het fonds beschikt over een flink eigen kapitaal (vier miljoen gulden) en heeft daarnaast bedrijven en particulieren als donateur, maar een uitbreiding van de middelen zit er niet in.

'De kans dat de rijen hier straks voor de deur staan is aanwezig', zegt Wolhoff, 'en ja, dan zullen we de regeltjes streng moeten toepassen. Want het is natuurlijk niet zo dat we iedereen zomaar geld gaan geven.'


Pieter Zylstra

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.