Dat schrijft een werkgroep van de HBO-Raad (vereniging van hogescholen) in een concept-notitie over de toekomst van het hoger onderwijs. De gezamenlijke hogescholen overhandigen pas in juli hun definitieve standpunt aan staatssecretaris Nuis. De lengte van de opleidingen in het HBO moet in principe vier jaar blijven, schrijft de werkgroep. Een kortere standaardopleiding verkleint de kansen op een baan. Kortere programma's zijn alleen mogelijk als werkgevers daar aantoonbaar belangstelling voor hebben. En studenten die dat willen, kunnen binnen vier jaar afstuderen. Een student die korter dan vier jaar studeert moet zijn ongebruikte studiefinanciering kunnen meenemen. Als hij een baan heeft, mag hij die voor een deel gebruiken om verder te studeren. Dat kan nu niet. Studenten studeren daarom net zo lang tot ze geen beurs meer krijgen.
Het afwisselen van leren en werk moet volgens de werkgroep interessanter worden voor HBO-studenten. Studeren in deeltijd is zo duur geworden dat daar steeds minder belangstelling voor bestaat. Maar juist ook jongere studenten kunnen veel baat hebben bij leren en werken tegelijk. Deeltijdonderwijs moet daarom kunnen concurreren met voltijds onderwijs. Ook hogescholen kunnen worden geprikkeld om het studietempo van hun studenten te verhogen, meent de werkgroep. De overheid kan hen meer afrekenen op de prestaties van hun studenten. De werkgroep stelt voor dat de overheid een hogeschool per student driemaal een subsidie geeft: in de propedeuse, voor het tweede cursusjaar, en voor het derde en vierde jaar. Hoe meer tijd een student nodig heeft om zo'n grens te bereiken, hoe ongunstiger dat is voor de hogeschool. Het wordt dan 'bittere noodzaak' om goed onderwijs te geven, schrijft de werkgroep. Op dezelfde manier betalen studenten ook driemaal collegegeld. Voor vakken die zij overdoen hoeven zij dus niet extra te betalen.
Gemiddeld doet een hbo'er nu 4,4 jaar over zijn studie. De werkgroep geeft niet aan hoeveel maanden daar vanaf kunnen als haar voorstellen worden overgenomen. Eerder sprak de HBO-raad zich al uit voor het onderwijscontract, een andere prikkel om het studietempo te verhogen. Daarin zegt de hogeschool toe dat de student goed onderwijs zal krijgen, en belooft de student hard te werken.
Opvallend is het standpunt van de werkgroep over selectie. Een schifting `aan de poort' vinden de leden ongewenst. Dat is strijdig met de brede toegankelijkheid van het hoger onderwijs in Nederland. Als zich echter meer eerstejaars aanmelden dan de hogeschool aankan, moet deze de studenten kunnen selecteren op kwaliteit. Loting vindt de werkgroep een slechte oplossing. De hogescholen bespreken de concept-notitie op 1 juni. Half juni wordt het definitieve rapport opgesteld.