Afwachtende voorzichtigheid lijkt troef, hangende de discussie over de bezuinigingsplannen in de U-Raad en de komende maand arriverende begrotingsrichtlijnen voor 1996. CT-decaan prof.dr. W. van de Linden wil daarom niet teveel zeggen. 'Ik vind dat niet opportuun. Ik ben afwachtend, maar zeker niet a priori tegen het uitgangsprincipe van de plannen van het College. Maar de U-Raad is eerst aan de beurt', zegt Van der Linden.
'Ik raak bij de rekenpartij van het CvB de draad kwijt', bekent prof.dr.ir. H. Grootenboer (onderwijsdecaan WB). 'Maar pas de begrotingsrichtlijnen zullen duidelijk maken wat er voor ons in het vat zit voor volgend jaar. Het is bovendien de vraag of de plannen ongeamendeerd door de raad komen. Als bestuur kunnen we er nu nog geen brood van bakken.' Hij kwalificeert zichzelf - hoewel van nature optimist - als 'angstige afwachter'.
Keerpunt
Onderzoekdecaan dr. D. Stemerding (WMW) wil zich niet blindstaren op de korting van 5 procent. 'Wij hebben vrij veel reserves, dus we zullen deze structurele ingreep wel overleven. Toch is dit een enorme aanslag op onze draagkracht: het tast de ruimte aan die we nodig hebben om de teruglopende inkomsten vanwege de dalende studentenaantallen op te vangen.'
Stemerding is al met al niet optimistisch. 'Ik heb in mijn vijftien jaar op de UT nooit veel gemerkt van geldtekorten. In die zin denk ik toch wel dat we nu een keerpunt meemaken. We zullen voortaan de tering naar nering moeten zetten. We krijgen een toekomst met veel kleinere budgetten.'
Bespreekbaar
Prof.dr. J. Fluitman (directeur MESA) is welwillend. 'Mijn eerste reactie is niet negatief. Het is een bespreekbaar plan waarover is nagedacht. De bezuinigingen komen nu eenmaal over ons heen. We moeten er als UT samen zien uit te komen. Maar ik neem bij mijn reactie afstand van mijn functie - ik probeer me altijd te verplaatsen in degene die een actie onderneemt. Als ik straks moet inleveren, heb ik natuurlijk wel de smoor in.'
Hoewel duidelijk is dat het CvB de onderzoeksinstituten en -scholen spaart, kan Fluitman de consequenties voor MESA nog niet overzien. 'De instituten worden mee aangeslagen voor het federatieve (facultaire) deel van de financiering. Het autonome deel blijft buiten schot, maar dat is vergeleken met het federatieve deel (met name detachering van facultair personeel, red.) slechts een klein deel van het budget. Wel gehandhaafd heeft het CvB gelukkig de vierkante-meterprijs van de cleanroom, natuurlijk een stevige post.'
De algemene aanpak van het CvB wordt kritisch bezien. Grootenboer noemt de bezuinigingsplannen 'teleurstellend'. 'Men begint eerst allerlei zaken per post precies in te vullen. Vervolgens moet het geheel dan via een extra post ongedifferentieerd op een bezuiniging van 5 procent sluiten. Dat is zinloos. Dat is de kaasschaaf in optima forma', zegt Grootenboer.
Stemerding (WMW) kan zich in sommige uitgangspunten tot op zekere hoogte wel vinden, zoals 7,2 miljoen gulden méér bezuinigen om elders te kunnenstimuleren. 'Maar dat gebeurt ook uit verlegenheid: er zijn immers nog nauwelijks beleidskeuzes gemaakt. Alle faculteiten 5 procent minder budget, dat zegt niet zoveel. Dit is een hele beleidsarme manier van bezuinigen: overal wat vanaf en dan iets extra om toch enig beleid te maken.'
Keuzes
Het is de faculteiten nog onduidelijk wat ze van de 7,2 extra bezuinigingen voor stimulerend beleid moeten denken. Van der Linden: 'De gedachte is niet onaardig, maar ik vraag me wel af of men die 7,2 miljoen wel goed kan alloceren. Dat betekent keuzes, maar die moeten wel gedaan worden. Als iedereen uiteindelijk weer een evenredig aandeel krijgt, kun je je afvragen of de hele exercitie wel nodig is. Ik bespeur een zekere ongerustheid over de vraag of het CvB in staat is tot harde afwegingen te komen.'
MESA-directeur Fluitman heeft geen moeite met het plan van het CvB om onderwijskwaliteit te bevorderen ten koste van het onderzoek. 'Ik vind dat in principe een goede zaak. Uiteindelijk komen er steeds minder studenten, en we worden vermoedelijk straks afgerekend op de kwaliteit van ons onderwijs. Nee, ik val als directeur van een onderzoeksinstituut bepaald niet van mijn stoel over het feit dat de UT voor onderwijs kiest.'
Scepsis
Scepsis heerst over de uitwerking. Grootenboer: 'Ik vind 7,2 miljoen extra voor o.a. onderwijs prachtig, maar de grote vraag is natuurlijk wat daarvan precies bij de faculteiten terechtkomt.' Hij weet niet of deze vorm van stimulering werkt. 'Als we straks vast personeel moeten ontslaan om vervolgens, omdat we een bonus hebben gekregen, tijdelijke krachten aan te nemen, lijkt me dat niet erg bevorderlijk voor de onderwijskwaliteit, die toch voornamelijk door de vaste krachten gedragen moet worden.'
Ook Stemerding heeft twijfels over de geplande onderwijsstimulering. 'Ik vind dat we een erg sterke ophoging krijgen van de centrale onderwijsstimulering. In het algemeen leven bij de faculteiten grote bezwaren tegen het vooruitzicht dat ze dan weer aanvragen moeten gaan doen om hun geld te krijgen, extra activiteiten die niet erg produktief zijn.'
Stemerding wijst er op dat een daadwerkelijke verschuiving richting onderwijs vooral afhangt van de vraag hoe de faculteiten zelf die 5 procent bezuinigingen gaan 'ophoesten'. 'Wat de uiteindelijke effecten zullen zijn is heel ondoorzichtig, want die liggen op vakgroepsniveau. Daar zal moeten blijken of er echt sprake is van een verschuiving richting onderwijs.'
Stemerding verwacht wel dat WMW bij de invulling van de bezuiniging het 'ondergefinancierde' onderwijs zal beschermen. 'Ik denk dat we toch primair het onderzoek gaan aanpakken. Dat kan ook het beste, omdat de vakgroepen juist op het vlak van onderzoek de mogelijkheid hebben om additionele inkomsten via de tweede en derde geldstroom te verwerven.'
Het verlies van negentig arbeidsplaatsen, waaronder zoals bekend 25 à dertig gedwongen ontslagen baart uiteraard zorgen. Bij Grootenboer bijvoorbeeld: 'Waar zullen die negentig ontslagen vallen? Nu denken we als faculteit allemaal nog dat het bij de buren zal zijn. Maar het zou natuurlijk ook bij onszelf kunnen zijn. En dan: je kunt wel zoals het CvB een mooie berekening maken over natuurlijk verloop, maar wie zijn dat dan? Een deel van het natuurlijk verloop zul je toch weer moeten opvullen.'
Verantwoord
Stemerding hoopt er het beste van voor WMW. 'Ik denk niet dat de huidige bezuinigingen direct tot gedwongen ontslagen bij WMW zullen leiden. We zullen misschien wel over een aantal jaren tot een kleiner personeelsbestand moeten komen, maar dat kan dan wel via natuurlijk verloop, tenzij destudentenaantallen en daarmee de inkomsten extra hard gaan dalen.'
Fluitman: 'Ik vind het niet zo gek dat we zowel inleveren als investeren in de toekomst. Dat dan helaas ook mensen op straat komen te staan, dat hangt natuurlijk al langere tijd wel een beetje in de lucht. Misschien komen we er als UT in vergelijking met andere instellingen nog wel goed vanaf. Ik vind wel dat personele ingrepen op verantwoorde wijze moeten gebeuren, ook in belang van het voortbestaan van de UT', aldus Fluitman.