Forse kritiek UR bezuinigingsplan

| Redactie

De universiteitsraad gaat zeer waarschijnlijk niet akkoord met de bezuinigingsplannen van het College van Bestuur. Officieel heeft de raad zich nog niet uitgesproken, maar tijdens een speciale sectievergadering, afgelopen dinsdag, werd duidelijk dat vooral het idee 7,2 miljoen gulden voor 'stimuleringsmaatregelen' vrij te maken op weerstand stuit. 'Wil het College de u-raad overtuigen, dan moet ze toch met een enigszins ander verhaal komen', vatte voorzitter dr. N. van Eck de reacties samen.

Die bewering veroorzaakte verwarring binnen de KPS-fractie, waar men had afgesproken nog niet met een definitief oordeel te komen. Raadslid Ineke ten Dam meldde namens enkele andere progressieven wel waardering te hebben voor de plannen, en het te vroeg te vinden voor een afwijzing.

Desondanks zal de ontwerp-nota 'Bezuinigings- en stimuleringsmaatregelen 1996-1998' een stemming waarschijnlijk niet overleven. Het gros van de raadsleden kan zich niet vinden in het voorstel zoals dat er nu ligt. Volgens het College moet tot 1998 jaarlijks acht miljoen gulden bezuinigd worden om de korting op het budget vanuit Den Haag op te kunnen vangen. Twee miljoen daarvan is bestemd voor wachtgelden. Daarnaast wil het CvB meer dan zeven miljoen uittrekken om de concurrentiepositie van de UT in de toekomst veilig te stellen.

De kritiek van de u-raad richt zich voornamelijk op dat laatste voornemen. 'Wij zien een extra stimulering in deze omvang niet zitten', licht DD-fractielid ing. H. Weber de bezwaren toe. 'Door geld voor onderwijs te onttrekken aan de eerste geldstroom wordt de planning van de faculteiten ernstig verstoord, met als gevolg kwaliteitsverlies. Wij pleiten zeker wel voor stimulering, maar liever een van de huidige omvang.'

Ook de KPS is geschrokken van de hoogte van het bedrag. 'Het huidige stimuleringsfonds is voldoende om te bewerkstelligen wat we willen', aldus KPS-raadslid G. Meijer. 'De door het rijk opgelegde bezuinigingen zijn gemakkelijk op te vangen zonder deze operatie, die zware gevolgen kan hebben.'

Daarnaast is er verbazing over de door het College gehanteerde methode bij het verdelen van de bezuinigingen. Faculteiten moeten elk vijf procent inleveren, de diensten tien. 'De kaasschaafmethode', constateert Weber, 'en dat terwijl het CvB uitdrukkelijk heeft gezegd niet op die manier te werk te gaan.' Weber, en met hem veel andere raadsleden, ziet liever een beleid met 'duidelijke keuzes'. 'Waar wij als DD naar toe willen is dat de faculteiten achteraf afgerekend worden op hun prestaties.'

Ook de KPS heeft weinig op met de methode. Raadslid Meijer ziet in het voorgestelde plan een poging van het college 'centraal meer grip te krijgen op de faculteiten.' Hij vraagt zich af of de bezuinigingen niet in het bestaande financieringsmodel verwerkt kunnen worden.

Het CvB ontkent dat de kaasschaaf is gehanteerd. Volgens collegevoorzitter prof. dr. ir. B. Veltman is wel degelijk voor elk onderdeel van de universiteit afzonderlijk onderzocht op welke posten gekort kan worden. Dat de faculteiten elk ongeveer vijf procent in moeten leveren is puur toeval. 'We hebben duidelijk aangegeven in welke richting de faculteiten het moeten zoeken. Daarom is de toetsing van de plannen van aanpak door het CvB ook zo belangrijk', aldus Veltman.

Het CvB blijft bij het standpunt dat stimuleringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Van de optie nu de bezuiniging van acht miljoen gulden door te voeren en te wachten met de overige plannen, een idee van KPS-lid K. Eyckel, wil het college niet horen. 'We moeten ook rekening houden met de plannen van Ritzen rond de studeerbaarheid', waarschuwt Veltman. 'Dat zal geen gratis operatie zijn. Ook andere universiteiten doen het zo: in Delft wil men zelfs 21 miljoen gulden uittrekken voor stimulering.'

Naast kritische opmerkingen regent het ook alternatieve bezuinigingsplannen. De meest opmerkelijke komt uit de koker van buitenlid ir. K. van Duinen. Volgens zijn berekeningen moet de UT niet acht, maar slechts vijf miljoen gulden bezuinigen. Dat kan omdat het CvB volgens van Duinen geen rekening houdt met het wegvallen na 1998 van de aanloopkosten voor de nieuwe opleidingen BIT en CT&M . Van Duinen: 'Dat betekent dat de bezuiniging een miljoen minder is dan hier staat. Dat heeft zeer zware consequenties, want op deze manier zijn er geen gedwongen ontslagen nodig. En dan is er ook geen enkele reden om die twee miljoen aan wachtgelden te betalen. Dus geen zes plus twee, maar vijf plus nul miljoen bezuinigingen.'

Voor het vinden van dat bedrag is het niet nodig te korten op faculteiten en diensten, meent Van Duinen. Door meer te heffen op de rentebaten, de bijdrage op de derde geldstroom te verhogen en de subsidie op het Interfacultair Mechanisch Centrum (IMC) te stoppen 'hebben we die vijf miljoen zo bij elkaar', aldus het buitenlid.

Collegelid dr. ir. F. Schutte, die regelmatig met Van Duinen in de clinch ligt over de financiering van de nieuwe studierichtingen, wijst die optie van de hand. Het geld dat vrijkomt wanneer CT&M en BIT geen extra financiering meer nodig hebben zal waarschijnlijk voor andere doelen worden aangewend, zegt Schutte. 'Dat is vreselijk moeilijk te voorspellen. En we vinden dat je nu geen opbrengsten moet inboeken waar we risico mee lopen.'

Kritiek is er verder onder andere op het plan onderwijs en onderzoek in van elkaar gescheiden instellingen onder te brengen (de schools en institutes). Volgens DD-lid drs. K. de Jonge brengt dat alleen maar meer overhead-kosten met zich mee. Ook het idee vrouwelijke studenten financieel te bevoordelen valt niet in goede aarde bij een deel van de raadsleden.

Wanneer de u-raad zich definitief uitspreekt over de plannen is nog niet bekend.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.