De cijfers zijn een momentopname en een plotselinge stijging van de vooraanmeldingen behoort nog steeds tot de mogelijkheden. Toch is de kans klein dat de achterstand wordt ingehaald. Nieuwe studenten zijn verplicht zich voor 15 mei in te schrijven, willen ze in september een studiebeurs ontvangen. De verwachting van het CPAB is dat het gros van de nieuwe studenten zich ook voor die datum heeft aangemeld. Desalniettemin is UT-collegelid dr. ir. F. Schutte positief gestemd. 'Ik denk dat het nog wel aantrekt en hoop op 1400 nieuwe studenten.' Collegevoorzitter prof. dr. B. Veltman zei tijdens de u-raadsvergadering van 25 april dat de UT rekening houdt met een daling van 16 procent.
Het zijn vooral de niet-technische studierichtingen van de UT waar het aantal aanmeldingen achterblijft. De grootste strop dreigt bij Civiele Technologie en Management (CT&M), waar het aantal inschrijvingen veertig procent lager ligt in vergelijking met vorig jaar. Ook Toegepaste Wiskunde (- 36 procent) levert flink in, net als Technische Bedrijfskunde en Bestuurskunde (beide - 29 procent) en Bedrijfs Informatie Technologie (- 26 procent). Toegepaste Onderwijskunde ziet de inschrijvingen met 21 procent teruglopen.
Opmerkelijk is dat de vier technische faculteiten van de UT het landelijk gezien relatief goed doen. Bij Elektrotechniek dalen de vooraanmeldingen met 12 procent, voor Technische Natuurkunde schreven zich tot nu toe 9 procent minder studenten in en de vooraanmeldingen bij Werktuigbouwkunde zijn 10 procent lager. Chemische Technologie is een uitzondering: deze faculteit levert 22 procent in.
Wat de technische studies betreft zijn de vooruitzichten voor de universiteiten van Delft en Eindhoven veel somberder. Zo kampt de studie Techniek en Management in Eindhoven met een teruggang van 61 procent en blijven de cijfers van Elektrotechniek (- 35 procent) en Informatie Technologie (- 31 procent) eveneens sterk achter. De faculteit Werktuigbouwkunde in Delft zoekt naarstig naar een verklaring voor de daling van het aantal vooraanmeldingen met 40 procent. Faculteitsdecaan prof. dr. ir. J. Klein Woud, in universiteitsblad Delta: 'We hebben de indruk dat Twente veel betere pr voert dan wij. De Twentse werktuigbouw-richting wordt door de Keuzegids Hoger Onderwijs aantrekkelijker en beter gevonden dan de onze.'
De enige UT-opleiding die relatief tevreden kan zijn met de vooraanmeldingscijfers is Informatica. De laatste jaren geplaagd door een sterk afkalvend studentenbestand schreven zich dit jaar vier procent meer studenten in dan vorig jaar. Daar staat de daling van het aantal inschrijvingen bij de studierichting Bedrijfs Informatie Technologie (BIT) tegenover. En dat terwijl deze jonge studie enkele jaren geleden juist is opgezet als studententrekker.
Studievoorlichter H. Lammertink van de UT wijst erop dat er 'in absolute aantallen een behoorlijk probleem is', maar dat de UT-opleidingen er relatief gezien nog redelijk vanaf komen. 'Als je bijvoorbeeld kijkt naar Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek, daar winnen we marktaandeel ten opzichte van Delft en Eindhoven. Kijk je bijvoorbeeld naar BSK en TBK, dan zie je dat er landelijk sprake is van een aanzienlijke daling. We hebben daar blijkbaar te maken met een 'brancheprobleem'.'
Ook de stijging in het aantal aanmeldingen van vorig jaar moet niet uit het oog worden verloren, meent Lammertink. 'Toen gingen we 8 procent omhoog, dan ligt het voor de hand dat je nu sterker daalt.'
Wat de oorzaak is van de terugval is niet zeker. Sommige deskundigen spreken van demografische factoren, anderen wijzen op de komst van de prestatiebeurs en de collegegeldverhogingen. Een opmerkelijke verklaring geeft U. de Jong van de Stichting Centrum voor Onderwijsonderzoek (SCO) in Amsterdam. De onderzoeker oppert dat de technische opleidingen zich 'uit de markt hebben geprezen' door met ingang van het komende studiejaar een vijfjarig curriculum aan te bieden. 'Je raakt studenten kwijt, omdat vijf jaar studeren voor hen te duur wordt.'