Taboedoorbrekend, noemt Hekster de bijdrage van de LSVb aan de discussie over de toekomst van universiteiten en hogescholen. Een beetje laat, nu half Nederland zijn zegje heeft gedaan over het ideale stelsel voor hoger onderwijs, maar eindelijk staat dan toch de lang geleden aangekondigde visie van de studentenbond op papier. Hogescholen en universiteiten moeten opgaan in één systeem, vindt de LSVb. Dat is geen nieuwe gedachte. Veel opvallender is het pleidooi om studenten zelf de lengte, het niveau en de inhoud van hun studie te laten bepalen.
Het `open eindonderwijs', zoals de studentenbond het noemt, krijgt twee propedeuses. Een makkelijke voor havisten en een moeilijke voor studenten met een vwo-diploma. Ook degenen die de makkelijke propedeuse hebben afgerond mogen de moeilijke variant volgen. Na de propedeuse kiezen studenten uit een groot aantal `programmastromen', die variëren van puur wetenschappelijk tot puur beroepsgericht. De stromen lijken op de huidige opleidingen, met het grote verschil dat ze slechts een zeer beperkte aantal verplichte vakken kennen. Alle vakken worden bovendien op twee verschillende niveaus aangeboden. Op die manier onstaat een haast eindeloze variatie in studies. Lengte, niveau en inhoud zijn immers op allerlei manieren te combineren. Voordeel van zo'n systeem is volgens de LSVb dat niet langer de titel bepalend is voor de waarde van een opleiding, maar de inhoud van het gevolgde programma.
Hekster: 'Al die modieuze studies kunnen worden afgeschaft. Het enige dat nog telt is wat een student heeft gedaan. Heeft iemand onderzoek gedaan en op welk niveau? Hoeveel theorie zit er in de studie? En hoeveel praktijk? Al dat soort zaken moet op het diploma komen te staan.'
Ooit werden dergelijke ideëen afgedaan met de badinerende term snackbarmodel. De LSVb-voorzitter is er niet van onder de indruk. Aan het samenstellen van een programma blijven wel degelijk restricties verbonden. De studie-adviseur heeft er een grote stem in en het uiteindelijke pakket moet worden goedgekeurd door een nieuw soort examencommissie. Hekster: 'Het voordeel van ons plan is dat studenten de mogelijkheid krijgen te kiezen, waar nu de instellingen de keuze voor ze maken. Natuurlijk vereist dat een goede voorlichting. Maar die moet sowieso verbeteren. Het is op dit moment ook volstrekt onduidelijk voor welke vakken je kunt kiezen.' Universiteiten en hogescholen houden een kunstmatige scheiding in stand, vindt de LSVb. De maatschappij zit daar niet op te wachten en studenten al helemaal niet. Eén stelsel moet er komen, waarin zowel wetenschappelijke als beroepsopleidingen zijn vertegenwoordigd. Inclusief alle mogelijke combinaties daartussen. 'Het gaat ons er gewoon om dat studenten meer te vertellen krijgen', zegt Hekster. 'Instellingen worden dan gedwongen heel kritisch te kijken naar het onderwijs dat ze aanbieden. Want als het studenten niet bevalt gaan ze ergens anders heen. Dat levert tenminste een gezond soort concurrentie op.'
Toch lijkt het LSVb-plan vooral vragen om moeilijkheden. Studenten hebben immers de neiging om massaal te kiezen voor de langste en hoogste opleiding. In het stelsel van de LSVb wordt het in principe mogelijk om desnoods twintig jaar te studeren. 'Dat is slechts een theoretisch probleem', vindt mede-auteur Felipe Salve. 'Werkgevers zitten niet te wachten op iemand die twintig jaar heeft gestudeerd.'
Bovendien wil de LSVb nog steeds het beurzensysteem wijzigen, benadrukt Salve. De bond wil dat afgestudeerden na afloop van hun studie belasting gaan betalennaarmate van het aantal jaren hoger onderwijs dat ze hebben gevolgd. Hoe langer ze studeren, hoe hoger de studieschuld dus wordt. Salve: 'In ons stelsel bepalen studenten zelf hoeveel tijd en geld ze willen investeren in hun onderwijs. Dat wegen ze af tegen de voordelen van persoonlijke vorming en de kansen op een baan.' Het profijtbeginsel in zijn meest pure vorm. Vraag is natuurlijk wel of het van jongeren niet te veel gevraagd is om al zo vroeg in hun leven dergelijke ingrijpende afwegingen te maken. 'Op dit moment worden ze juist gedwongen om op hun 17e of 18e jaar definitieve keuzes te maken', reageert Salve verontwaardigd. 'In ons plan wordt het keuzemoment verschoven tot na de propedeuse. Dan weten studenten wat de studie gaat inhouden en zijn ze ook wat ouder. Bovendien is er tussentijds ruimte om bij te sturen.' Calculeren, investeren, differentiatie naar inhoud, niveau en lengte. Zit er eigenlijk wel iemand te wachten op zo'n revolutie in het hoger onderwijs? 'Ach', relativeert Hekster het vergaande plan van haar bond, 'wij willen heus niet God en de hele wereld veranderen. Zo slecht is de kwaliteit van het onderwijs ook weer niet. Veel studies kunnen blijven zoals ze nu zijn. Alleen: het moet afgelopen zijn met al die vage opleidingen waar niemand wat aan heeft. Ons rapport is een voorzet, een soort ideaal dat het nastreven waard is. Maar ik ben al tevreden als studenten straks wat meer over hun eigen onderwijs te zeggen hebben.'