En dan heb je nog die idiote theorie van 'the survival of the fittest'. Als die opgaat, en je ziet die gestaag groeiende aantallen duiven die in de stad weten te overleven, dan zal dat betekenen dat dat de fitsten moeten zijn. Jawel, die vleugellamme, volledig invaliderende, levend wegrottende stadsduif moet het fitste voortbrengsel van moedertje natuur zijn. En ik had me bij de fitste toch altijd heel iets anders voorgesteld.
De olifant, die kolossale viervoet, die als ie op hol slaat een heel dorp tegen de vlakte kan lopen - tegen de vlakte kan tetteren als ie daar zin in heeft - de enige Afrikaan die met succes de Pyreneeën is overgestoken om Europa aan zich te onderwerpen (zover hebben de Moren het nooit gebracht), die noem ik het toonbeeld van fitheid. Of de walvis, die al ver voor Jan Huygen en Columbus de weg over de oceanen wist te vinden, die met één klap van zijn machtige staart een zware acht in vieren kan slaan, die moet haast wel de fitste zijn. Maar deze giganten worden met uitroeiing bedreigd, terwijl de stadsduif, die stumperd die nieteens meer leven wil, talrijk wordt als de zandkorrels in de woestijn.
Volgens mij is die 'struggle for life' verworden tot een wedstrijdsport, waarvoor alleen nog de fitste soorten worden opgesteld. De matadoren maken elkaar af in de arena, opgejut door de tribune. Door de slappelingen die ranzen en schranzen, die een plaag vormen voor zichzelf en voor hun omgeving, maar daar nooit massaal genoeg aan onderdoor gaan om hun aanwas te beperken. Als de fitsten werkelijk willen overleven, dan wordt het de hoogste tijd dat de spelers zich eens tegen het publiek gaan keren. Cantona heeft het goede voorbeeld gegeven. Walvissen aller oceanen verenigt u. Bots met z'n allen tegelijk frontaal op de kusten van het Europese vasteland, en de aardbeving zal zwaar genoeg zijn om miljoenen patatkauwende stumperds definitief uit hun leiden te verlossen.