Het college van bestuur laat deze week al voorzichtig weten welke kant het op moet. 'Meer dan we nu gewend zijn zal in Nederland op het vlak van de bestuurlijke organisatie van de universiteiten ruimte geschapen moeten worden voor bestuurlijk maatwerk', schrijft het college in een brief aan de u-raad. Daarmee reageert het hoogste bestuursorgaan op een notitie over 'de toekomst van de universiteitsraad', eind vorig jaar door de gezamenlijke u-raadsvoorzitters- en griffiers op tafel gelegd (de vertrouwelijke notitie van het ministerie -zie voorpagina- is nog niet binnen de UT bekend).
In het werkstuk van de raadsvoorzitters wordt nog eens het belang van een democratisch gekozen overlegorgaan benadrukt. Zonder de inbreng van de universitaire raden wordt het voor de bestuurlijke top moeilijker alle consequenties van een bepaalde beslissing te overzien, zo staat in de notitie. De huidige structuur wordt door de opstellers van het rapport dan ook als een 'adequate bestuursvorm' omschreven. 'Die structuur heeft ook aangetoond te werken: grote reorganisaties en veranderingen in de structuur van onderwijs en onderzoek zijn omgezet in beleid en geaccepteerd in de universitaire organisatie.'
Conclusie
Conclusie van het rapport is dat differentiatie in bestuursstructuren onontkoombaar is, maar dat de universitaire democratie een wettelijke waarborg verdient. Daaronder verstaat de werkgroep dat er in ieder geval een 'democratisch gekozen raad van zekere minimale omvang' moet zijn, die zeggenschap heeft over voor de universiteit wezenlijke onderwerpen. De notitie noemt het vaststellen van een strategisch plan, de begroting en het ter verantwoording roepen van de verantwoordelijke bestuurders. Zo bezien blijft de u-raad het machtigste orgaan van de universiteit.
Het Twentse College van Bestuur onderschrijft de conclusies min of meer, maar houdt tussen de regels door wat slagen om de arm. 'De minister van OCW heeft aangekondigd voorstellen te doen (...) die het mogelijk moeten maken de structuur meer specifiek aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen die zijn waar te nemen', staat in de brief aan de u-raad. 'Het College wacht die voorstellen dan ook met belangstelling af.'
Daarmee doelt het CvB op de dit najaar verwachte wijzigingen in de wetgeving voor het hoger onderwijs. Nu wordt de universiteiten nog vanuit Zoetermeer een uniforme bestuursstructuur opgelegd. In de toekomst zou elke universiteit zou door middel van zogeheten charters zelf de bestuurlijke koers mogen bepalen. En dus ook of er nog wel plaats is voor democratisch gekozen universiteits- of faculteitsraden.
De koers die het CvB voor de UT in gedachten heeft is duidelijk. Collegevoorzitter B.Veltman spreekt in een interview elders in deze krant over het inkrimpen van de u-raad (van dertig naar twintig leden) en, belangrijker, over het inperken van het budgetrecht van de raad. Als het aan Veltman ligt zal de raad in de toekomst nog slechts achteraf de begroting van de universiteit goed mogen keuren, wat haaks staat op de aanbevelingen van de notitieover de toekomst van de u-raad.
De ideeën zijn eerder geopperd, en wel exact twee jaar geleden bij de discussie over het 'Eindrapport van de Adviescommissie Bestuursorganisatie UT'. De 'commissie-Veltman' stelde destijds een heel pakket maatregelen voor die de bestuurskracht van de universiteit zouden versterken. Van ouderwetse radenuniversiteit zou de UT een managersuniversiteit moeten worden, zo luidde kortweg de conclusie. Dat betekent een kleinere universiteitsraad met minder vergaande bevoegdheden (gesproken wordt ook wel over een medezeggenschapsraad), de komst van een ondernemingsraad (die personeelsorganisatie OPUT moet vervangen) en een verkleind College van Bestuur (van drie leden naar één). Ook binnen de faculteiten zou het bestuur meer armslag moeten krijgen ten opzichte van de raad.
De plannen kwamen te vroeg. Zowel de u-raad als het COBE, het overleg van UT-directeuren, leverden forse kritiek. 'De vroegere professorenuniversiteit keert weer terug', verwoordde u-raadslid Karel de Jonge de communis opinio. En dat terwijl collegevoorzitter Veltman de conclusies van zijn eigen commissie niet eens ver genoeg vond gaan. Dat had hij immers in een persoonlijke begeleidende brief gemeld.
De voorstellen van de commissie-Veltman belandden in de vrieskist en nu, twee jaar later, worden ze langzaam maar zeker ontdooit. Niet in het minst door de gebeurtenissen aan andere Nederlandse instellingen, zoals de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Als bijzondere - want katholieke - universiteit kreeg de KUN bij gratie van de minister de mogelijkheid als eerste zelf een nieuwe bestuursstructuur ontwerpen. Daarin is veel minder plaats voor de raden, zowel op centraal als facultair niveau. De universiteitsraad heeft enkel nog instemmingsrecht. Is het bestuur het niet eens met een beslissing van de raad, dan kan het in hoger beroep gaan bij het stichtingsbestuur.
Uit een eerste evaluatie in het universiteitsblad KUnieuws, twee weken geleden, blijkt dat de nieuwe verhoudingen vooral geleid hebben tot grotere tegenstellingen tussen bestuur en (controlerende) raden. De besturen voelen zich vrijer om zaken in de wandelgangen te regelen en een enkele decaan waarschuwt dat de betrokkenheid van de raadsleden afneemt. 'De tendens is dat de faculteit steeds hiërarchischer wordt', zegt een lid van de faculteitsraad Letteren in het blad. 'De vraag is of het bestuur er dan wel in blijft slagen voldoende draagvlak te creëren.'
De ervaringen van de Nijmeegse raadsleden en besturen zijn wellicht een voorbode voor wat de UT te wachten staat. Als het eerste schaap over de brug is volgen anderen snel. Daarbij geholpen door het ministerie van OCW, dat serieus denkt over het afschaffen van de universiteitsraad, zo onthulde het weekblad van de Universiteit van Amsterdam, Folia, eind januari. Volgens het blad vindt Ritzen dat raadsleden teveel de eigen belangen beschermen en zo een slagvaardig bestuur in de weg staan. In plaats van een u-raad zou er een ondernemingsraad moeten komen. Deze zou net als in een bedrijf het topmanagement nog slechts mogen adviseren over de te volgen koers. Bestuur, decanen en enkele faculteitsdirecteuren van de Universiteit van Amsterdam vinden de komst van een ondernemingsraad 'bespreekbaar', zo meldde het blad de week daarop. Datzelfde is het geval bij de TU Delft, waar men in de strategische nota Naar een nieuw engagement (april vorig jaar) hardop filosofeert over de komst van een ondernemingsraad.
Het ziet er al met al naar uit dat zowel het politieke als universitaire klimaat rijp is voor de door het Twentse college van bestuur gewenste bestuurlijke hervormingen. Of de plannen van de 'Commissie-Veltman' twee jaar na dato alsnog bespreekbaar blijken, hangt voor een groot deel af van de houding van de nieuwe u-raad, die deze week wordt gekozen.