Storend dat CvB zo weinig emotie toont

| Redactie

'De universiteit is een heel andere wereld dan het bedrijfsleven', zegt ir. K. van Duinen, directie-adviseur bij Stork Ketels bv en buitenlid sinds 1989. Hij moest zich in het begin 'flink aanpassen'. Maar hoewel Van Duinen scherp oog blijft houden op elke vorm van 'onzakelijk' opereren aan de UT, vindt hij het nogal onzinnig om te trachten van de universiteit een echte onderneming te maken. 'De universiteit heeft een andere doelstelling.'

Van Duinen is voorstander van universitair zelfbestuur (budget- en benoemingsrecht van de U-raad zijn een 'uiting van academische vrijheid') en duaal bestuursmodel (CvB en raad besturen samen de instelling). Het maakt de UT tot een democratische instelling. 'In ieder geval democratischer dan een onderneming.' En dat is mooi, al zijn er nadelen. 'Een democratie is weinig doortastend als er moeilijke beslissingen moeten vallen.'

Dat de slagvaardigheid tekortschiet, ligt volgens Van Duinen minder aan het duaal bestel dan aan het 'spanningsveld tussen centraal bestuur en faculteiten'. 'De universiteit is in feite een federatie van zelfstandige faculteiten, en die facultaire autonomie frustreert slagvaardig optreden.' Hij wijst op de moeizame inbedding van de nieuwe studierichtingen, de problemen bij reorganisaties, het feit dat 80 procent van de financiële reserve van de UT onbereikbaar voor CvB en U-raad vastligt bij de vakgroepen.

Constructief

De U-raad opereert 'constructief', vindt Van Duinen. 'De raad probeert echt mee te denken.' De fracties stellen het algemeen belang voorop: 'Je merkt dat raadsleden zich een stuk rustiger houden als het hun eigen faculteit betreft.' Dat de sfeer verder weinig gepolariseerd is komt volgens Van Duinen doordat dat de raadsfracties alle UT-geledingen omvatten.

Van Duinen betreurt dat het CvB de constructieve opstelling van de raad zo weinig honoreert. 'De doorwerking van de ideeën van de raad richting CvB verloopt moeizaam. Het CvB houdt te lang aan het eigen standpunt vast. Het neemt goede ideeën pas over na langdurige druk', zegt Van Duinen. 'Het CvB ziet de raad meer als tegenstander dan als medestander, terwijl we daar helemaal geen aanleiding toe geven.' Wijst op de recente zaak-Bandung: 'Ik vind niet dat het college altijd even taktisch naar de U-raad toe opereert. De bestuursstijl van het CvB zou best een stuk beter kunnen.'

Het buitenlid betreurt de wollige politieke mores aan de UT. Over onderwerpen wordt vaak erg omzichtig gepraat, nota's zijn tientallen pagina's lang. 'Het stoort me ook dat het CvB zo vlak is, zo weinig emoties laat zien. Toen de aanloopkosten van de nieuwe opleidingen vijf miljoen gulden hoger uitvielen, werd dat toonloos gebracht. In een bedrijf is dat anders: daar slaat de directie dan met de vuist op tafel. Dat schept duidelijkheid.'

Scepsis

Toch vindt Van Duinen het huidige universitair bestuursmodel nog niet zo kwaad. 'Buitenlandse bestuursstructuren zijn anders, maar niet per se beter.' Sceptisch is hij over het modieuze gepraat over bestuursmodellen. 'Je kunt een model niet zomaar overplanten. Het moet passen in de heersende bestuurscultuur. In Nederland betekent dat: consensusdenken.' Een éénkoppig CvB kan hij zich nog wel voorstellen, een ondernemingsraad als eventuele opvolger van de U-raad niet. En studenten horen wat Van Duinen betreft 'absoluut' thuis in ieder potentieel model. 'Het is een erg domme organisatie die niet luistert naar wat haar klanten te vertellen hebben.'

Intussen zitten er miljoenenbezuinigingen aan te komen. 'Mijn insteek: we moeten de kwaliteit van onderwijs en onderzoek - in die volgorde - intacthouden. Je kunt iets in één dag afbreken, maar het weer opbouwen duurt lang. We moeten van het primaire proces dus zoveel mogelijk af blijven. Als er gesneden moet worden, dan in de periferie.' Het samenvoegen van faculteiten zou daarbij als optie niet op voorhand moeten worden uitgesloten, vindt hij.


R. van Duinen

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.