Twee faculteiten gaan 'hokken'

| Redactie

Werktuigbouwkunde wil inkrimpen, Civiele Technologie & Management uitdijen. Samen blijken ze daardoor ook in de toekomst in het WB-gebouw te kunnen passen. Een uitgebreide verbouwing, een fiks aantal verhuizingen en een kostenpost van bijna zeven miljoen gulden moeten ervoor zorgen dat in het voorjaar van 1997 beide faculteiten een afgebakende eigen plaats met voldoende voorzieningen hebben gekregen. De faculteit, de studierichting in casu Technische Bedrijfskunde en het College van Bestuur zijn inmiddels akkoord gegaan met de plannen van S.W. Schoonenberg van het Facilitair Bedrijf. De eerste verbouwactiviteiten beginnen nog voor de zomervakantie. De los-vaste samenwoning groeit daarmee uit tot een duurzame relatie.

De studierichting CT&M maakt op dit moment ad-hoc gebruik van wat ruimtes in het WB-gebouw. Kantoortjes worden in gebruik genomen, weer verlaten voor een andere kamer, ruimte voor onderzoeksopstellingen is er niet en ook het onderwijs moet het met slechte ruimtes doen. Veel structuur is in het samenwonen niet te vinden. De faculteit Werktuigbouwkunde wil intussen minder geld uit gaan geven aan huur en is bereid zo'n vijftienhonderd vierkante meter prijs te geven. Daardoor kan CT&M eindelijk, na ruim twee jaar, een eigen plek krijgen.

WB is blij met het plan. 'Het is al langer bekend dat wij ruim in onze vierkante meters zitten. Met deze opzet kunnen we inkrimpen en komen we er efficiënter bij te zitten', meldt faculteitsdirecteur ir. J.A. van Jonbergen. Het betekent een verhuizing voor bijna iedere werknemer van de faculteit. 'Dat is nu eenmaal niet anders. Het is een uitstekend plan'.

Jacqueline Weppelman, als adjunct-directeur van Technische Bedrijfskunde nauw bij de studierichting CT&M betrokken, is het met hem eens. Het liefst had Civiele Technologie & Management een nieuw, eigen gebouw willen hebben. 'Maar als WB wil inkrimpen en wij daardoor voldoende ruimte krijgen is het natuurlijk onzin om een extra gebouw neer te zetten. Dat begrijpen wij ook wel'. CT&M wil dat de eigen identiteit aan de buitenkant duidelijk wordt. Een eigen ingang acht men daarom van belang.

Haast

Wat Weppelman betreft gaat het Facilitair Bedrijf snel aan het werk. 'We hebben de ruimte zo snel mogelijk nodig, dus we hopen dat we er sneller in kunnen dan nu de bedoeling is'. CT&M heeft haast. 'Het onderzoek moet opgebouwd worden, we hebben dringend goede ruimtes voor het projectonderwijs nodig, we willen er zo snel mogelijk in'.

TBK voert op dit moment overleg met het CvB en het Facilitair Bedrijf om dat voor elkaar te krijgen. Tot nu toe hebben de gesprekken ertoe geleid dat enkele maanden eerder begonnen wordt en dat over twee in plaats van drie jaar de plannen klaar zijn. In de uit te voeren plannen krijgt Civiele Technologie & Management in de toekomst de beschikking over hal V en de westvleugel. WB houdt de rest van het gebouw, terwijl het Interfacultair Mechanisch Centrum (IMC) op z'n net verworven plaats (hal II) kan blijven zitten. De toren is bestemd voor onderwijs. In totaal komen er 80 kamers voor projectonderwijs, 30 daarvan zijn voor Civiele Techniek & Management, 50 kamers zijn bestemd voor het projectonderwijs van Werktuigbouwkunde. Ook de tekenzalen en practicaruimtes worden er gesitueerd. De bibliotheek blijft bestemd voor beide studies.

Vakgroepen

Om hal V en de westvleugel vrij te krijgen voor CT&M dienen de vakgroepenTribologie, Technische Mechanica, Bio Medische Werktuigbouwkunde en Warmte- en Stromingsleer te verhuizen naar de hallen II en IV en de noordvleugel. De vakgroep Materiaalkunde zal, wat betreft het onderzoeksdeel, vanuit hal V verhuizen naar het al enkele jaren niet meer gebruikte Hogesnelheidslaboratorium. Hal IV is ook nog bekeken als mogelijke huisvesting voor de studierichting. Daar bleken in de toekomst onvoldoende mogelijkheden tot uitbreiding en die ruimte moet er, bij een eventuele groei van CT&M, zijn. Hal V kan zonder al te veel problemen uitgebouwd worden en dat bepaalde de uiteindelijke keus.

De hal zal ingericht worden voor onderzoek en onderwijs. De drie werkcollegezalen blijven gehandhaafd, er komt een lift en op de middellange termijn staat het verder 'open' maken van de relatief gesloten gevels op het programma. In de westvleugel zullen de kabinetten voor CT&M te vinden zijn. Daar komen tevens een 'herkenbare' ingang voor de faculteit en een aantal werkcollegezalen.

De grootste zaal in het Werktuigbouwkunde-gebouw, zaal C101, krijgt een fikse opknapbeurt. Door het in gebruik nemen van het collegezalencomplex wordt de behoefte aan die hele grote zaal (capaciteit 600 personen) minder. Daarom is gekozen voor het splitsen van C101 in twee ruimtes, die beide een face-lift krijgen.

De bedoeling is om een belangrijk deel van de kelder onder het torendeel van het gebouw tot rijwielstalling te verheffen. Via een hellingbaan kunnen studenten en medewerkers in de toekomst die kelder in om daar hun fiets kwijt te kunnen.

Over twee jaar is het integrale huisvestingsplan, volgens tijdschema, uitgevoerd en als het aan CT&M ligt is het eerder klaar. Behalve eigen plekken voor CT&M en WB wordt met dit plan ook de leegstand teruggedrongen, terwijl optimaal gebruik gemaakt wordt van de beschikbare mogelijkheden. 'De neuzen staan één kant op. Alle partijen zijn gelukkig met de oplossingen', concludeert Van Jonbergen van WB. 'Wij zullen dan eindelijk als studierichting een eenheid kunnen vormen. Dat is nu heel moeilijk', aldus een even tevreden Weppelman.

GM

Een plattegrond van het gebouw met de te realiseren indeling. CT&M krijgt de westvleugel en hal V.

Het aanzicht van het WB-gebouw. De rechterkant wordt voor CT&M. De studierichting is nu vooral in de noordvleugel te vinden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.