'Ik heb een kamer betrokken, paperclips gekocht, dus ja, je kunt wel zeggen dat we echt begonnen zijn', verklaart drs. A. van Geffen, voormalig adjunct-secretaris van de Friese Kamer van Koophandel en part-time directeur van de stichting TONN sinds 15 februari. De dag daarvoor zijn de statuten ondertekend door vertegenwoordigers van de drie deelnemende partijen - de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL), het Van Hall Instituut (VHI, v/h Rijks Agrarische Hogeschool Leeuwarden) en de UT.
Het TONN wil Friesland, met steun van de UT, een zetje geven in de internationale technologierace. Dat zou moeten gebeuren met toegepast technologisch onderzoek voor het bedrijfsleven, met name het Friese midden- en kleinbedrijf dat nog weinig ervaring heeft met innovatieve R&D. Samen met de UT zijn drie speerpunt-technologieën geselecteerd: mechatronica (NHL-UT), schone technologie (VHI-UT) en (op termijn) biotechnologie.
Partners
Het Mechatronica Research Centrum Twente (MRCT) en het Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid (CSTM) zijn vanuit Twente de partners. Te zijner tijd zullen bij het TONN twee deeltijdhoogleraren voor mechatronica en schone technologie worden aangesteld. Volgens dr.ir. F. Schutte (CvB) zal de UT-bijdrage worden gecoördineerd door de Vestiging Friesland. 'De inhoudelijke kant wordt ingevuld op faculteits- en vakgroepsniveau. Dat kan, mits voldoende derde geldstroomcontracten worden verworven.'
Oorspronkelijk had het TONN al in september 1993 van start moeten gaan, mits de financiering rond zou komen. De plannen zelf dateren van 1989. In 1992 tekenden de partijen in de Friese Statenzaal een officiële intentieverklaring in aanwezigheid van toenmalig commissaris van de koningin Wiegel. In 1993 volgde de samenwerkingsovereenkomst. Twee werkgroepen gingen aan de slag met de inhoudelijke aspecten en de 'bestuurlijke randvoorwaarden'.
Vertraging
Vervolgens trad er een fikse vertraging op. Het TONN-plan werd op bestuurlijk niveau geboren, maar naar verluidt konden de drie instellingen vervolgens maar moeilijk tot overeenstemming komen. 'De aanloop heeft inderdaad langer geduurd dan voorzien was', beaamt Schutte. 'De vormgeving van de stichting en de samenwerkingsovereenkomsten tussen TONN, NHL, VHI en UT duurde helaas een jaar langer dan gepland.' De redenen daarvoor liggen echter niet bij de UT, aldus Schutte.
Bij het CSTM, waar men de hooggespannen verwachtingen uit de beginfase na verloop van tijd maar heeft laten varen, geeft men de gebrekkige bestuurlijke samenwerking de schuld van de 'trage start'. Volgens dr. M. Arentsen ging het met de inhoudelijke werkgroep namelijk zeer voorspoedig. 'De overeenstemming die op inhoudelijk niveau door betrokkenen op de werkvloer is bereikt, werd echter vervolgens in het bestuurlijk proces vertroebeld.Die stroperigheid is de belangrijkste oorzaak van de vertraging.'
Verbazing
Prof.dr.ir. J. van Amerongen (MRCT) bevestigt dit beeld. 'Een jaar geleden was inhoudelijk alles al rond. Het wachten was alleen nog op het geld.' Het zicht op het bestuurlijk proces is hij daarna een beetje verloren: 'Ik begrijp nu dat er een directeur aan het werk is, maar waar die zich nu mee bezig houdt is mij niet helemaal duidelijk.' Is het niet vreemd dat hij als direct-betrokkene zo slecht op de hoogte wordt gehouden? 'Enige verbazing wil ik daar wel over uitspreken', aldus Van Amerongen.
Ook Van Geffen zoekt de oorzaken van de vertraging op bestuurlijk niveau. 'Het is de allereerste keer is dat HBO en WO een gezamenlijk onderzoeksinstituut opzetten. Bestuurlijk moet je dan veel uitzoeken. Hoe positioneer je de samenwerking? Wie brengt wat in, en hoe geef je dat vorm? Daar komt bij dat gaandeweg een kentering optrad, waarbij de partners toch weer meer uitgingen van het binaire stelsel (scheiding HBO en WO, red.).'
Details
Verder ontstond vorig jaar een extra vertraging doordat de besluitvorming over de subsidieverstrekking langer duurde dan verwacht, aldus Van Geffen. Het TONN zal er straks warmpjes bij zitten. Van Geffen verwacht subsidies van in totaal 25 miljoen gulden voor vijf jaar. Volgens Schutte zijn inmiddels twee subsidies binnen: een EFRO-subsidie (doelstelling 5B) van de Europese Commissie van 760 duizend ecu (1,6 miljoen gulden) en een ISP-subsidie (Integraal StructuurPlan Noord-Nederland) van EZ van 1,3 miljoen gulden. Voor die laatste subsidie moeten nog wat details geregeld worden, meldt Van Geffen. Verstrekking geschiedt op voorwaarde dat ook resultaat wordt geboekt (omzetontwikkeling van 7,3 miljoen in de komende drie jaar). Op termijn moet het TONN zich via de derde geldstroom bedruipen.
Vooralsnog behelpt Van Geffen zich met een driejarige startsubsidie van de provincie, de gemeente Leeuwarden en de Kamer van Koophandel. Daarmee financiert hij zijn 'voorbereidende werkzaamheden'. 'We zijn bezig de organisatie op touw te zetten. We bekijken welke projecten we gaan doen en welke niet, we stellen onze core-business vast.' Een eenzame klus, nu Van Geffen in zijn eentje het TONN belichaamt. Wel probeert hij alvast twee deeltijd-coördinatoren aangesteld te krijgen (voor schone technologie en mechatronica). Wanneer de hoogleraren worden aangesteld is onzeker.
Goede keus
De zaken gaan nu goed, vindt Schutte. 'Wij geloven in het TONN, en nemen alle startperikelen maar voor lief. We hebben lang gedaan over het aantrekken van een directeur, maar ik meen dat we met Van Geffen een goede keus hebben gedaan. Hij gaat er nu full swing tegen aan. Zo'n figuur heb je nodig, want een bestuur kan wel beleidslijnen uitzetten, maar ze niet uitvoeren.' Schutte beklemtoont dat het TONN 'een primair Friese aangelegenheid' is, waarbij de UT alleen toelevert en bestuurlijke medeverantwoordelijkheid draagt. 'Het TONN is geen Twentse 'spin-off'!'