Het onderwijs moet nog even wachten. Maandag werd het gebouw opgeleverd en tot de zomervakantie zullen de zalen vooral voor congressen en symposia benut worden. Vanaf september komt het gebouw, dat te vinden is tussen de panden van Informatica en Chemische Technologie, ook beschikbaar voor de faculteiten. De UT krijgt er daarmee vier royale zalen bij. De grootste heeft bijna vijfhonderd stoelen. Eén zaal is voor driehonderd mensen bestemd, één voor tweehonderd en de kleinste collegezaal heeft ruimte voor 150 toehoorders. Het waaiervormige gebouw biedt verder ruimte aan een royale kantine annex restaurant, wat kleine zaaltjes en een ruime fietsenkelder.
Opvallend
Het is een opvallend pand geworden en dat was volgens architect ir. Peter Defesche van het Delftse architectenbureau OD 205 ook de bedoeling. 'We hebben binnen de marges gezocht naar iets wat tot de verbeelding spreekt. Het wordt tenslotte niet alleen een onderwijsgebouw. Congressen, promoties, de opening van het academisch jaar, het is een beetje het visitekaartje van de universiteit. Dan moet je er ook langs rijden met het idee: hier zal het wel zijn'.
Defesche omschrijft het huidige gebouw als de eenvoudigste, maar zeker niet de simpelste oplossing. Het pakket van eisen en wensen was omvangrijk, de pot met geld niet onuitputtelijk en de bouwmogelijkheden begrensd. De oude fundering van hal C diende als basis voor de plannen. Daarboven moesten zalen in een amfitheatervorm komen waar weinig daglicht binnen zou vallen. Bovendien diende er een aansprekend restaurant in te komen, moest het gebouw passen bij de omgeving en diende het functioneel en prettig in het gebruik te zijn.
Dertig miljoen
Schoonenberg en Defesche zijn er van overtuigd dat het, voor iets meer dan dertien miljoen gulden, allemaal gelukt is. Om datbijzondere te bereiken is ondermeer veel aandacht aan de details besteed. 'Het bijzondere van het gebouw zit overal in', vindt Defesche. Een paar stappen naar binnen maken dat duidelijk. Zo heeft hij al het meubilair met zorg uitgekozen. In de zalen heerst een feestelijke sfeer doordat in de bekleding van de stoelen van maar liefst twaalf kleuren gebruik is gemaakt. Geen twee naast elkaar staande stoelen hebben dezelfde kleur. 'Ik heb op de tekeningen ieder stoeltje ingekleurd'. Mooi tapijt, perfecte audio-visuele voorzieningen, fraai afgewerkte plafonds, goede belichting en uitstekende zichtlijnen completeren de zalen.
In en rondom het gebouw is overal de grote aandacht voor de details terug te vinden. Een eigen ontwerp lantaarnpaal zorgt voor de buitenverlichting en ook over kleinigheden als lichtknopjes of asbakken is nagedacht. Zo nu en dan bleken ideeën te duur, maar zocht Defesche net zo lang tot hij een alternatief vond. Zo had hij graag lampjes in de bestrating gezien. Te duur. Maar met het aanbrengen van spiegeltjes, die het lantaarnlicht weerkaatsen, is het effect wat hij wilde toch bereikt.
De aandacht voor details was hard nodig, vindt het duo. 'Normaal heeft een gebouw één huurder, die deels voor een eigen invulling zorgt. Dat is bij dit gebouw niet het geval. Er zullen vele gebruikers zijn en het moet helemaal kant en klaar zijn. Daarom wilden we het gebouw tot de laatste kleine details afwerken en gaan we daarin verder dan bij andere panden', licht Schoonenberg toe.
Bezoekers komen het complex binnen via (de bestaande) hal B of de fietsenkelder. Op de begane grond is de kantine te vinden. Kunstenaar Jan Merx werkt op dit moment hard aan een zes panelen beslaand grafisch kunstwerk. Veel glas completeert het ruime en lichte aanzien. De ingangen van de verschillende collegezalen zijn op de eerste verdieping aan een al even lichte omloop te vinden. Daardoor kan op de begane grond in een rustige sfeer gebruik gemaakt worden van de kantine. 'Die ruimte is bedoeld als kantine, maar moet bij feestelijke gelegenheden ook de functie van een restaurant kunnen vervullen', verklaart Defesche.
De betonnen fundering is in het gebouw benut voor het maken van een royale fietsenkelder. 'De fietsroute loopt recht naar de kelder toe. Op die manier denken we te voorkomen dat iedereen z'n fiets tegen het gebouw aan zet'.
Bijzonder
'Het is bijzonder dat het er is', vindt de architect van het Delftse bureau OD 205. 'Het tekent deze universiteit', meent hij. 'Men is hier ondernemend in de ware zin des woords. De vasthoudendheid bij bijvoorbeeld het ministerie heeft er voor gezorgd dat dit gebouw er gekomen is'.
Het collegezalencomplex is in eerste instantie een onderwijsgebouw. 'We hadden het eigenlijk al veel eerder moeten hebben, maar onderwijs is toch een sluitpost', heeft Schoonenberg gemerkt. Bij onderwijs zal het echter niet blijven, want daarvoor heeft het gebouw volgens het tweetal te veel potentie. Symposia, congressen, promoties, de opening van het academisch jaar; het kan er allemaal. 'Het valt je nu ook op hoe weinig voor dat soort zaken geschikte zalen we eigenlijk hebben. Met een dergelijk gebouw kun je in detoekomst allerlei activiteiten naar je toe gaan halen', vindt Schoonenberg.
Puzzel
Toegepaste Onderwijskunde zal de hoofdgebruiker van de kleinste zaal zijn. Verder worden de ruimtes in het rooster opgenomen en horizontaal verhuurd. Defesche kan haast niet wachten tot het door studenten in gebruik genomen wordt. 'Het was lastig om dit gebouw tot iets te laten worden. Het zijn stukjes van een puzzel, die in de loop der tijd in elkaar zijn gevallen. Of we die puzzel goed hebben opgelost kunnen we pas zien als de mensen het gaan gebruiken. Ik denk dat het een fijn gebouw is. Het spreekt tot de verbeelding, is niet overdreven, heeft een goed volume; ik ben er heel tevreden mee. Nu moeten we zien of de gebruikers dat ook zijn'.