De inval van Vietnam en het gruwelbewind van Pol Pot veranderden Cambodja in een mijnenveld met een paar spooksteden. Hulporganisaties hielden aan de grens het restant van de bevolking in leven: twaalf vluchtelingenkampen met een inwonertal variërend van honderdvijftigduizend tot een miljoen. Toen in 1990 de Parijse Vredesakkoorden waren gesloten aan hen de taak het volledig ontwrichte land weer op te bouwen.
Volgens Toonen is met name het armoedebestrijdingsprogramma van de UNDP succesvol. 'Een onafhankelijke evaluatiecommissie was heel positief. In ieder geval is sprake van een verbetering. Mensen hebben brood op de plank, een huisje, een waterput en de primaire medische voorzieningen. Dat hadden ze vijf jaar geleden niet. Er is nu sprake van armoede, maar niet van hongersnood. Het land is in een continue overlevingsstrategie. Dat lukt wel aardig.'
De vooruitgang wordt met name geblokkeerd door de veiligheidssituatie. 'De Cambodjanen zijn zelf hard bezig met het opbouwen van het land. Als de veiligheidssituatie goed zou zijn, waren ze zeker op weg aansluiting te vinden bij Thailand en Vietnam.'
Rode Khmer
De Rode Khmer is echter nog steeds operationeel en zeer effectief. Bovendien heeft de organisatie van Pol Pot een aantal strategische punten in handen, zoals de diamantmijn. Getracht is de Khmer te ontmantelen door deserteurs gratie te verlenen. Omdat zij vervolgens, tot op de hoogste posten, werden ingepast binnen het leger is dat corrupt en volkomen ineffectief.
Toonen zit in Phnom Penh en mag daar niet uit. Met de onveiligheid valt het wel mee, zegt hij. 'Er is een paar keer geschoten bij mij in de straat. Dat zijn bandieten. Cambodjanen die geen rooie cent hebben, alleen een wapen.'
De stad is hem meegevallen, voor zover hij daar al een voorstelling van had. 'Ik kende Bangkok en Indonesië, had de Killing Fields gezien, dus wist ik hoe het landschap er uitziet. Maar ik kon mij er niet echt een voorstelling van maken. Ik had een drukke, vuile stad verwacht, met veel kantoorgebouwen maar dat valt erg mee. Het is heerlijk om er te wonen.' Vermaak is er weinig. Zijn uit Nederland overgekomen piano is een dankbare afleiding.
Vrienden
Meer dan zijn collega's, telt Toonen Cambodjanen onder zijn vrienden. Hij vindt ze gastvrij, warm en open tot een bepaald niveau. 'Ze vertellen gewoon over de gruwelen van de Rode Khmer, iedereen heeft het meegemaakt. Het leven nemen ze zoals het is, met een zekere gelatenheid. Ik heb daar wel respect voor.'
Maar de vriendschap zal nooit zo diep gaan als hier in Nederland. Taal en cultuur staan dat in de weg en bovendien is het een vertrouwenskwestie, denkt hij: 'Ik ben toch die buitenlander die meer verdient dan zij.'
Naast zijn salaris, dat op het niveau ligt van de beginnende academicus, ontvangt hij forse toelagen. Bovendien betaalt hij geen belasting omdat hij in dienst is van de Verenigde Naties.
Het gemis aan vrienden en familie beschouwt hij als de belangrijksteopoffering. Wel had hij last van een cultuurschok toen hij na een bezoek aan Nederland terugkeerde. Maar dat is een kwestie van wennen.
Begeleiding
Na een studiereis in India besloot bestuurskundestudent Toonen definitief te kiezen voor ontwikkelingssamenwerking. 'Ik heb een hele persoonlijke begeleiding gehad', spreekt hij waarderend over de vakgroep Ontwikkelingskunde (VOK). 'De studie heeft mij goed voorbereid op wat ik nu doe. Juist die brede achtergrond komt goed van pas.'
Toch valt het niet mee bij een organisatie voor ontwikkelingssamenwerking binnen te komen. Toonen kon na zijn afstuderen anderhalve maand projectwerk doen bij de Nationale Adviesraad voor Ontwikkelingssamenwerking. Daarna werkte hij via het uitzendbureau als administratief medewerker bij het Komitee Zuidelijk Afrika. Geen baan op niveau, maar: 'Daar zit je toch dicht bij het vuur. Ik kon bekijken waar vacatures lagen die op mijn achtergrond aansloten.'
Cambodja
In het vacatureblad van het ministerie van Buitenlandse Zaken vond hij de advertentie voor zijn baan in Cambodja. Het ministerie detacheert hem twee maal twee jaar bij een internationale organisatie. Deze regeling is speciaal bedoeld voor academici en HBO'ers met geen of weinig werkervaring.
Eenmaal geselecteerd werd eerst zijn Frans bijgespijkerd waarna een acculturatiecurus volgde, over de aanpassing aan een vreemde cultuur. Die was vooral gericht op Afrika, maar bleek toch nuttig: 'De veiligheidssituatie in Mozambique is bijvoorbeeld vergelijkbaar met die in Cambodja. Het land is bezaaid met mijnen en je kunt de stad niet uit. In eerste instantie heb je de neiging te proberen toch buiten te komen. Ons werd verteld dat gewoon niet te doen. Je moet die situatie aanvaarden, anders levert dat alleen maar frustratie op.'
In New York kreeg hij een cursus van de UNDP met program officers uit de hele wereld. Die bleken overigens vaak in eigen land nog helemaal geen voorbereiding te hebben gehad. Hier werd vooral de filosofie van de organisatie ontvouwd. Kernbegrip is sustainable human development. De UNDP probeert een tegenhanger te zijn van de Wereldbank (een van de 'groot-geldorganisaties', zoals Toonen dat omschrijft), die zich vooral richt op macro-economische hervormingen.
'Een land moet op een gegeven moment zichzelf kunnen ontwikkelen. Projecthulp is volgens de UNDP een verouderde visie. Wij hanteren de programma-benadering: een aantal projecten in een bepaalde sector die duidelijk op elkaar zijn afgestemd. Bijvoorbeeld op het gebied van milieu niet alleen technisch advies geven, of beleidsmatig iets op poten zetten, of training geven, of wetgeving stimuleren, maar alles. De UNDP probeert daarbij een coördinerende rol op zich te nemen.'
Dialoog
In Cambodja ligt de eerste prioriteit bij armoedebestrijding en plattelandontwikkeling, de tweede bij bestuurlijke ontwikkeling: het laten functioneren van de overheid. 'Het is belangrijk dat je continu in dialoog blijft met internationale organisaties om de overheid in staat te stellen het land te ontwikkelen. In principe moeten alle projecten door de overheid worden uitgevoerd. Het moet zo zijn dat zij de zeggenschap heeft en de doelstellingen bepaalt.'
Eenvoudig is dat niet. 'Ik vraag mij weleens af of de politieke wil er voldoende is. Vaak wordt toch het eigenbelang in context van het landsbelang nagestreefd.'
Zie ook: Intrigerend bewegingstheater over Cambodja