In Aalborg besteden de studenten de helft van een studiejaar aan twee interdisciplinaire projecten. De resultaten van die aanpak ogen verbluffend: het opleidingsrendement, het P-rendement en het slagingspercentage na één tentamen zijn allemaal 20 tot 30 procent hoger dan op de UT.
De POC vroeg zich echter af wat projectonderwijs nu betekent voor het studentenleven en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om het succesvol in te voeren op de UT. Deze week ontvangt rector-magnificus prof. dr. T.J.A. Popma uit handen van de studenten Anne Ormel en Kristel Nieuwenhuys de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen (donderdag 16 maart 12.45 uur, BB3). Het rapport is vooral een discussiestuk, want de UT-delegatie hield een genuanceerde mening over aan het bezoek.
Anne Ormel bijvoorbeeld, was vóór de reis een overtuigd voorstander van het Aalborgse systeem. 'Ik vond het je-van-het, het ideale onderwijs. Vooral de probleemoplossende benadering trok mij aan.' Nu vindt ze het 'zeker niet ideaal'.
Effect
Het onderwijs en het niveau waren niet teleurstellend. Wel het effect van 50 procent projectonderwijs op het studentenleven. 'Een half jaar lang sta je op en ga je naar bed met de acht mensen uit je projectgroep. Ik vond het benauwend. Je studeert met oogkleppen op.' Daarentegen denkt Kristel Nieuwenhuys nu positiever over het systeem dan voor haar kennismaking. Invoering op de UT ziet zij echter niet zo zitten. 'In Aalborg is men begonnen met projectonderwijs. Dat vereist een andere mentaliteit dan hier aanwezig is. Maar je kunt een universiteit niet ineens zo omgooien.'
Is er In Aalborg sprake van een duidelijke matrixstructuur, op de UT ontbreken de dwarsverbanden tussen vakgroepen. Hierdoor bestaat het gevaar dat begeleidende docenten het project te sterk in de richting van hun eigen vakgroep leiden. 'De mentaliteit op de UT van: ik kan het allemaal alleen moet weg. Hier duikt iemand liever urenlang in de boeken dan een deurtje verder een collega advies te vragen,' verduidelijkt Anne Ormel. De POC adviseert het College van Bestuur daarom een coördinator onderwijs in te stellen die wordt geadviseerd door de opleidingscommissie en boven de vakgroepen staat.
Niet alleen docenten, ook studenten moeten goed gemotiveerd zijn. Een studiebelasting van veertig tot zestig uur per week wordt in Aalborg zonder morren aanvaard. De populatie bestaat dan ook uit wat oudere studenten die heel bewust voor die manier van onderwijs kiezen. Daarom zijn ze waarschijnlijk gemotiveerder dan de gemiddelde UT-student.
De POC beschouwt een studiebelasting van meer dan vijftig uur per week als niet studeerbaar. Het leven buiten de universiteit is in Twente nu eenmaal gevulder dan in Aalborg. De UT-student besteedt echter slechts 30 tot 36 uur aan zijn studie, weten beide studentes, en dat vinden veel docenten en politici te weinig. Door hoor- en werkcolleges af te wisselen met practica en projecten kan de inzet worden vergroot. Maar het aantal tentamens moet dan wel omlaag en de tentamenperiode mag niet samenvallen met de deadline van een project.
De Aalborgse en Twentse studies bleken ook inhoudelijk niet helemaal vergelijkbaar. 'Het niveau is toch wel lager', meent Kristel Nieuwenhuys. 'Doel van de projecten is het ontwikkelen van een produkt. Dat komt meerovereen met het HBO-niveau.'
Methode
Anne Ormel wijst op de fundamenteel verschillende aanpak van problemen tussen UT en Aalborg. De Denen hanteren de trial-and-error methode. 'Als je een oplossing hebt is het goed, al is die niet de beste. De argumentatie waarom je voor een bepaalde werkwijze hebt gekozen, ontbreekt. Op de UT leer je juist bepaalde methoden te volgen om tot de beste oplossing te komen.'
Als de kennismaking de UT-delegatie iets heeft duidelijk gemaakt is dat Aalborg niet utopia is. 'De traditionele hoor/werkcolleges moeten aan de UT blijven bestaan, maar met meer en grotere projecten', meent Anne Ormel. 'Je moet een afweging maken tussen wat je met projectonderwijs verliest en wat je ermee wint', concludeert Kristel Nieuwenhuys. Pikant detail: nog voor de zomer brengt een Aalborgse delegatie een werkbezoek aan de UT. Niet in de eerste plaats om het Twentse onderwijssysteem te doorgronden, maar veeleer om wat op te steken van het succes van het Twentse studentenleven.
