In het begin van deze eeuw schreef de Nijmeegse pater Van Ginneken over vrouwen: 'Door haar beperktheid in geest, spreekt zij in simpele woorden.' Serieus onderzoek naar sekseverschillen in communicatie kwam van de grond tijdens de tweede emancipatiegolf in de jaren zeventig. Daaruit blijkt dat het taalgebruik van, en met name de interacties tussen, mannen en vrouwen 'enorm verschillen', aldus Gerritsen. Maar: 'Pas onlangs is men zich gaan realiseren dat die verschillen in taalgebruik ook en vooral consequenties hebben op het werk.'
Vrouwen blijken zich bijvoorbeeld vaker dan mannen te verontschuldigen of iemand te bedanken, meestal niet omdat dit nodig is, maar uit beleefdheid. 'Op mensen die zelf nooit sorry zeggen, maakt dat de indruk van nou, die zal wel iets verkeerd hebben gedaan. En als je iemand bedankt lijkt het alsof hij of zij iets voor je heeft gedaan waar je dankbaar voor moet zijn. Dat kan worden geïnterpreteerd als een afhankelijkheidsrelatie.'
Als mannen een vraag stellen, doen ze dat meestal omdat ze advies willen. Vrouwen gebruiken een vraag echter vaak om een gesprek gaande te houden, als een blijk van interesse. 'Dit kan echter op mannen overkomen als: ze weet het eigenlijk niet, ze is onzeker.'
Een ander kenmerkend verschil is dat vrouwen zich gemakkelijker laten interrumperen dan mannen. Hierdoor zijn zij minder vaak aan het woord en hebben minder invloed op het gespreksonderwerp.
Zo zijn er nog tal van gesprekssituaties op te noemen waarvan is aangetoond dat de seksen hiermee verschillend omgaan. 'Maar ik wil absoluut niet klagen dat mannen zus praten en vrouwen zo', zegt Gerritsen. Zij hoedt zich ook voor een waardeoordeel over de beide stijlen. Waar het om gaat is dat verschillen in communicatie tot onbegrip kunnen leiden. Op het werk, traditioneel het domein van mannen, zijn vrouwen daarbij in het nadeel.
Zo blijkt bijvoorbeeld dat, ook relatief, slechts weinig vrouwen doorstromen naar de top. De UT heeft slechts één vrouwelijke hoogleraar. Communicatie is een vaak onvermoed obstakel: 'In het taalgebruik van vrouwen zitten een heleboel dingen die kunnen worden geïnterpreteerd als: zij is misschien wel goed, maar niet erg besluitvaardig, aarzelend, onzeker.' Dat zijn geen kwalificaties waarmee je gemakkelijk een leidinggevende positie verwerft. 'De top moet bovendien weten dat je goed bent. Vrouwen laten dat lang niet altijd blijken.'
Daarom volstaat het volgens Gerritsen niet vrouwen te benoemen op hoge posities. 'Leidinggevenden moeten zich realiseren dat tussen de seksen communicatieverschillen bestaan en vrouwen actief ondersteund dienen te worden.'