Tentamen: stiefkind van het onderwijs

| Redactie

Nico Van Diepen legt wat rapporten op tafel. Een stuk of vier, vijf, allemaal gewijd aan de tentaminering van één vak: 'Inleiding Programmeren'. Eerstejaars college, duizend studenten, veertig docenten. Drie jaar is er gewerkt om er een degelijk en betrouwbaar tentamenmodel voor te maken. Eenmaal klaar bleek het onbruikbaar, want in die tijd is het vak flink veranderd. 'Vreselijk veel werk was het

Nico Van Diepen legt wat rapporten op tafel. Een stuk of vier, vijf, allemaal gewijd aan de tentaminering van één vak: 'Inleiding Programmeren'. Eerstejaars college, duizend studenten, veertig docenten. Drie jaar is er gewerkt om er een degelijk en betrouwbaar tentamenmodel voor te maken. Eenmaal klaar bleek het onbruikbaar, want in die tijd is het vak flink veranderd. 'Vreselijk veel werk was het', zegt docent van Diepen, inmiddels onderwijscoördinator van Informatica. 'En allemaal voor niets. Ja, wat dat betreft is de investering die nodig is voor een goed tentamen veel te hoog.'

Het 'stiefkind van het hoger onderwijs' noemde Ineke Verheul van de Vrije Universiteit het tentamen onlangs in de Volkskrant, en daar kan Henk Roossink het mee eens zijn. De tentamenspecialist van het Onderwijskundig Centrum (OC) adviseert docenten bij het maken en corrigeren van hun toetsen en was nauw betrokken bij het informatica-project. Het is hem eens voorgerekend: de docent die het goed wil doen moet 30 procent van zijn tijd besteden aan tentamens. Minstens. Vind maar eens iemand op de campus die dat er voor over heeft. Roossink: 'Onder docenten is er te weinig aandacht voor de kwaliteit van het tentamen. Het is een sluitpost, ja. Eerst wordt naar de cursus gekeken en de toetsing daarvan komt pas helemaal aan het eind.' Bovendien, zegt hij, neemt met de bezuinigingen de druk om efficiënt en dus snel te werken toe. Waardoor het docenten nog meer aan tijd gaat ontbreken om een degelijk tentamen te maken. 'Dat gaat straks echt wringen.'

Onbegrijpeljk

En dat terwijl universitaire bestuurders te pas en te onpas schermen met slagingspercentages die de kwaliteit van de studie moeten aantonen. 'Onbegrijpelijk', vindt Roossink. 'Op de UT wordt heel achteloos over studierendement gepraat, maar eigenlijk is dat een leeg begrip. Want wat doen docenten? Als het slagingspercentage tegenvalt geven ze de studenten gewoon een hoger cijfer. En dan wordt er rustig op een andere plek verkondigd: onze faculteit is de laatste drie jaar gigantisch omhoog gegaan. Over de inhoud van de toetsen wordt niet gesproken.'

Per jaar weten zo'n dertig tot veertig docenten hun weg naar tentamenspecialist Roossink te vinden. Afgezien nog van de deelnemers aan zijn cursussen. Het gros komt pas als het kwaad is geschied, constateert hij spijtig. 'Dan is er een acuut probleem: het tentamen is geweest, de studenten hebben geklaagd, de docent weet niet wat hij moet en denkt: 'laat ik die Roossink eens bellen'. dat is niet ideaal.'

Onderschat

Het tentamen is een even cruciaal als onderschat onderdeel van de studie. Veel belangrijker dan het ingesleten onderwijsritueel dat veel docenten er in zien, zegt Roossink. 'Een tentamen geeft sturing aan het leren, zodat de studenten weten waar ze naartoe moeten. En het is belangrijk voor de kwaliteitsbewaking. Zeker nu studies als Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek gigantische veranderingen ondergaan. Dan is een meting om te zien of er echt wat aan het onderwijs verandert heel erg belangrijk.' Het tentamen is ook een spiegel voor docenten en onderzoekers, vindt onderwijscoördinator Van Diepen. 'Een goede toets geeft heel concreet antwoord op de vraag waar het eigenlijk om gaat bij de studie. Eigenlijk zegt een tentamen meer over een vak dan de studiegids.'

Waaraan moet een goed tentamen voldoen?

Betrouwbaarheid is een eerste vereiste, zegt Roossink, net zoals elke wetenschappelijke meting dat moet zijn. Eigenlijk moet een tentamen twee keer gemaakt worden, door twee verschillende docenten. Pas als de uitkomstenidentiek zijn is het een goed tentamen. 'Ik merk dat veel tentamens onbetrouwbaar zijn, omdat de vragen bijvoorbeeld niet helder gesteld zijn. Dat is heel erg moeilijk, een concrete, duidelijke vraag opstellen.'

Geldig

Een goed tentamen is ook een geldig tentamen, zegt Roossink. Hij bedoelt: de vragen moeten aansluiten op wat de studenten geleerd hebben. Dat betekent ook dat de manier van toetsen moet passen bij het onderwijs. Voor een inleiding in de organisatiekunde volstaat een multiple choice-tentamen vol weetvraagjes. Maar feitenkennis alleen is niet voldoende wanneer van de student verwacht wordt dat hij leert vergaderen. Of organiseren. Roossink: 'Het komt vaak voor dat men alleen naar feitjes vraagt omdat docenten graag multiple choice willen toetsen. Omdat het gemakkelijk is, niet omdat het onderwijs dat vraagt. Ik kom tentamens tegen die gewoon de rijtjes uit een boek overnemen. Dat gaat echt niet meer over de inhoud.'

Vier dagen

Met dat laatste is docent A. Wijnhoven van Technische Bedrijfskunde het niet eens. Multiple choice, voor wie het goed wil doen is er niets moeilijkers dan dat. Hij is bezig met een inleidend eerstejaarstentamen. Vijftig vragen, dat kostte hem tot nu toe vier dagen en het einde is nog niet in zicht. 'Ongelooflijk arbeidsintensief is het. Je moet creatief zijn, het is saai werk. Maar enorm belangrijk, want hier reken je studenten uiteindelijk op af.'

Hij zet een doosje diskettes op tafel. 'Kijk, dit is een test bank van een Amerikaanse uitgeverij. Wordt gemaakt voor business schools. Collega's zeggen wel eens: joh, waarom gebruik je dat gewoon niet, lekker gemakkelijk. Maar dat is rubbish. Die Amerikanen hebben veel lichtere normen. Als ik dat mijn studenten zou voorzetten zouden ze het gevoel hebben als kleuter behandeld te worden. '

Natuurlijk, de inzet van de docent is belangrijk, zegt hij. Maar dat is ook de organisatie van een tentamen. Een toets kan nog zo goed in elkaar zitten, te weinig aandacht voor een rooster of verkeerde instructies en alle moeite is voor niets. 'Als die studenten in de Twente-hallen worden gezet is dat niet echt goed voor de concentratie. Net als een verkeerde planning: te veel tentamens achter elkaar, zodat de student op het eind helemaal uitgeblust is. Ik heb het idee dat de UT met dat soort dingen nogal slordig is.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.