Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen in een rapport van de commissie-Vonhoff over de toekomst van de geesteswetenschappen. Afgelopen maandag overhandigde voorzitter Vonhoff het rapport Men weegt kaneel bij 't lood aan staatssecretaris Nuis. De commissie was gevraagd om een structurele oplossing te bedenken voor de problematische situatie waarin veel geesteswetenschappen verkeren. De afgelopen jaren waren over groepjes van studies al tal van adviezen en verkenningen verschenen.
Binnen de geesteswetenschappen zijn de 'moderne letteren' (zoals communicatiewetenschappen, Europese Studies en algemene letteren) er volgens de commissie niet slecht aan toe. Zij trekken veel studenten, en krijgen dus veel geld van de overheid. Dat gaat echter ten koste van de klassieke letterenopleidingen (theologie, wijsbegeerte, (kunst)geschiedenis, archeologie, klassieke talen, westerse taal- en letterkundes). Deze studies zijn steeds verder afgekalfd. Zij hebben nauwelijks mogelijkheden om hun budget aan te vullen. 'Het is vijf voor twaalf', aldus commissievoorzitter Vonhoff.
Rol
De klassieke opleidingen moeten hun tradtionele, culturele rol veel meer kunnen waarmaken, vindt de commissie. Daarvoor dienen zij, onafhankelijk van het aantal studenten, geld te krijgen van de overheid. Zo wordt ook voorkomen dat zij elkaar studenten afsnoepen. Wel worden zij dan afgerekend op het aantal studenten dat een diploma haalt.
Dat hebben de opleidingen grotendeels zelf in de hand, meent de commissie. Wie zich als student wil inschrijven, krijgt eerst een intake-gesprek, waarin hij ervan wordt overtuigd dat de opleiding niet geschikt is voor carrièrejagers die later veel geld willen verdienen in een 'snel' beroep. De student moet zijn maatschappelijke aspiraties en wetenschappelijke bevlogenheid aantonen. Na een korte periode heeft een tweede, beslissend gesprek plaats op basis van een werkstuk van de student. Schiet hij tekort, dan mag hij per 1 april worden weggestuurd.
Veel geld
Een selectiemethode die eigenlijk in veel meer studies moet worden toegepast, aldus voorzitter Vonhoff, en waarmee 'geweldig veel geld' kan worden bespaard. Vonhoff kon echter niet duidelijk maken hoe kan worden voorkomen dat afgewezen studenten niet bij een andere universitaire studie terecht
komen. Volgens de Leidse rector magnificus prof.dr. L. Leertouwer is voor enige tijd een overbruggingskrediet nodig. Daarna kunnen de vernieuwde geesteswetenschappen het zonder extra geld redden.
Er kan namelijk ook op andere posten worden bezuinigd. Zo moeten de zes klassieke universiteiten (in Leiden, Utrecht, Groningen, Nijmegen en tweemaal Amsterdam) het onderzoek onderling verdelen. Op die manier kunnen meer specialismen in stand worden gehouden. Verder moet de Open Universiteit geen opleidingen op het terrein van de geesteswetenschappen aanbieden. Dat kunnen de klassieke universiteiten volgens de commissie veel beter. Hun aio's moeten voortaan promotiebeurzen krijgen in plaats van een salaris.Met de besparingen kan vast personeel worden betaald. Ook moeten de bibliotheken van de zes klassieken hun collecties op elkaar afstemmen.
'Bewegingen van de universiteiten in Rotterdam, Tilburg, Maastricht en Twente om een eigen letterenfaculteit te creëren moeten worden tegengegaan', aldus Vonhoff. Voor zover zij toch dergelijke opleidingen hebben, of willen beginnen, moet hun onderwijs zichzelf bedruipen. Hun onderzoek moet worden uitgevoerd onder toezicht van de klassieke universiteiten. Zij schikken over uitgebreide bibliotheken en genieten internationale reputatie.
Lengte
Ook de lengte van de opleidingen heeft de commissie-Vonhoff niet ongemoeid gelaten. Norm moet worden dat een student na zijn vierjarige studie nog een aansluitende tweejarige postdoctorale opleiding kan volgen. Dat kan ook een losse kopstudie van twee jaar zijn. De gewone, vierjarige studies blijft echter ook in stand.
In een eerste reactie zei staatssecretaris Nuis de voorstellen te zullen betrekken bij de discussie over hervorming van het hoger onderwijs. Direct na de zomer komt Nuis dan met zijn eigen visie in een ontwikkelingsplan.
Het onderscheid tussen de traditionele geesteswetenschappen en moderne opleidingen sprak Nuis aan. Met de ene categorie moet wellicht anders worden omgegaan dan met de andere, aldus Nuis. Ook de voorstellen voor selectie van studenten noemde Nuis de moeite waard.
Rector prof.dr. Th. Popma zegt desgevraagd dat hem 'niets bekend' is van UT-plannen om een letterenfaculteit op te zetten. 'Ik denk dat de commissie niet helemaal goed geïnformeerd is.' Popma blijkt niet erg enthousiast over de prominente positie die de commissie-Vonhoff de klassieke universiteiten toebedeelt. 'Als voortaan alle ingenieursopleidingen onder toezicht van de TU's zouden vallen, zou wellicht sprake zijn van een evenwichtige ruil. Maar ik zou er evengoed niet voor voelen', aldus Popma.