Begrippen door elkaar gehaald

| Redactie

Het gebruik van een begrip als multidisciplinariteit is vandaag de dag gemeengoed. Het wordt te pas en te onpas gebruikt als antwoord op bepaalde gevoelens van onvrede over de overspecialisatie van ingenieurs en het gebrek aan vakoverstijgende vaardigheden. Nu is het logisch dat van een begrip dat zovaak wordt gebruikt veel verschillende betekenissen ontstaan (zo heeft iedereen bijvoorbeeld een ei

Het gebruik van een begrip als multidisciplinariteit is vandaag de dag gemeengoed. Het wordt te pas en te onpas gebruikt als antwoord op bepaalde gevoelens van onvrede over de overspecialisatie van ingenieurs en het gebrek aan vakoverstijgende vaardigheden. Nu is het logisch dat van een begrip dat zovaak wordt gebruikt veel verschillende betekenissen ontstaan (zo heeft iedereen bijvoorbeeld een eigen definitie van wat duurzaamheid is). Toch roept het gebruik af en toe verbazing op.

Zo werd in het UT-nieuws van 2 februari melding gemaakt van een TN-initiatief om samen met het bedrijfsleven `multidisciplinaire' ontwerpopdrachten op te zetten voor de zes technische faculteiten met een vijfjarig curriculum en bedrijfskunde.

De hier beoogde multidisciplinariteit komt mijns insziens neer op meer van hetzelfde, of op oude wijn in nieuwe zakken. Multidisciplinariteit in de voorgestelde opzet verwordt al te makkelijk tot contact met andere techniekstudenten (en bedrijfskundigen) die op dezelfde natuurwetenschappelijke grondslag geschoold zijn, en kan dus eigenlijk geen multidisciplinariteit genoemd worden.

Wanneer de klachten over de eenzijdigheid van ingenieurs serieus worden genomen, wordt techniekstudenten tijdens de studie geleerd om over de grenzen van het eigen vakgebied heen te laten kijken en wordt daarmee samenhangend een besef van de eigen methode, grondslagen en uitgangspunten bijgebracht.

Het kenmerk van natuurwetenschappelijke scholing is namelijk het aanleren van een methode waarmee van de werkelijkheid geabstraheerd wordt om zodoende de werkelijkheid technisch te kunnen beheersen. Daarmee worden andere benaderingen van de werkelijkheid systematisch uitgesloten en verkrijgt de technische benadering een superieure status (dit wordt onder andere verklaard door de zichtbare technologische resultaten en de bewondering daarvoor).

Nu wordt de UT niet gekenmerkt door een pluriformiteit aan wetenschappelijke opleidingen. Daadwerkelijk multidisciplinaire ontwerpopdrachten hebben echter pas kans van slagen als alle faculteiten meedoen; dus ook de faculteiten WMW, BSK en TO, allen met hun eigen grondslagen en methodes die fundamenteel verschillen van die van de technische faculteiten. Multidisciplinariteit is pas zinnig als er sprake van verscheidenheid in uitganspunten is, niet als alle neuzen in dezelfde richting wijzen.

Kees Dekker

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.