Studeerbaarheid komt 'in vizier'

| Redactie

Verhoging van het collegegeld is alleen gerechtvaardigd als studenten er op kunnen rekenen dat het onderwijs goed in elkaar zit, vindt de Tweede Kamer. In ruil voor de 500 gulden biedt minister Ritzen de Kamer een ambitieus plan om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. 'Studeerbaarheid komt nu in het vizier van de opleidingen', sprak minister Ritzen vorige week hoopvol bij de presentatie van het kabinetsbesluit over het collegegeld

Al jarenlang probeert hij de universiteiten en hogescholen er van te overtuigen dat het onderwijs beter kan. Met weinig succes: vooral op de universiteiten komen nog hemeltergende situaties voor. Ditmaal wenkt een hoopvoller perspectief, al blijft de vraag in hoeverre bestuurders en docenten zich werkelijk voor een beter onderwijs willen inzetten. Is Ritzens jongste kwaliteitsoffensief niet vooral een poging om studenten en politici tevreden te stellen?

Voor de buitenwereld lijkt het 'werkprogramma kwaliteit en studeerbaarheid' in elk geval heel wat. De verenigingen van universiteiten (VSNU) en hogescholen (HBO-Raad) hebben er hun handtekening onder gezet, naast die van minister Ritzen de studentenorganisaties LSVb en ISO. De voorzitters van VSNU, HBO-Raad, LSVb en ISO hebben zitting in een stuurgroep die voor de zomer met een uitgewerkt plan komt om het onderwijs studeerbaar te maken. Daarbij gelden de maatstaven van de commissie Wijnen, die eind 1992 een boekje met tips voor beter onderwijs uitbracht. Centraal staat 'een betere dienstverlening aan de student'. De stuurgroep staat onder leiding van Ritzen zelf, wat aangeeft welk belang de minister er aan hecht.

Iedere universiteit en hogeschool moet een plan voor kwaliteitsmanagement opstellen, vermeldt het werkprogramma. Dat plan moet onder meer aangeven hoe docenten getoetst worden op hun didactische kwaliteiten. Zonder een dergelijk plan kan een instelling geen geld krijgen uit het potje van 500 miljoen gulden dat is bestemd voor de herstructurering van het hoger onderwijs.

Onderzocht wordt of er onderwijscontracten kunnen worden ingevoerd. Daarin verplichten de student en de universiteit/hogeschool zich tot een bepaalde inspanning. Ook kunnen sancties worden vastgelegd, zoals een boete voor de instelling waar het onderwijs niet deugt. Studenten moeten harder gaan werken, zei Ritzen vorige week. Een andere opzet van het onderwijs kan daar bij helpen.

Elke hogeschool en universiteit krijgt een auditorenregeling. Studenten die geen recht meer hebben op studiefinanciering, kunnen hieruit een bijdrage krijgen om af te studeren. De universiteiten en hogescholen gaan na of zij traditionele vormen van onderwijs, zoals het hoorcollege, kunnen vervangen door modernere. Daarbij wordt gedacht aan onderwijs via de computer. Opvallend is dat de stuurgroep zich ook op het terrein begeeft van meer abstracte onderwerpen als de bestuursstructuur en de bekostiging. Staatssecretaris Nuis bestreed vorige week dat dit de discussie over de stelselherziening in de wielen rijdt. Deze discussie moet binnen afzienbare tijd beginnen. Ritzen wil dat de gemiddelde cursusduur in 2000 een half jaar korter is. Een deel van de besparingen wil hij weer investeren in het onderwijs.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.