De Leidse klinisch-psycholoog prof.dr. René Diekstra nam begin deze week ontslag nadat hij kennis had genomen van het rapport van de commissie-Hofstee. Die had in opdracht van het Leidse universiteitsbestuur uitgezocht wat er waar was van de beschuldigingen van plagiaat aan het adres van Diekstra. Het oordeel van Hofstee was vernietigend: als hoogleraar kan hij niet gehandhaafd blijven.
De commissie kon nauwelijks terugvallen op goed omschreven, algemeen geldende regels. Ruim een jaar geleden stelde de KNAW, de academie van wetenschappen een notitie op over 'wetenschappelijk wangedrag', maar die vond de commissie nogal globaal. Daarom moest zij een aantal algemene vragen zelf beantwoorden.
Eén van die vragen was of plagiaat in populair werk gevolgen moet hebben voor iemands wetenschappelijke positie. De commissie vindt van wel, vooral omdat Diekstra's populaire publicaties op hetzelfde vakgebied liggen als zijn wetenschappelijke werk en ook omdat de 'slachtoffers' vakgenoten zijn. 'Van wezenlijk belang' acht de commissie dat Diekstra bovendien verantwoordelijk is voor minstens één geval van plagiaat in een wetenschappelijk artikel.
Rector Leertouwer oordeelde op grond van Hofstee's rapport dat Diekstra 'met het geestelijk eigendom van derden is omgegaan op een wijze die onder geleerden algemeen als verwerpelijk wordt beschouwd.' Hij denkt niet dat affaires als die rond Diekstra te voorkomen zijn. Overigens meent de rector dat psychologen een 'bijzonder risico' lopen. 'Zo werkt de markt voor welzijn en geluk: zulke 'kop-op-boekjes' kan je als het ware niet snel genoeg uitpoepen.'