Dit blijkt uit een rapport over de beloning van topambtenaren en -functionarissen in de semi-overheidssector. Minister Dijkstal heeft dit vorige week naar de Tweede Kamer gestuurd.
Ook de salarissen in het hoger onderwijs worden in dit rapport doorgelicht. De hoogste ambtenaren aan universiteiten en hogescholen blijken gemiddeld meer te verdienen dan de leden van Colleges van Bestuur of directies, namelijk 173 duizend gulden bruto. Uitschieters komen in de ambtelijke top echter niet voor.
Minister Ritzen verdient, net als zijn collega's, 220 duizend gulden bruto per jaar. Een aantal ambtenaren van ministeries verdient meer, tot een maximum van 290 duizend gulden. De salarisgegevens zijn niet tot individuen te herleiden. Of ook Onderwijs boven-ministeriële salarissen betaalt, valt daarom niet uit het rapport op te maken.
Wel is duidelijk dat het ministerie van Onderwijs zijn topambtenaren 'gemiddeld' beter betaalt dan de meeste andere ministeries. Dat komt vooral omdat Onderwijs vrij gul is met toelagen.
Minister Dijkstal heeft het rapport laten schrijven nadat in de Tweede Kamer onvrede was ontstaan over 'gouden handdrukken' voor ontslagen topambtenaren. In een brief aan de Kamer schrijft hij nu dat met name de salarissen in de semi-overheidssector zich te veel aan de greep van de betrokken minister onttrekken.
Minister Ritzen wil intussen met name universiteiten meer vrijheid geven om zelf hun salarissen te bepalen. Wel vraagt hij een waarborg dat die dan niet de pan uit gaan rijzen. Daarom wil hij afspraken maken over de salarissen voor een secretaris van een universiteit en voor een hoogleraar. Deze twee topsalarissen moeten als 'deksel op de pot' dienen.
