De universiteiten zijn het nog niet eens met minister Ritzen over de 90 miljoen gulden die acht van hen terugkrijgen. Het overleg daarover, afgelopen maandag, heeft niets opgeleverd. Ritzen moet als gevolg van een uitspraak van de Raad van State 90 miljoen gulden teruggeven die hij acht universiteiten tussen 1993 en 1996 ten onrechte onthouden heeft. Dat geld wil hij echter weghalen bij wat alle universiteiten gezamenlijk de komende jaren krijgen. De universiteiten zijn daar kwaad over. Volgens hen verhaalt Ritzen de kosten van zijn eigen fouten op de universiteiten.
De minister kwam de universiteiten vorige week iets tegemoet. Hij wil zijn best doen om een deel van de 90 miljoen elders in zijn begroting te vinden, schreef hij in een brief. De universiteiten moeten dan wel beloven dat zij niet opnieuw naar de rechtbank stappen.
De universiteiten zijn niet op dit voorstel ingegaan. Volgens hen moet Ritzen de 90 miljoen zonder omwegen terugbetalen aan de acht universiteiten die er recht op hebben. Vervolgens moet hij maar een voorstel doen over hoe dat geld opgebracht moet worden. Maar dat bedrag bij elkaar brengen door simpelweg op alle twaalf universiteiten te korten, is volgens de universiteiten in strijd met Ritzens belofte van financiële rust.
De bron van het conflict is Ritzens wens om de historisch gegroeide verdeling van onderzoeksgeld te veranderen. Hij wilde in 1992 vier jonge universiteiten (Tilburg, Rotterdam, Maastricht en Twente) meer geld te geven. Dat geld haalde hij weg bij de acht andere universiteiten. Vier van hen gingen tegen die beslissing in beroep en kregen gelijk van de Raad van State. Ritzen heeft al aangekondigd dat hij bij zijn standpunt blijft dat de vier jonge universiteiten meer onderzoekgeld horen te krijgen. Als het aan hem ligt, zullen de andere acht het dan ook blijvend met minder geld moeten doen.