Deze week het vierde en tevens laatste interview in de serie eredoctoraten 1996. Na Jan Boot, Hiroyuki Yoshikawa en Rodger Needham, deze week een portret van Nationale ombudsman Marten Oosting en zijn werk. Oosting is voorgedragen door de faculteit Bestuurskunde vanwege zijn verdiensten voor het vakgebied, alsmede voor de wijze waarop hij zijn instituut in nog geen tien jaar tijd heeft vorm gegeven. Oosting stond ruim twintig jaar geleden aan de wieg van de bestuurskundige opleiding in Twente: hij was samen met de toenmalige rector magnificus Zandbergen de gezichtsbepalende figuur in de voorbereidingscommissie. Als Nationale ombudsman ontwikkelde hij de zogeheten zorgvuldigheidsjurisprudentie waarmee hij het gezag van zijn instituut een wetenschappelijke basis gaf.
Oosting vertelt in het artikel dat de stroom klachten die hem en zijn bijna honderd medewerkers bereiken jaarlijks aanzienlijk groeit. 'Dat komt vooral door onze bekendheid en niet omdat Nederland opeens twee keer zo klachtbereid is geworden'.