Het TONN is opgezet door de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL), Van Hall Instituut (VHI) en UT als een onderzoeksinstituut dat via projecten voor en met het Friese bedrijfsleven de regionale economie moest gaan bevorderen. De opstartfase van het TONN verliep moeizaam, maar er zijn wel flinke subsidies verworven, waaronder een EFRO-subsidie van 1,2 miljoen gulden van de Europese Commissie. Deze subsidie is toegekend tot en met 1999 en wordt verdeeld over concrete projectvoorstellen.
Het probleem is dat die projectvoorstellen uitblijven, erkent F. Debets (hoofd businesscenter VHI en waarnemend directeur TONN sinds de vorige directeur in mei vertrok): 'Het aantal projecten blijft ver achter bij de prognoses. We zijn nu halverwege de looptijd van de EFRO-subsidie, maar we hebben minder dan 10 procent van het geld uitgegeven.'
De provincie Friesland trok in september ongerust bij het TONN aan de bel. Zij bewaakt als contractpartner van Brussel de voortgang van door de EU gesubsidieerde projecten. Besloten werd tot een 'tussensprint' van twee maanden om alsnog de nodige projecten binnen te halen. Daarna zouden de zaken definitief op een rijtje worden gezet. Dit cruciale overleg vindt donderdag 7 november plaats tussen het TONN-bestuur, de waarnemend directeur Debets en de Friese gedeputeerde G. van Klaveren.
S. Roosma van de Provincie Friesland (Stafbureau Projecten), namens de Provincie verantwoordelijk voor de bewaking van Europese subsidies: 'We gaan nu echt de balans opmaken. Kijken of er perspectief is voor het TONN. We zullen elkaar diep in de ogen moeten kijken en open kaart moeten spelen. Het is niet ondenkbaar dat het TONN moet stoppen. Zo gaat dat, gezien de subsidievoorwaarden, als een project niet loopt.'
Het is overigens volgens Roosma niet denkbeeldig dat ook andere fondsen van het TONN in gevaar komen, want de Europese, Haagse en provinciale subsidies zijn volgens Roosma 'één geïntegreerd pakket'. 'En als een gesubsidieerd project niet functioneert, moet het beëindigd worden, vinden wij.'
Volgens waarnemend TONN-directeur Debets ligt de beslissing om al dan niet door te gaan met het TONN bij het TONN-bestuur, waarin naast vertegenwoordigers van de drie deelnemende onderwijsinstellingen ook afgevaardigden van het Friese bedrijfsleven zitten. Hijzelf vindt niet dat het TONN moet stoppen. 'Er is emplooi voor het TONN. Onze tussensprint in september-oktober heeft veel concrete projecten en offertes opgeleverd.'
Debets meent dat de problemen van het TONN veroorzaakt zijn doordat in de beginfase te veel tijd is verloren met bestuurlijke perikelen tussen NHL, VHI en UT. De samenwerking ging 'moeizaam' vanwege 'eindeloos terugkoppelen'. 'Als gevolg daarvan is te laat en onvoldoende geacquireerd. Daarmee was in het oorspronkelijke businessplan geen rekening gehouden.'
Namens het College van Bestuur benadrukt F. Schutte (tevens lid van het TONN-bestuur) dat de UT zich niet verantwoordelijk voelt. 'Het probleem zit hem in het niet goed in kaart krijgen van de potenties van TONN (en met name van NHL, VHI en UT) en de vraag in de markt. Van UT-zijde zijn verschillende projecten aangedragen, dus aan ons ligt het niet.'