Minister Ritzen wil 'nog eens heel goed kijken' naar de rente op studieschulden, nu uit onderzoek blijkt dat steeds minder studenten geld lenen. Vooral de rente blijkt afschrikwekkend te werken.
De basisbeurs is sinds 1991 alleen maar lager geworden, maar het aantal studenten dat geld leent, is desondanks gedaald. Dat blijkt uit onderzoek dat het Economisch Instituut Tilburg (EIT) uitvoerde in opdracht van minister Ritzen. In 1991 had 40 procent van de studenten een lening, in 1995 was dat nog maar 12 procent. Wel is de omvang van de leningen gestegen: in 1995 leende een student gemiddeld 370 gulden per maand, in 1991 was dat maar 162 gulden.
De daling van het aantal studenten dat leent, hangt sterk samen met een maatregel van Ritzen. Die besloot dat er vanaf 1992 rente zou worden geheven vanaf het ogenblik dat een lening afgesloten werd - en niet, zoals daarvoor, vanaf het tijdstip van afstuderen. Een tweede maatregel heeft daarentegen weinig effect gehad. Sinds 1995 kunnen studenten ook geld lenen als hun ouders genoeg verdienen om hen financieel te steunen. Maar in 1995 werd er nauwelijks vaker geleend dan in 1994.
Ritzen wilde vooral weten of weerstand tegen leningen (aanstaande) studenten ervan weerhoudt te studeren. De onderzoekers stellen de minister op dit punt gerust: het percentage scholieren dat doorstudeert, is tussen 1991 en 1995 'zeker niet' gedaald. Er zijn, zegt het onderzoeksrapport, 'geen aanwijzingen dat de toegankelijkheid van het onderwijs is afgenomen.'
Wel blijkt dat sinds 1990 een groter deel van de vwo'ers voor het hbo kiest dan voor de universiteit. Ritzen heeft het dalend studentenaantal in het wetenschappelijk onderwijs tot nu toe altijd toegeschreven aan het afnemend aantal doorstromers, (studenten die na het hbo naar de universiteit gaan) en niet aan andere studiekeuzes van vwo'ers.
Ritzen wilde ook graag weten of lenen voor studenten uit lagere inkomensgroepen misschien een grotere hindernis voor een studie is dan voor rijkere studenten. Maar het EIT vond daarvoor geen bewijzen.
Desondanks laat het dalende aantal lenende studenten Ritzen niet geheel onberoerd. In de Tweede Kamer zei hij daarom vorige week - tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting - dat er maar eens 'goed gekeken moet worden' naar de rente, met name naar de hoogte daarvan en naar het gegeven dat die al tijdens de studie geheven wordt. Die vragen zijn volgens de minister 'hoofdpunten' in het debat over de toekomst van de studiefinanciering dat kort geleden van start is gegaan.