'Levenslang leren' klinkt als pure vrijheidsberoving. Het doet denken aan de zolderkamer waar een werknemer, na een drukke werkdag, tot diep in de avond achter het bureau zit om de kennis van het vakgebied bij te houden. Gelukkig is dat niet het beeld dat onderwijskundigen tegenwoordig in hun hoofd hebben. Prof. dr. J.M. Pieters van de vakgroep Instructietechnologie van Toegepaste Onderwijskunde, denkt aan het tegendeel: 'Werken en onderwijs zullen in de toekomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Leren zal onderdeel van het werk uitmaken en plaatsvinden zonder dat je het echt merkt. Toch zullen oude vormen van onderwijs behouden blijven, want mensen vinden het nu eenmaal prettig om zich af en toe over te geven aan een docent.' Leren komt, mede dankzij nieuwe technieken, steeds dichter bij de werkplek. Werknemers hoeven niet voor elke vaardigheid opnieuw naar een peperdure cursus of urenlang in taaie studieboeken te duiken. Veel leermomenten zullen gewoon dagelijks op het werk plaatsvinden.
Werken aan kwaliteitsverbetering in de voedingsmiddelenindustrie bijvoorbeeld, kan geschieden met een slimme mix van voorlichting door externe deskundigen, en de invoering van een intern controlesysteem. Daarbij wordt iedere werknemer aangesproken op diens eigen verantwoordelijkheid. Het controlesysteem moet in alle geledingen van het bedrijf goed en met aandacht worden uitgevoerd. Verbeteringen in het systeem moeten door iedereen geleerd worden. Kwaliteit wordt zo een continue, gezamenlijk gedragen leerproces.
Netwerken
Een andere mogelijkheid om leren dicht bij het werk te brengen is gelegen in bedrijfsnetwerken. De mogelijkheden om werknemers tijdens het werk te laten leren zijn enorm. Zo kan de werknemer binnen het systeem waarin hij werkt een taak vervullen met een lerend karakter. De taak, bijvoorbeeld een fictieve beoordeling van een kredietaanvraag bij een bank, ligt zo dicht bij de werkpraktijk dat de werknemer niet eens hoeft te merken dat hij met een leersituatie te maken heeft. Pieters: 'Voor universiteiten kunnen we bijvoorbeeld denken aan direct contact van mensen uit het bedrijfsleven met onderzoekers. Technische universiteiten moeten zich dan wel veel directer met de toepassingen van hun onderzoek bezighouden.'
Bedrijven en organisaties moeten volgens spreker prof. dr. J.W.M. Kessels, van de Rijksuniversiteit Leiden - en vanKessels & Smit, the Learning Company - zorgen dat er in hun organisatie een 'krachtige leeromgeving' heerst. Dat kan door het werk zodanig in te richten dat leren en innoveren gestimuleerd worden. In het werk moet informatie opgespoord worden, kennis gegenereerd en ten slotte toegepast worden. De 'kennismanagers' zullen volgens Kessels verdwijnen: 'Je kunt wel tegen iemand zeggen dat hij wat harder moet werken maar niet dat hij eens wat slimmer moet werken.' Onpakbare leerelementen als communicatieve vaardigheden ('om de toegang tot de kennis van anderen te vergroten'), motivatie, rust en stabiliteit, en 'creatieve onrust' moeten de organisatie slagvaardig maken. Kessels: 'Bedrijven die geen krachtige leeromgeving kunnen bieden, gaan failliet.' Zorgen maakt Kessels zich over de toekomstige werklozen. In de moderne maatschappij zal deze snel op een hopeloze achterstand worden gezet wanneer hij of zij niet in het arbeidsproces deelneemt. Terwijl anderen zich verder ontwikkelen, wordt de langdurig werkloze relatief 'dommer'. Dat kan volgens Kessels leiden tot sociale spanningen.
Suikerziekte
Levenslang leren op de werkplek brengt werknemers expres in een onzekere situatie met als bedoeling om daarvan te leren. Spreekster drs. Sanneke Bolhuis van de Katholieke Universiteit Nijmegen, gelooft dat mensen deze consequentie uiteindelijk positief zullen waarderen. Op het symposium benadrukt zij de vele aspecten die 'leren in het leven' heeft. We moeten ons volgens haar niet blindstaren op het schoolse leren dat passief, abstract/verbaal, cognitief, schoolgestuurd en individueel is. Schoolse kennis is gericht op de: 'juiste antwoorden op de vragen die de school ons uit naam van de samenleving stelt'. Veel anders gaat het met kennis die we op andere gebieden van het leven opdoen. Als voorbeeld neemt Bolhuis een vrouw die zich informeert over de suikerziekte waaraan ze sinds kort lijdt. Langzaam maar zeker beseft de vrouw de gevolgen van deze ontdekking in haar leven. Ze informeert zich met folders en boeken, maar ook via gesprekken met lotgenoten en goede vriendinnen. Slechte leefgewoonten leert ze af, goede eet- en leefpatronen leert ze zich aan. Ook leert ze de nieuwe gewoonten positief te waarderen en haar activiteiten nieuwe zin te geven. Hier geldt een ander rijtje. Leren is: actief, kritisch, concreet, reflectief, zelfgestuurd, emotioneel en sociaal.
IVS-syteem
Bolhuis had dan ook gehoopt dat haar gehoor, voornamelijk TO-studenten, 'levenslang leren' niet zouden associëren met bijspijkeren van kennis in een snel veranderende samenleving, en ook niet met kennisproduktie die onze technologisch samenleving vereist. Zij ziet graag dat leren direct wordt gekoppeld aan de 'verantwoordelijkheid' die ieder individu heeft voor zijn of haar eigen ontwikkeling.
Via het nieuwe IVS-systeem kon het publiek real-time reageren op de stellingen die Bolhuis haar gehoor voorhield. Het nieuwe instrument maakte het symposium levendig en zorgde voor verrassingen. Bolhuis kon haar ogen niet geloven en viel voor een aantal seconden stil. Ze stond perplex van de reactie ophaar stellingen: 58% zag 'levenslang leren' als het bijspijkeren van kennis in een snel veranderende samenleving. 'Leren vanuit verantwoordelijkheid klinkt mooi, maar in de praktijk leren mensen omdat de noodzaak van buiten komt', aldus een congresgangster. 'Lifelong learning' is zelfs onder studenten Toegepaste Onderwijskunde nog geen vanzelfsprekend concept.