Het faculteitsbestuur heeft een achttal opmerkingen. Geconstateerd wordt dat de nota vooral gaat over de clustering van de bestaande tien faculteiten tot twee of drie. Hierbij zou het College zich meer laten leiden door de wens het aantal faculteiten te verminderen dan door een inhoudelijke motivering. Het faculteitsbestuur is bang dat door clustering slechts een nieuwe bestuurslaag wordt gevormd.
Daarom zou eerst 'serieus' geprobeerd moeten worden het nieuwe bestuursmodel op de huidige situatie toe te passen. De decanen van de tien faculteiten vormen dan samen met het CvB een 'managementteam'. Mocht het CvB toch het aantal faculteiten willen verkleinen, dan geeft het faculteitsbestuur uit efficiency-overwegingen de voorkeur aan slechts één faculteit (...).
Het bestuur van EL is het met het CvB eens dat veel tijd verloren gaat door het bespreken van dezelfde beleidsvoornemens door verschillende adviescommissies en raden. Dat zou echter geen reden hoeven te zijn voor het drastisch veranderen van de organisatie. Wel zouden de Centrale Commissies Onderwijs, Research en Planning kunnen verdwijnen.
Het meest nijpende organisatorische probleem van de UT is volgens het faculteitsbestuur de inpassing van onderzoeksinstituten binnen de huidige organisatie. De nota biedt echter, volgens Elektrotechniek, geen duidelijk zicht op een oplossing voor dit probleem.
Het faculteitsbestuur wijst er voorts op dat gewaakt moet worden voor het ontkoppelen van onderzoek en onderwijs in de takenpakketten van medewerkers. Vraag is of de opleidingsdirecteur de bevoegdheid krijgt onderwijstaken op te leggen aan onderzoekers uit een onderzoeksinstituut en omgekeerd.
Ter afsluiting tekent het bestuur bezwaar aan tegen een 'Calimero-effect oproepende zin' in de nota. Daarin staat dat de UT een kleine universiteit is die toonaangevend is op een beperkt aantal gebieden. Het faculteitsbestuur stelt voor het 'klein' weg te laten en toe te voegen dat de universiteit tot de Europese of wereldtop wil behoren.
Het CvB voert deze maanden (achter gesloten deuren) overleg over de bestuurlijke vernieuwing met onder meer de faculteitsbesturen en directeuren van instituten en diensten. De resultaten hiervan zullen aan de U-raad kenbaar worden gemaakt. Een aantal 'verkenningsgroepen' studeert voor het CvB op deelonderwerpen. Het CvB wil proberen in januari met een stuk te komen dat ook de instemming van het College van Decanen heeft.
