Tijd

| Redactie

Omdat een gesprek over koetjes en kalfjes in BSE-Zwitserland nogal gevoelig ligt, keuvel ik met mijn gastheer over 'lands wijs: de klok. 'Het Zwitserse precisie-uurwerk', zo stelt de thuisspreker, 'gaat iedere dag met een aan onwaarschijnlijkheid grenzende nauwkeurigheid precies tweemaal in het rond. Onze klokken geven dus altijd exact de juiste tijd aan.'

De gevolgtrekking waag ik te weerleggen. Als de trotse bezitter van het Zwitsers uurwerk straks bij de overgang naar wintertijd zijn horloge niet goed bijstelt, zal het fraaie mechaniek voortdurend exact de verkeerde tijd aangeven. Mijn horloge daarentegen loopt vijf minuten per dag achter - ik kan het einde van de zomertijd gewoon vergeten en dan gaat mijn pols na 12 dagen alsnog getooid met exact de juiste wintertijd.

Een horloge dat precies goed loopt, staat òf altijd op tijd, òf altijd verkeerd. Meestal het laatste! Want probeer uw horloge maar eens exact op tijd te zetten, dan belt u 06-tijd en dan moet u precies op de pieptoon op het knopje drukken. Dat lukt niet zonder onnauwkeurigheid. Een precisieuurwerk staat dus nooit op tijd. Terwijl een stilstaande klok het elke dag toch weer tweemaal bij het juiste eind heeft.

Mijn gastheer begint aangenaam verbouwereerd te kijken, dus ik redeneer nog even door. Hoe groter de onnauwkeurigheid van de klok, hoe vaker hij de juiste tijd aangeeft. Een klok die ieder uur 1 seconde te snel of te langzaam gaat, geeft slechts eenmaal per 5 jaar de juiste tijd aan. Voeren we de afwijking op tot 5 minuten per uur, dan geeft hij iedere 6 dagen een keer de juiste tijd aan. En bij 15 minuten afwijking hoeven we nog maar 2 dagen op de juiste tijd te wachten. In de limiet geldt dat een klok die oneindig snel draait, voor- of achteruit dat maakt niet uit, een klok die oneindig snel draait geeft altijd de juiste tijd aan.

Tegelijk geldt echter dat een klok die 5 minuten per uur te snel loopt, iedere 6 dagen ook een keer precies één uur voor staat. Trekken we dit door, dan zien we dat een klok die oneindig snel draait altijd exact een uur voor loopt, en tegelijk altijd exact op tijd staat. Kortom, nu is precies een uur geleden. Zomertijd is wintertijd. Greenwich Mean Time is Central European Time. Altijd is eens en nu meteen. Vorig jaar is gisteren. En 1943 is net 5 minuten geleden.

Mijn gastheer verkrampt, herhaalt overdreven articulerend mijn laatste zin, en loopt dan langzaam met zware benen de kamer uit. Even later staat hij weer in de deur. Zijn stropdas hangt met de grote wijzer op zes en met de kleine wijzer op zeven. Zijn gezicht is rood aangelopen. En zijn ogen glisteren getergd. 'Okee, hier heb je oma's goud terug. En nou oprotten!'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.